Kronkelende wegen van de kat
Zelden leert een veellezer een ‘nieuwe’ auteur uit lang vervlogen tijd kennen die tot het pantheon van de literatuur hoort. Meestal ligt dit aan een gebrek aan goede vertalingen. Daar komt nu dankzij Luk van Haute hopelijk verandering in. Ironie en satire vertalen is een vreselijk moeilijke discipline.
Jammer dat de woordenlijst achter in het boek staat. Kotatsu opzoeken en waarom de kat daar het liefste op ligt onderbrak het lezen drastisch, daar had de uitgever wel aan mogen denken. Wie vooraan in een boek de woordenlijst ziet gebruikt die ook. Niet iedereen leest de inhoudstafel of houdt er rekening mee bij een roman. Onbevangen lezen heeft zo zijn voordelen. Het nawoord is dan weer wel aan te prijzen.
Het individualisme, de authenticiteit en de referenties naar Laurence Sterne viel literatuurvorsers al op. Boeiend maar bij voorkeur te consumeren na het lezen. Dankzij de achterflap is het leesplezier even groot en de lezer houdt een open geest om zelf verbanden te leggen.
Een kleine straatkat belandt in een woning van een schoolmeester en hoewel hij geen naam krijgt mag hij van de schoolmeester blijven, tot ergernis van de keukenmeid. De kat observeert de mensen en geeft commentaar. Het relaas kronkelt van situatie naar situatie en de opmerkingen van de kat zijn gevat en raak. De humor is subtiel en regelmatig wisselen anekdotes en vertederende momenten elkaar af. Her en der duiken verwijzingen op naar de antieken en de Engelse literatuur. Geen toeval want alles draait rond het Japan van tijdens de Russisch-Japanse oorlog. Voor het eerst overwon een niet-Europees land een Europees land in een oorlog. Op dat moment liep de Meiji-periode (1868-1912) ten einde. Soseki’s leven valt bijna geheel samen met die periode (1867-1916). Betreurt deze auteur de grote veranderingen in cultuur en maatschappij? Soseki laat niet in zijn kaarten kijken, maar lijkt wel een voorkeur voor een bepaalde verwestersing te hebben. Toch steekt hij ook de draak met het semi-autobiografische baasje van de kat.
De westerse wetenschap en onderwijs liet in de Japanse cultuur een enorme indruk na. Enerzijds omarmde de Japanse maatschappij de wetenschappen en onderwijs, anderzijds worstelde iedereen met het verzoenen van tradities. Die overgang van premoderne kennis naar het moderne intellectuele Japan ging niet zonder de nodige verwarring. Zo is het baasje voorwerp van spot omdat hij Engelse les geeft uit een Reader. De anekdote met zijn vertaalkunsten uit het Engels is trouwens hilarisch.
De schoolmeester, de professor en de handelaar bekvechten over het hoe en waarom van veel. Een ander personage houdt vast aan de haartooi van de samoerai. Een knotje was dus geen kenmerk van een hipster. Het opkomende kapitalisme met aandelen komt ook aan bod: de schoolmeester is tegen, de oude vriend en handelaar is trotse eigenaar van 600 aandelen en de professor-malloot heeft er wel 8888 maar ze zijn door ongedierte opgevreten zodat hij nog maar één half waardepapier over houdt. De kat registreert al deze bizarre gesprekken en vanuit het perspectief van de kat zijn mensen een bijzonder vreemde soort.
Dat is de sterkte van Ik ben een kat deel I , de inkijkjes op de man-vrouw relatie bij de moderne schoolmeester. De machtsspelletjes, het gekoppel en gekonkel. De personages slingeren de hele tijd heen en weer tussen individualisme, Westerse voorbeelden en eigen tradities, conformisme en vergane glorie. De absurdistische discussies zijn zelden saai. Eén enkele keer wordt het even teveel en te chaotisch, maar dan volgt een passage waar de kat op pad gaat en weer een avontuur beleeft dat vermakelijk is.
Deze recensie werd geschreven door Lode Goukens.
Reageer op deze recensie