Lezersrecensie
The End is always nigh
https://looneybooks79.blog/2024/09/26/de-laatste-dagen-van-roger-federer-en-andere-eindes/
Toen ik een eerste stap zette in het eerste boek van Geoff Dyer dat ik ooit las, deze 'De laatste dagen van Roger Federer en andere eindes', wist ik niet goed wat te verwachten. De korte inhoud achteraan het boek spreekt over een meditatie van de schrijver die het wil hebben over 'eindes' en over ouder worden maar vooral over kunst, literatuur, muziek en sport. Dus ik verwachtte niks en kreeg meer dan ik verwachtte.
Ik stel me voor dat Geoff bij het schrijven van dit boek zichzelf in lotushouding zag zitten op een matje ergens midden in een bos of ergens in een open vlakte terwijl de dauw op het gras stond, de vogels floten en hij gans weggezakt in zijn eigen gedachten de overpeinzingen maakte die hij dan hier neerpende. En net zoals gedachten soms kunnen doen springt ook dit boek vaak van de hak op de tak, om dan ook terug te komen op het onderwerp waar hij voorheen over sprak.
Beginnen bij het einde van de carrière van Roger Federer was maar een opstapje voor Geoff Dyer om het te kunnen hebben over zijn eigen tennisspel, dat met ouder worden te lijden heeft onder de vele kwalen die iemand die sport beoefent tevoorschijn durven komen. Ook Federer had kwalen die hem noopten te stoppen, maar hij kreeg toch een aantal keer de kans een comeback te maken, een succesvolle comeback welteverstaan. Iets wat bij andere tennissers daarom niet altijd lukte als deze een comeback maakten. Andy Murray is er eentje van die nooit meer hetzelfde succes behaalde als ervoor, na zijn blessure en comeback. (In eigen land denk ik dan aan het onfortuinlijke idee dat Kim Clijsters terug wou herbeginnen en net op dat moment covid de wereld overheerste, waardoor haar kans verkeken was)
Over tennis gesproken, Dyer komt ook uitgebreid te spreken over de rivaliteit tussen Borg en McEnroe (ook verwijzend naar de film met onder andere Shia LaBoeuf).
Geregeld wijkt Geoff af naar andere takken zoals de literatuur waarbij hij hier vooral de focus op Nietsche legt, over de vermeende(?) sympathieën die deze zou hebben met een bepaald Duits regime dat de geschiedenis een zwarte vlek bezorgde, over zijn ruzie met Wagner (die eerder een muziekstuk schreef gebaseerd op een boek van Nietsche, Also sprach Zarathusa). Dan trekt hij plots de lijn door naar Beethoven en naar Bob Dylan. (vaak verloor hij me hier wel in zijn gebazel)
Als hij het over de schilderkunst had kwam Turner dan weer aan bod.
Dyer wipt in deze 'meditatie' over al deze takken van de cultuur en sport heen om zijn eigen ervaringen te kunnen weergeven. De concerten en festivals die hij bezocht en de ervaringen met drugs die hij dan ook had. (vaak werd het een geleuter over de verschillende drugs die hij ooit uitprobeerde, dat dan ook weer niks aan het geheel toevoegde en eerder storend werkte)
Ivo Verheyen voorzag de vertaling en zegt zelf in zijn nawoord iets wat mij ook was opgevallen in dit boek: het is heel moeilijk om humor over te brengen, vooral woordspelingen dan, in een vertaling. Daardoor verliest het boek ook aan kracht en aan inhoud dat alles dan ook in zijn geheel afvlakt. Waarschijnlijk is hier ook de reden in te vinden waarom ik af en toe verloren was in het verhaal en even niet meer volgde wat hij wou overbrengen of waar hij het op dat moment over had.
Er is één metafoor echter dat me enorm aansprak in dit boek, iets waar ik bij dit boek dan ook over heb getwijfeld maar uiteindelijk de raad van Dyer (min of meer) heb gevolgd:
De parachutemetafoor!
