Onderhoudend, maar niet bevredigend
Schitterende dieren is de vijfde roman van de Britse schrijver Lawrence Osborne (1958) en de eerste die in Nederlandse vertaling verschijnt. De setting? Twee Westerse vrouwen van in de 20, de een Brits en de ander Amerikaans, bivakkeren allebei een zomer lang op het zonovergoten Griekse eiland Hydra. Een interessant duo, al helemaal wanneer de derde speler ten tonele verschijnt: Faoud, een vluchteling uit Syrië. De meisjes komen hem per toeval tegen tijdens een wandeling. Hij is gewond, ver van huis en op zoek naar een beter leven...
De verhoudingen zijn meteen duidelijk: de Britse Naomi is dominant, zelfverzekerd en een typisch rijkeluiskindje. Samen met haar vader (een kunstverzamelaar en filantroop) en bijna karikaturaal vervelende Griekse stiefmoeder brengt ze de zomer door in de vakantievilla van de familie. De Amerikaanse Sam is wat naïever, een stuk volgzamer en komt uit een minder bedeeld gezin. Ze is, anders dan Naomi, voor de eerste keer op Hydra. En dan is er dus nog de mysterieuze Fouad, over wie de lezer eigenlijk maar bar weinig te weten komt. De meisjes, schijnbaar getroffen door een gekke mix van schuldgevoel en eigenbelang, gaan over tot een actieplan om Fouad uit zijn benarde positie te helpen. Zo brengt Fouad het verhaal, dat in eerste instantie toch vrij moeizaam op gang komt, in een stroomversnelling.
Daar zit ‘m eigenlijk ook meteen de crux. Het verhaal dat Osborne vertelt is onderhoudend en spoort aan tot doorlezen, maar de personages lijken net onder de oppervlakte te blijven steken in hun ontwikkeling. Ze komen simpelweg niet helemaal goed uit de verf. Het verschil in privileges tussen beide vriendinnen en de exotische vluchteling ligt er te dik bovenop, waardoor de drie personages soms, net als die stiefmoeder van Naomi, karikaturaal aanvoelen. Wellicht is de constante perspectiefwisseling van Osborne een poging om de lezer meer te doen meevoelen met de personages, maar deze verteltactiek komt eerder verwarrend en chaotisch over.
Ondanks dat zijn Osborne’s omschrijvingen van het zinderende Griekse eiland meer dan eens zo zuiver en overtuigend dat je je als lezer in een andere wereld waant. Die staaltjes proza maken het boek toch prettig leesbaar:
“Als in de verstikkende namiddagen de wind ging liggen werden zelfs de kustdorpen in slaap gewiegd en werden de paden er tot een stofloos zwijgen gebakken, waardoor de slaap onvermijdelijk leek. De mensen zaten wezenloos in de schaduw, hun ogen wijd open alsof ze slechts wachtten op de opluchting van de duisternis, en het Amerikaanse meisje had zich, na een aantal dagen van nietsdoen, het vreemde idee eigen gemaakt dat alle spinnenwebben in de bomen net als zijzelf tot een staat van opgeschorte bezieldheid waren vervallen.”
Al met al is Schitterende dieren een onderhoudende roman met een plot dat aardig overtuigt, maar óók een boek dat na afloop niet helemaal bevredigend aanvoelt.
Reageer op deze recensie