Lezersrecensie
"Het begin van alles" is geen nieuwe Harari
De enthousiaste ontvangst en de recensies van "Het begin van alles" hadden mij doen denken dat het een antwoord was op Harari’s "Sapiens". Een verkeerde veronderstelling, want ik kwam bedrogen uit. "Het begin van alles" is een stuk minder leesbaar dan de boeken van Harari. Graeber en Wengrow zijn antropoloog en archeoloog en hun wetenschappelijke benadering komt duidelijk terug in het boek.
Dat de auteurs een duidelijk politiek idee hebben (de autoritaire en hiërarchische samenleving is niet een onvermijdelijke uitkomst van de geschiedenis) druipt wat mij betreft iets te nadrukkelijk van de pagina’s. Als lezer krijg je het gevoel dat de vele hypotheses in het boek in de richting van de conclusie zijn geschreven in plaats van andersom.
Gelukkig bevat "Het begin van alles" genoeg moois. De beschrijvingen van de geschiedenis van de inheemse volken in Noord-Amerika vond ik het interessants. De auteurs laten overtuigend zien hoe volwassen én anders de inrichting van hun samenlevingen waren in vergelijking met de Europese, die (onterecht?) de maatstaf voor alles geworden is. Geschiedenis is geen lineaire lijn van jagers/verzamelaars, naar landbouw, naar steden en staten. De auteurs laten zien dat verschillende samenlevingen alleen in bepaalde tijden van het jaar bij elkaar kwamen en in steden woonden. Na bepaalde feesten en rituelen trok men er weer op uit om te fourageren.
Helaas gaan de auteurs er vanuit dat bepaalde termen (bandsamenlevingen, chiefdoms) bij het grote publiek bekend zijn. Daarom is mijn advies voor niet-academici die geïnteresseerd zijn in de boodschap van Graeber en Wengrow, maar niet per se alle onderbouwing willen bestuderen: lees hoofdstuk 11 “De cirkel rond” en hoofdstuk 12 “Conclusie”. Dan krijg je een goed beeld van de hoofdzaken die de auteurs over willen brengen. Sowieso had het boek de helft dunner gekund door minder te weiden, en door het notenapparaat en de literatuurlijst te verplaatsen naar een (online?) wetenschappelijke editie.
Dat de auteurs een duidelijk politiek idee hebben (de autoritaire en hiërarchische samenleving is niet een onvermijdelijke uitkomst van de geschiedenis) druipt wat mij betreft iets te nadrukkelijk van de pagina’s. Als lezer krijg je het gevoel dat de vele hypotheses in het boek in de richting van de conclusie zijn geschreven in plaats van andersom.
Gelukkig bevat "Het begin van alles" genoeg moois. De beschrijvingen van de geschiedenis van de inheemse volken in Noord-Amerika vond ik het interessants. De auteurs laten overtuigend zien hoe volwassen én anders de inrichting van hun samenlevingen waren in vergelijking met de Europese, die (onterecht?) de maatstaf voor alles geworden is. Geschiedenis is geen lineaire lijn van jagers/verzamelaars, naar landbouw, naar steden en staten. De auteurs laten zien dat verschillende samenlevingen alleen in bepaalde tijden van het jaar bij elkaar kwamen en in steden woonden. Na bepaalde feesten en rituelen trok men er weer op uit om te fourageren.
Helaas gaan de auteurs er vanuit dat bepaalde termen (bandsamenlevingen, chiefdoms) bij het grote publiek bekend zijn. Daarom is mijn advies voor niet-academici die geïnteresseerd zijn in de boodschap van Graeber en Wengrow, maar niet per se alle onderbouwing willen bestuderen: lees hoofdstuk 11 “De cirkel rond” en hoofdstuk 12 “Conclusie”. Dan krijg je een goed beeld van de hoofdzaken die de auteurs over willen brengen. Sowieso had het boek de helft dunner gekund door minder te weiden, en door het notenapparaat en de literatuurlijst te verplaatsen naar een (online?) wetenschappelijke editie.
1
7
Reageer op deze recensie