Luc Nilis vertelt zijn waarheid, maar houdt de regie
Luc Nilis was wellicht de meest geliefde speler in Eindhovense dienst in de jaren negentig, al was het talent van collega-spitsen Ronaldo en Ruud van Nistelrooij wellicht groter. Nadat zijn carrière noodlottig afliep, verdween hij geruisloos van het toneel. Ondertussen is hij terug in dienst bij PSV en nam de vaak zwijgzame Belg de tijd om eindelijk zijn verhaal te vertellen; De waarheid. Luc Nilis spreekt.
Nilis sprak uitvoerig met voormalig VI-journalist Thijs Slegers, tegenwoordig perschef bij de club waar Nilis ook weer onderdak heeft gevonden als spitsentrainer: PSV. De biografie maakt nieuwsgierig, omdat Nilis een voetballer was die als mens zeker geen open boek was. Wat dat betreft is hij vergelijkbaar met de voormalig Finse aanvaller van Ajax, van wie dit voorjaar ook een boek verscheen: Jari Litmanen. Beide van jongs af aan bezeten van de bal, keiharde werkers die hun talent nooit voor vanzelfsprekend hebben genomen en twee voetballers die tegelijkertijd ook weer verrassend bescheiden waren in het steeds gekker wordende wereld van het topvoetbal.
Nilis heeft er al een halve carrière op zitten als hij de overstap over de grenzen maakt naar Eindhoven. Vanuit Zonhoven is Eindhoven overigens dichterbij dan het Brusselse Anderlecht van de spits in de voorgaande acht seizoenen had gespeeld. Nilis speelde al een Europa Cup II-finale met Anderlecht in 1990, waarin hij overigens slechts in de slotfase mocht invallen en speelde met de Belgische kampioen al Champions League.
De verhuizing naar Eindhoven was dus geen wereldreis voor Nilis. Eerder lekker comfortabel, niet te ver van huis. Toch voelt het voor de Limburgse Belg meteen als een warm bad in Eindhoven, na de jaren van druk en hoge verwachtingen bij het chique Anderlecht. Hij komt er gelijktijdig aan met een nieuw Braziliaans talent, ene Ronaldo. Het blijkt meteen een gouden koppel. Slechts twee jaar duurt het, dan wordt Ronaldo verkocht aan Barcelona. Volgens Ronaldo is Nilis de aanvaller met wie hij het beste koppel vormde, ook al speelde de Braziliaan nog samen met sterren als Romario, Figo, Zidane en Raúl.
Voor prijzen moet Nilis in Eindhoven veel geduld hebben. Het weerhoudt Nilis er echter niet van indruk te maken. Hij wint in 1995 de prijs voor Voetballer van het Jaar voor beste speler uit de eredivisie. Het is een prijs die hij nooit won in België en dat toont de stroeve relatie die het Belgische voetbal altijd heeft gehad met Nilis. Dat erkent de voetballer zelf ook. Dat maakt De Waarheid ook interessant. Slegers snapt die verwondering bij de lezer. Hoe komt het dat zo’n sierlijke speler die zo geliefd was in Nederland in eigen land zo’n moeizame relatie had met fans, pers en sommige trainers. Het heeft waarschijnlijk ook te maken met zijn eigen karakter waarin de drang om zich over iets uit te spreken vaak afwezig was. Zo geeft de voetballer bij het ontslag van Aad de Mos bij PSV onomwonden toe dat een ontslag van een trainer hem nooit zo veel heeft gedaan. Hij zei er niets over.
Waar de beste spelers van PSV grote transfers maken naar Manchester United (Van Nistelrooij) en FC Barcelona (Cocu) blijft Nilis lang in Eindhoven. Hij gaat in 2000 in op een bod van Aston Villa, het is een vlucht, weg van het PSV van toenmalig trainer Eric Gerets. Nilis probeert te verklaren waarom de relatie zo slecht was, maar kan er de vinger niet op leggen. Hij is aanvankelijk nog wel zo blij met de komst van zijn landgenoot, maar dat slaat al snel om. Zijn verblijf bij Aston Villa loopt dramatisch af. Slechts drie wedstrijden speelt Nilis in de Premier League. Een botsing met de keeper van Ipswich Town levert hem een dubbel beenbreuk op. Einde carrière.
Nilis is zoekende na het abrupte einde van zijn voetbalcarrière en duikelt in een diep gat. Mislukte investeringen, een fiasco bij de fusieclub Heusden-Zolder waar hij technisch directeur is geworden en een serieuze gokverslaving. Het kost hem zijn huwelijk, maar ook daar kijkt hij – zoals op zoveel – relativerend op terug. Nilis durft de vinger op de zere plekken te leggen, maar geeft zelf ook aan dat hij de regie houdt over wat hij vertelt. Zoals hij dat altijd gedaan heeft. En in de spiegel te kijken. Veel vaker zweeg de Belg echter en soms liep hij van zaken weg in plaats van met de vuist op tafel te slaan of verhaal te halen. Daarom is De Waarheid interessant, maar wordt het boek niet smeuïg. Slegers heeft de woorden waarschijnlijk af en toe uit hem moeten trekken en dan is De Waarheid een knappe prestatie. Eindelijk horen we Nilis vertellen. De gekte die Slegers zo mooi beschrijft in de biografie van Andy van der Meijde is er niet. De tragiek van een carrière waar net niet alles is uitgehaald wel.
Reageer op deze recensie