Groots en overtuigend debuut
Het debuut van de Amerikaanse schrijver Nathan Hill (1975) is lijvig (de Nederlandse vertaling telt 700 pagina’s), indrukwekkend, origineel en soms… ietwat teleurstellend. Dat laatste zit hem in het feit dat Hill, wellicht net als andere populaire schrijvers zoals Jonathan Franzen, Hanya Yanagihara en de vorig jaar debuterende Garth Risk Hallberg, aan wat we het ‘dikke boekensyndroom’ zouden kunnen noemen lijdt: de gedachte dat een dik boek altijd beter is, dat grootse verhalen ook groots in omvang moeten zijn en dat karakterschetsen breed uitgesponnen dienen te worden. Inderdaad, De Nix had hier en daar een tikkie korter gekund. Toch zijn er genoeg redenen die deze debuutroman tóch je zuivere leestijd waard maken.
De Nix vertelt het verhaal van docent Engels en aspirant-schrijver Samuel Andresen-Anderson, zijn moeder Faye en bovenal van de zeer gecompliceerde moeder-zoonrelatie tussen deze twee personages. Moeder Faye verliet het gezin toen Samuel 11 jaar oud was en de vraag is, zowel voor de lezer als voor Samuel: waarom? In 2011 wordt Samuel al tijdenlang geplaagd door een writer’s block als zijn uitgever hem vraagt om een biografie te schrijven over een blijkbaar verwarde vrouw die een steen heeft gegooid naar de conservatieve senator Packer en daarmee een aanslag heeft gepleegd die terroristisch genoemd kan worden. Deze vrouw blijkt Samuels moeder te zijn, die hij in geen jaren heeft gezien of gesproken.
Aldus begint Samuels zoektocht naar het hoe en wat van zijn moeders verdwijning, een breed uitgewaaierd verhaal dat de lezer meevoert en kennis laat maken met talloze personages die elk op hun eigen manier van belang zijn voor het verhaal. Van een fervente gamer die zijn tijd doorbrengt in de wereld van Elfscape en de veeleisende literair agent Periwinkle tot Samuels grote liefde Bethany en de agent Brown die verstrikt raakt in een web van leugens: elk geven ze een stukje bloot van de wereld die Hill overtuigend weet te schetsen. De onderliggende motieven variëren van angst tot verveling en van nieuwsgierigheid tot rebelsheid. De moraal van het verhaal? De dingen waar je het meest van houdt, kunnen je het meest pijn doen. En dat gaat voor alle personages op – voor ieder op hun eigen manier.
De leidraad van dit boek is in feite Samuels zoektocht naar het verleden van zijn moeder. Klinkt simpel, is het niet. Het verhaal neemt de lezer mee naar het radicale studentenleven in het Chicago van 1968, het saaie plattelandsleven in Iowa van de jaren ’80 en het jaar 2011, als Samuel inmiddels in een voorstad van Chicago woont en lesgeeft aan een lokale universiteit. Hill weet verschillende tijdsperiodes en locaties middels een ingenieuze jongleer act als ballen in de lucht hoog te houden.
Hill heeft duidelijk z’n research gedaan, met name wat betreft de rellen in Chicago tijdens de Democratische Conventie van ’68. Tijdens het lezen lijkt het wel of je er zelf bij bent en voel je je hartslag in je keel. Daarin zit Hills’ kracht: een knap staaltje stilistische woordenkunst op papier zetten, beschrijvingen uit de doeken doen die na een aantal pagina’s nog steeds niet vervelen en onderlinge verbanden leggen die keer op keer verrassen. De Nix heeft bovendien een ijzersterk plot en Hill weet in de laatste paar honderd bladzijden alle eindjes op een bevredigende manier aan elkaar te knopen. Ja, De Nix had korter gekund. Maar toch is dit een boek dat je wil uitlezen en dat is een kunst. We kunnen ons alvast gaan verheugen op Hills’ volgende roman.
Reageer op deze recensie