Springen uit een vliegtuig dat wordt geraakt door kogels (in een of andere oorlog), dus enige optie is te springen met een parachute maar toch breekt de springer zijn benen en wordt gevangen genomen, naar een gevangenenkamp gebracht en brengt de rest van de oorlog daar door. Later krijgt hij een brief dat het vliegtuig uiteindelijk toch nog veilig en heelhuids is kunnen landen, dus eigenlijk, bedenkt de man zich, was hij gewoon beter blijven zitten!
Dit wordt dan doorgetrokken naar het lezen van boeken. Wanneer beslis je te springen of wanneer beslis je te blijven volhouden? Soms kan een boek je helemaal niet boeien (hetzij onmiddellijk, hetzij na drie kwart van het boek gelezen te hebben) en moet je de keuze maken: lees ik verder, hopend dat het boek ergens naartoe leiden zal en dan toch nog boeiend zal worden, of stop je ter plekke en gooi je het boek in het vuur, met de mogelijkheid dat je uiteindelijk toch nog een heel goed boek niet hebt uitgelezen. (iets wat ik sinds kort dus LFOMO ben beginnen noemen ofwel Literary Fear of Missing out!)
Van Dyer is onlangs nog een boek bij uitgeverij Tzara verschenen: Uit pure Woede. Dit is Dyers verhandeling over de schrijver D.H. Lawrence (Lady Chatterly's Lover) naar wie hij ook in dit boek trouwens verwijst.
Kortom, ik heb dit boek uitgelezen omdat ik verwachtte dat ik anders iets heel hard zou missen (plus alle boeken van deze uitgeverij boeien me meestal genoeg om verder te lezen, raar maar waar). Het is zeker niet het beste boek dat ik in 2024 zal gelezen hebben maar er zitten een aantal heel interessante visies in én heel wat leestips (niet dat ik nog niet genoeg te lezen heb maar er kan altijd nog wel iets bij), zeker als het gaat over klassieke schrijvers!
En hiermee komt er een einde aan een boek over eindes!
Toen ik een eerste stap zette in het eerste boek van Geoff Dyer dat ik ooit las, deze 'De laatste dagen van Roger Federer en andere eindes', wist ik niet goed wat te verwachten. De korte inhoud achteraan het boek spreekt over een meditatie van de schrijver die het wil hebben over 'eindes' en over ouder worden maar vooral over kunst, literatuur, muziek en sport. Dus ik verwachtte niks en kreeg meer dan ik verwachtte.
Ik stel me voor dat Geoff bij het schrijven van dit boek zichzelf in lotushouding zag zitten op een matje ergens midden in een bos of ergens in een open vlakte terwijl de dauw op het gras stond, de vogels floten en hij gans weggezakt in zijn eigen gedachten de overpeinzingen maakte die hij dan hier neerpende. En net zoals gedachten soms kunnen doen springt ook dit boek vaak van de hak op de tak, om dan ook terug te komen op het onderwerp waar hij voorheen over sprak.
Beginnen bij het einde van de carrière van Roger Federer was maar een opstapje voor Geoff Dyer om het te kunnen hebben over zijn eigen tennisspel, dat met ouder worden te lijden heeft onder de vele kwalen die iemand die sport beoefent tevoorschijn durven komen. Ook Federer had kwalen die hem noopten te stoppen, maar hij kreeg toch een aantal keer de kans een comeback te maken, een succesvolle comeback welteverstaan. Iets wat bij andere tennissers daarom niet altijd lukte als deze een comeback maakten. Andy Murray is er eentje van die nooit meer hetzelfde succes behaalde als ervoor, na zijn blessure en comeback. (In eigen land denk ik dan aan het onfortuinlijke idee dat Kim Clijsters terug wou herbeginnen en net op dat moment covid de wereld overheerste, waardoor haar kans verkeken was)
Over tennis gesproken, Dyer komt ook uitgebreid te spreken over de rivaliteit tussen Borg en McEnroe (ook verwijzend naar de film met onder andere Shia LaBoeuf).
