Hypnotiserende cadans
In Stadsnomade laat Amy Liptrot opnieuw haar geboorteplek, de Orkneyeilanden, achter zich. Eerder schreef ze haar memoires in De uitweer over hoe ze als rusteloze tiener naar Londen vertrok, daar ten prooi viel aan verslavingen en weer terugkeerde. In Stadsnomade steekt de rusteloosheid opnieuw de kop op. Ze vertrekt op zoek naar liefde, deze keer naar Berlijn. Stadsnomade is vertaald door Robbert-Jan Henkes.
Liptrots verhaal is openhartig. Ze houdt niets achter. Haar oude verslavingen, haar twijfels, angsten, one-night stands, de eenzaamheid, twijfels over vriendschappen en haar worsteling met het vinden van haar plek in de wereld. Alles mag de lezer weten. Ze is een meester in veel zeggen met weinig woorden.
‘Ik ben nu vier maanden en vijf adressen in Berlijn. Ik heb over klinkers gefietst. Ik heb de batterijen van mijn apparaten in de gaten gehouden, ik heb rondgelopen in een korte broek die ik op de stoep heb gevonden.’
In Stadsnomade bevind je je voortdurend in het hoofd van de schrijfster. Haar gedachten rijgen zich in poëtische zinnen aaneen. Deze extreme nabijheid wordt versterkt doordat er geen dialogen voorkomen in het boek. Geen van de vrienden en kennissen krijgt een stem, maar worden weergegeven via haar observaties. De vrienden blijven ook naamloos. Liptrot noemt ze allemaal B, naar de dagboeken van Andy Warhol waarin hij zichzelf aanwijst als A ‘en wie er toevallig bij hem is [...] noemt hij B.’ Dit wekt in eerste instantie verwarring op, maar deze anonimiteit zorgt ervoor dat je nog dichter op de huid van de schrijfster komt, niet afgeleid door andere personages.
‘De vriend of vriendin tegenover me aan tafel verandert, maar de rode draad blijft altijd dezelfde.’
Liptrot omschrijft messcherp de eenzaamheid die we voelen, ondanks en dankzij onze constante online verbondenheid. ‘In mijn hand heb ik mijn telefoon met daarop het ganse internet: al mijn vrienden, heel Wikipedia. Het internet heeft altijd een elders in de aanbieding. Ik breng mijn dagen door met afgeleid zijn‘. De maan geeft troost en zelfs die is online. ‘Sinds kort stuurt de maan me sms’jes. Op mijn telefoon popt een bericht op met de vraag of de maan mijn locatie mag volgen en ik ga akkoord.‘ Opnieuw een beeld dat de eenzaamheid versterkt.
Stadsnomade kabbelt rusteloos voort tussen overpeinzingen en flarden van gedachten of Wikipedia-informatie. Dan krijgt Liptrot oog voor de wilde natuur in het stadse Berlijn. Het zoeken naar dieren zorgt ervoor dat ze haar eenzaamheid en zorgen vergeet.
‘Ik vind het een prettig idee dat de stad niet honderd procent van mensen is. De natuur is niet buiten de poort. Wilde dieren zijn onder ons. […] De haviken fungeren als mijn mascotte in deze eerste maanden, waarin ik moeite heb te bedenken waaraan ik me moet vastklampen in de nieuwe stad.‘
Via de natuur vindt ze de liefde. Passievol, vol vreugde en niet meer eenzaam. Ingenieus past Liptrot haar schrijfstijl aan. Het tempo gaat wat omhoog, de geliefde krijgt soms een stem via flarden van conversaties en de afwisseling tussen verhaal, losse gedachten en Wikipedia-informatie wisselen elkaar sneller af.
‘Kom mijn messen slijpen en mijn remmen bijstellen. Kom mijn ironie afpellen, kom mijn verwondering repareren. Kom mijn gedachten stillen en kom diep met mij slapen.‘
De kracht van Stadsnomade ligt niet in unieke gebeurtenissen of een niet eerder gehoord verhaal. Wat Stadsnomade zo sterk maakt, is dat je als lezer heel dichtbij mag komen. Dicht op Liptrots huid en in haar hoofd. Het resultaat is bijna hypnotiserend. Een prettige cadans van observaties, overpeinzingen en prachtige zinnen over eenzaamheid, de liefde, de helende kracht van de natuur en je plek vinden in de wereld.
Reageer op deze recensie