Veel werk in de zelfzorgsector
‘Ik ga nog even niet aan het werk. Ik gun mezelf nog een week om weer te landen. De angst zit in me. Doodsangst. Als er iemand roept, verstijf ik. Als er een glas valt, dan ren ik. Mijn hoofd probeert te vergeten, mijn lijf kan het niet. Elke vezel weet nu hoe het moet: rennen voor je leven.’
Eva Daeleman is vijfentwintig als ze volledig instort. De Vlaamse radio- en televisiemaker begint haar carrière op haar negentiende, terwijl ze school en werk de eerste jaren nog met elkaar combineert. Het succes volgt al gauw, als ze ochtendshows mag presenteren en later ook op tv voor vele programma’s de presentatie voor haar rekening mag nemen. Doorgaan, doorgaan, doorgaan. Totdat het niet meer gaat: om even rust te nemen vertrekt Daeleman naar Thailand en Vietnam, niet vermoedend dat ze zichzelf daar keihard tegen zal komen. Ze schrijft er haar eerste boek Factor 25 over. Toch komt de échte klap pas later dat jaar. Na haar reis en na een zomer die eerder omschreven kan worden als festivalmarathon is het in Daelemans hoofd in september ‘zwarter dan zwart’. Een burn-out, zegt de dokter.
In Het jaar van de hond neemt Daeleman de lezer mee in het proces dat volgt. Neemt hem mee naar de dagen waarop ze niet uit bed kan komen, waarop ze amper een lach op haar voorheen altijd vrolijke gezicht kan brengen. Naar de dag waarop mopshondje ‘koning Olav van Zweden’ in haar leven komt. Naar de dagen waarop alles net weer wat beter lijkt te gaan en een paar uurtjes werk per dag te overbruggen zijn. Naar de dag waarop een flauwe piek weer een diep dal wordt als ze moet rennen voor haar leven als bommen om haar heen ontploffen op vliegveld Zaventem. En weer omhoog naar de momenten waarop Daeleman door stilte, yoga, natuur en reisjes stukje bij beetje niet weer de oude, maar nieuwe Eva wordt.
Het jaar van de hond is een bijzonder boekje geworden. Niet alleen door de openhartigheid van Daeleman, maar met name door de opvallende uitvoering. Het omslag toont wanneer volledig opengeslagen de ietwat trieste, maar troostende blik van een mopshond. De combinatie van crème en zwart en het goud van de omslagbelettering zijn doorgevoerd in de vormgeving van het binnenwerk. Bijzonder is de opmaak daarvan: de korte teksten van Daeleman - die soms de indruk geven van dagboekfragmenten, dan weer van uitgewerkte hersenspinsels, columns of kleine versjes – zijn soms als kolom verdeeld over de bladspiegel, dan weer volledig over de pagina uitgelijnd, terwijl sommige bladzijden zijn gereserveerd voor een enkele alinea of quote. Meest opvallend is de zwarte bladzijde die voorafgaat aan de meest indrukwekkende gebeurtenis in Daelemans jaar: de aanslag op vliegveld Zaventem.
Dat Daeleman een bekend gezicht is in Vlaanderen maakt voor de lezer vrij weinig uit. Ze is herkenbaar, als een vrouw die alles té goed wil doen, die onzeker is over haar voorkomen en gewicht, die worstelt met de liefde en de grote en kleine keuzes des levens die iedere dag weer gemaakt moeten worden. Vlaamse lezers zullen een andere kant van deze succesvolle bekende dame leren kennen, Nederlandse lezers kunnen zich tegoed doen aan de eerlijke, soms ook humoristische verhalen die regelmatig doorspekt zijn met zelfspot.
Alle liefhebbers van mopshondjes zullen misschien wat teleurgesteld zijn over de rol die pug Olav speelt in dit boekje. Hij komt regelmatig om de hoek kijken, maar dient vooral als afbakening van de periode in haar leven waarover Daeleman schrijft. En hoewel Het jaar van de hond herkenbare momenten en inspirerende gedachten biedt, is het soms ook wat té fragmentarisch. Het inkijkje in Daelemans hoofd zorgt voor een mozaïek aan losse hersenspinsels en hoewel ze een heel jaar beslaan, is het af en toe lastig om er lijn in te vinden. Je kunt het boek wat dat betreft dan ook prima zo af en toe opzij leggen. Helemaal niet erg, want zoals de auteur als motto voorin heeft opgenomen: ‘Je mag voor dit boek de tijd nemen, er is al haast genoeg.’
Reageer op deze recensie