Geregeld wijkt Geoff af naar andere takken zoals de literatuur waarbij hij hier vooral de focus op Nietsche legt, over de vermeende(?) sympathieën die deze zou hebben met een bepaald Duits regime dat de geschiedenis een zwarte vlek bezorgde, over zijn ruzie met Wagner (die eerder een muziekstuk schreef gebaseerd op een boek van Nietsche, Also sprach Zarathusa). Dan trekt hij plots de lijn door naar Beethoven en naar Bob Dylan. (vaak verloor hij me hier wel in zijn gebazel)
Als hij het over de schilderkunst had kwam Turner dan weer aan bod.
Dyer wipt in deze 'meditatie' over al deze takken van de cultuur en sport heen om zijn eigen ervaringen te kunnen weergeven. De concerten en festivals die hij bezocht en de ervaringen met drugs die hij dan ook had. (vaak werd het een geleuter over de verschillende drugs die hij ooit uitprobeerde, dat dan ook weer niks aan het geheel toevoegde en eerder storend werkte)
Ivo Verheyen voorzag de vertaling en zegt zelf in zijn nawoord iets wat mij ook was opgevallen in dit boek: het is heel moeilijk om humor over te brengen, vooral woordspelingen dan, in een vertaling. Daardoor verliest het boek ook aan kracht en aan inhoud dat alles dan ook in zijn geheel afvlakt. Waarschijnlijk is hier ook de reden in te vinden waarom ik af en toe verloren was in het verhaal en even niet meer volgde wat hij wou overbrengen of waar hij het op dat moment over had.
Er is één metafoor echter dat me enorm aansprak in dit boek, iets waar ik bij dit boek dan ook over heb getwijfeld maar uiteindelijk de raad van Dyer (min of meer) heb gevolgd:
De parachutemetafoor!
Springen uit een vliegtuig dat wordt geraakt door kogels (in een of andere oorlog), dus enige optie is te springen met een parachute maar toch breekt de springer zijn benen en wordt gevangen genomen, naar een gevangenenkamp gebracht en brengt de rest van de oorlog daar door. Later krijgt hij een brief dat het vliegtuig uiteindelijk toch nog veilig en heelhuids is kunnen landen, dus eigenlijk, bedenkt de man zich, was hij gewoon beter blijven zitten!
Dit wordt dan doorgetrokken naar het lezen van boeken. Wanneer beslis je te springen of wanneer beslis je te blijven volhouden? Soms kan een boek je helemaal niet boeien (hetzij onmiddellijk, hetzij na drie kwart van het boek gelezen te hebben) en moet je de keuze maken: lees ik verder, hopend dat het boek ergens naartoe leiden zal en dan toch nog boeiend zal worden, of stop je ter plekke en gooi je het boek in het vuur, met de mogelijkheid dat je uiteindelijk toch nog een heel goed boek niet hebt uitgelezen. (iets wat ik sinds kort dus LFOMO ben beginnen noemen ofwel Literary Fear of Missing out!)
Van Dyer is onlangs nog een boek bij uitgeverij Tzara verschenen: Uit pure Woede. Dit is Dyers verhandeling over de schrijver D.H. Lawrence (Lady Chatterly's Lover) naar wie hij ook in dit boek trouwens verwijst.
Kortom, ik heb dit boek uitgelezen omdat ik verwachtte dat ik anders iets heel hard zou missen (plus alle boeken van deze uitgeverij boeien me meestal genoeg om verder te lezen, raar maar waar). Het is zeker niet het beste boek dat ik in 2024 zal gelezen hebben maar er zitten een aantal heel interessante visies in én heel wat leestips (niet dat ik nog niet genoeg te lezen heb maar er kan altijd nog wel iets bij), zeker als het gaat over klassieke schrijvers!
En hiermee komt er een einde aan een boek over eindes!
1
Reageer op deze recensie