Lezersrecensie
Recensie leesclub Wondermond
Welke bijzondere combinatie krijg je als een vissersdorp, ramp, belastingfraude en een jongeman combineert? Dan krijg je het boek Wondermond van Annegine Goemans, Nederlandse schrijfster van onder andere Honolulu King en Holy Trientje. Haar nieuwste boek gaat over Boye, een rijke jongen in Bloemendaal. Zijn leven staat op z’n kop als zijn vader beschuldigd en gearresteerd wordt voor belastingfraude. Hij gaat terug naar Wondermond, een vissersdorp in Friesland, waar vroeger veel gebeurd is qua scheepsrampen en waar sterke vrouwen alles deden om te overleven. Eerdere boeken van Goemans heb ik met plezier gelezen, wat vond ik van Wondermond?
Ten eerste vind ik de schrijfstijl van Goemans heel prettig. Ze weet een goede combinatie te maken van mooie zinnen met regelmatig diepgang, een ruw randje of beeldende vergelijkingen, zoals “In de haven leek de kotter nog heel wat, op open water was het een prop papier.” (2024: p. 95) of “Ik leerde dat een laagje beschaving eenvoudiger houdbaar was met geld." (2024: p. 146). Goemans weet op juiste wijze de balans te vinden tussen een prettig tempo en beeldende schrijfwijze.
Ten tweede zijn de personages interessant. Enerzijds heb je het hoofdpersonage Boye, die worstelt met zijn identiteit en vriendschappen. Op de achterflap staat dat Wondermond een coming-of-age-boek is, maar dat vind ik wel meevallen. Anderzijds lees je over enkele sterke vrouwen die hebben gewoond in het Friese vissersdorpje Wondermond en moeten omgaan met verlies. Wat moeten zij doen om te overleven? Waar ligt de grens? In hoeverre heeft dat invloed op de karaktervorming van meerdere generaties?
Ten derde worden interessante thema’s – naast identiteit en vriendschap –gekoppeld aan deze personages zoals armoede, rouw en status. Er is veel verdriet en dood in deze roman aanwezig en Goemans beschrijft dit heel recht toe recht aan, waardoor het extra hard binnenkomt bij de lezer zoals “Naast haar stond de weduwe Damj. Kromgetrokken rug, pientere oogjes. Vroeger had ze een forse veestapel, maar dat was voorbij toen haar man in de stal door een koe werd gespietst, dwars door de halsslagader.” (2024: p. 100) of “Het laatste grote verlies was haar jongste dochter, overleden aan de Spaanse griep. Amerikaanse soldaten zouden het virus verspreid hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als de Amerikanen niet naar Europa waren gekomen, redeneerde Nanna, dan had haar kind nog geleefd.” (2024: p. 105). Dit soort citaten laten de lezer wel even stilvallen en nadenken.
Ten vierde vind ik het interessant – zoals Goemans wel vaker doet – dat een aantal zaken op waargebeurde feiten is gebaseerd. Om het verhaal extra waargebeurd te laten lijken, verweeft Goemans er ook enkele Friese zinnen in wanneer de personages met elkaar praten. Zelf spreek ik geen Fries, maar als je het hardop uitspreekt, dan wordt wel duidelijk wat er bedoeld wordt. Er stond geen ingewikkelde theorieën in het Fries, juist wat losjes gebabbel. Mocht je het niet hebben begrepen, dan mis je niks belangrijks voor het verhaal.
Ondanks deze vier belangrijke positieve zaken moest ik soms moeite doen om het boek weer op te pakken. Ik miste namelijk een beetje spanning in dit verhaal of een nieuwsgierigmakend element. Natuurlijk wil de lezer weten hoe het met Boye afloopt, maar omdat ik geen sympathie voor dit personage had, was ik daar toch iets minder nieuwsgierig naar. En ook het einde viel me een beetje tegen. Het kwam redelijk abrupt en is eigenlijk nog heel erg open. Een epiloog had een mooie aanvulling geweest.
