Karaktervol portret, maar de beloofde wildernis blijft uit
In 2014 ziet journalist Ben McGrath in de rivier achter zijn huis een opmerkelijke man in een kano voorbij peddelen. Het is zijn eerste ontmoeting met Dick Conant, die na een zwervend bestaan vol tijdelijke baantjes besluit om in zijn eentje van New York naar Florida te kanoën. Ze wisselen contactgegevens uit en McGrath schrijft een veelgelezen artikel over deze ontmoeting. Wanneer Conants kano een paar maanden later dobberend, omgeslagen en zonder spoor van Conant, op de rivier wordt gevonden, krijgt hij een telefoontje met de vraag of hij iets weet dat kan helpen bij het politieonderzoek. Gefascineerd door wat er met Conant gebeurd kan zijn, start McGrath een reis langs de rivier, op zoek naar deze charismatische rivierontdekkingsreiziger en volksheld.
'Als je er de tijd voor neemt en het je interesse heeft, krijg je een hartverwarmend en karaktervol inkijkje in de levens van de mensen in dit stukje Amerika.' - recensent Lisette
‘Als ik de man zelf niet kon redden, kon ik dan in ieder geval het verhaal van een onwaarschijnlijke held navertellen, door de loop van een rivier te traceren in het vloedwater?’
Aan de hand van Conants teruggevonden dagboekaantekeningen en manuscripten reist McGrath langs de rivier. Onderweg zoekt hij de mensen op die Conant gekend of gesproken hebben. Zo puzzelt hij een portret van Conant in elkaar. Van een onbesuisde man die, na een roerig verleden vol alcohol en gevechten, de stilte en vrijheid van het rivierwater boven de drukte van de bewoonde wereld verkiest. Het levert een warm en innemend portret op. Niet alleen van Conant zelf, ook van de mensen op wie Conant onderweg een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. De schrijver zet de mensen vol karakter neer. Als Conant vertelt over zijn ontmoeting met een blauwe reiger die op de rand van zijn kano wilde neerstrijken, schrijft hij:
‘En ineens ging-ie van woefff: nog een paar keer met die vleugels en weg was-ie’ Conant sloot even zijn ogen en krabde achter zijn oor.'
Hoewel vol karakter is de schrijfstijl taai. McGrath heeft de neiging om lange zinnen vol bijzinnen in bijzinnen te schrijven, afgewisseld met citaten. Zinnen van 75 woorden zijn geen uitzondering. Hij hanteert daarbij ook nog eens overduidelijk de, soms wat stijf overkomende, journalistieke schrijfregels.
'Mijn enige kans, besefte ik, was een sjofele bar in de Botheel die Conant vijf jaar geleden zou hebben bezocht, kort na die bijna-doodervaring op dat ondergelopen eiland. ‘Woody’s’ zei hij. ‘En dat mag je wel opschrijven, want het is een bekende naam in het Midwesten’ […].
‘Eh, het spijt me als ik u stoor, maar ik bel vanuit New York […]. Kunt u zich misschien een forste man in een kano herinneren, gekleed in een tuinbroek?’
‘O ja, ik moet nog vaak aan hem denken’. Aldus MaryBeth Johnson, die zichzelf voorstelde als mede-eigenaar van het etablissement en dochter van de naamgever: Woody.'
Verwacht van De rivier, vertaald door Jonas de Vries, niet ondergedompeld te worden in uitgebreide beschrijvingen van de natuur, want de op de kaft beloofde wildernis komt maar weinig aan bod. De rivier focust zich op de plaatsjes waar Conant langs is gevaren, de mensen die hij heeft ontmoet en hoe hij die mensen in slechts een korte ontmoeting diep heeft weten te raken. Door de veelheid aan namen, de journalistieke insteek en de lange, soms ingewikkelde, zinnen, leest De rivier niet echt soepel. Maar als je er de tijd voor neemt en het je interesse heeft, krijg je een hartverwarmend en karaktervol inkijkje in de levens van de mensen in dit stukje Amerika en in de charismatische Conant die, wars van de meningen van anderen, buiten de maatschappij durfde te stappen.
Reageer op deze recensie