Al met al bevat dit boek zeker positieve elementen zoals de schrijfstijl, personages, thematiek en waargebeurde elementen. Toch door de ontbrekende nieuwsgierigmakende elementen geef ik dit boek drie sterren. Ik mocht dit boek lezen en bespreken voor de Leesclub van Hebban, zie de bespreking hier: https://www.hebban.nl/spot/leesclub-wondermond. Daarbij wil ik Uitgeverij Ambo Anthos bedanken voor het leesexemplaar en Hebban en Marieke bedanken voor de leesclub.
Ten eerste vind ik de schrijfstijl van Goemans heel prettig. Ze weet een goede combinatie te maken van mooie zinnen met regelmatig diepgang, een ruw randje of beeldende vergelijkingen, zoals “In de haven leek de kotter nog heel wat, op open water was het een prop papier.” (2024: p. 95) of “Ik leerde dat een laagje beschaving eenvoudiger houdbaar was met geld." (2024: p. 146). Goemans weet op juiste wijze de balans te vinden tussen een prettig tempo en beeldende schrijfwijze.
Ten tweede zijn de personages interessant. Enerzijds heb je het hoofdpersonage Boye, die worstelt met zijn identiteit en vriendschappen. Op de achterflap staat dat Wondermond een coming-of-age-boek is, maar dat vind ik wel meevallen. Anderzijds lees je over enkele sterke vrouwen die hebben gewoond in het Friese vissersdorpje Wondermond en moeten omgaan met verlies. Wat moeten zij doen om te overleven? Waar ligt de grens? In hoeverre heeft dat invloed op de karaktervorming van meerdere generaties?
Ten derde worden interessante thema’s – naast identiteit en vriendschap –gekoppeld aan deze personages zoals armoede, rouw en status. Er is veel verdriet en dood in deze roman aanwezig en Goemans beschrijft dit heel recht toe recht aan, waardoor het extra hard binnenkomt bij de lezer zoals “Naast haar stond de weduwe Damj. Kromgetrokken rug, pientere oogjes. Vroeger had ze een forse veestapel, maar dat was voorbij toen haar man in de stal door een koe werd gespietst, dwars door de halsslagader.” (2024: p. 100) of “Het laatste grote verlies was haar jongste dochter, overleden aan de Spaanse griep. Amerikaanse soldaten zouden het virus verspreid hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als de Amerikanen niet naar Europa waren gekomen, redeneerde Nanna, dan had haar kind nog geleefd.” (2024: p. 105). Dit soort citaten laten de lezer wel even stilvallen en nadenken.
Ten vierde vind ik het interessant – zoals Goemans wel vaker doet – dat een aantal zaken op waargebeurde feiten is gebaseerd. Om het verhaal extra waargebeurd te laten lijken, verweeft Goemans er ook enkele Friese zinnen in wanneer de personages met elkaar praten. Zelf spreek ik geen Fries, maar als je het hardop uitspreekt, dan wordt wel duidelijk wat er bedoeld wordt. Er stond geen ingewikkelde theorieën in het Fries, juist wat losjes gebabbel. Mocht je het niet hebben begrepen, dan mis je niks belangrijks voor het verhaal.
Ondanks deze vier belangrijke positieve zaken moest ik soms moeite doen om het boek weer op te pakken. Ik miste namelijk een beetje spanning in dit verhaal of een nieuwsgierigmakend element. Natuurlijk wil de lezer weten hoe het met Boye afloopt, maar omdat ik geen sympathie voor dit personage had, was ik daar toch iets minder nieuwsgierig naar. En ook het einde viel me een beetje tegen. Het kwam redelijk abrupt en is eigenlijk nog heel erg open. Een epiloog had een mooie aanvulling geweest.
Al met al bevat dit boek zeker positieve elementen zoals de schrijfstijl, personages, thematiek en waargebeurde elementen. Toch door de ontbrekende nieuwsgierigmakende elementen geef ik dit boek drie sterren. Ik mocht dit boek lezen en bespreken voor de Leesclub van Hebban, zie de bespreking hier: https://www.hebban.nl/spot/leesclub-wondermond. Daarbij wil ik Uitgeverij Ambo Anthos bedanken voor het leesexemplaar en Hebban en Marieke bedanken voor de leesclub.
2
Reageer op deze recensie