Lezersrecensie
Teleurstellende "sick-lit"
De titel van het boek is in mijn ogen enigszins misleidend. De nadruk van het verhaal lijkt niet zo zeer te liggen op de ervaringen die Ella op doet tijdens haar jaar op de universiteit van Oxford, maar op het liefdesverhaal van Ella en de terminaal zieke Jamie Davenport. Ik ben sowieso geen fan van de “terminal illness" trope, maar in dit boek werd de trope naar mijn idee veel minder goed uitgewerkt dan in ‘Me Before You’ van Jojo Moyes, waar het verhaal veel mee wordt vergeleken.
Naar mijn idee probeerde het boek te veel grote plotlijnen te combineren. Het verteltempo van het verhaal werd verstoord door de waarop de verschillende complexe problemen door elkaar heen lopen; zo lezen we over de veeleisende politieke carrière van Ella, de problematische relatie die ze heeft met haar moeder, het inburgeren op Oxford University, de terminale ziekte van haar nieuwe geliefde J.D., en het repareren van zijn complexe familiedynamiek. Uiteindelijk wordt slechts de helft van deze plotlijnen uitgewerkt en afgesloten in de laatste hoofdstukken van het boek. Ik denk dat het de kwaliteit van het boek niet onder had gedaan om duidelijkere keuzes te maken in de centrale problemen van de hoofdpersoon. Zo begrijp ik nog steeds niet helemaal waarom de politieke carrière van Ella zo vaak werd benoemd in het verhaal; naar mijn idee hadden ze deze hele plotlijn kunnen overslaan om te zorgen voor een geloofwaardiger karakter en een beter verteltempo.
Daarnaast was ik gaandeweg het verhaal zoekende naar mijn eigen leesdoel. De schrijfstijl van Julia Whelan voelt erg literair; ik denk dat dit grotendeels komt door de dichterlijke manier waarop ze Oxford beschrijft. Daarnaast komt er als introductie voor elk hoofdstuk een klein fragment aan Victoriaanse poëzie aan bod. Deze poëzie ligt ook aan de grondslag van de relatie tussen Ella en Jamie, wat zorgt voor een mooi motief in het verhaal. Toch ervoer ik de nadruk op poëzie en Oxford-jargon als enigszins storend, omdat het verhaal wordt beschreven als “A feelgood, uplifting story of romance and second chances”. De vertelstijl van Whelan past in mijn ogen niet bij deze omschrijving. Voor een “feelgood” boek voelde de schrijfstijl te zwaar, maar voor een literair werk voelde de karakters en plotlijnen te ongeloofwaardig.
Ondanks het feit dat Ella qua leeftijd en educatieve achtergrond erg op mij lijkt kon ik me moeilijk vinden in de gedachtegang van het hoofdpersonage. Haar karakter is extreem complex, maar hiermee snijdt de auteur zichzelf in de vingers. In de eerste instantie gaat het verhaal over haar politieke carrière en haar veelbelovende studiejaar in Oxford, maar al snel wordt de nadruk verlegd naar haar worsteling met het overlijden van haar partner en haar gecompliceerde liefdesleven. De mix van de problemen die ze ervaart voelde onrealistisch, en het was lastig om sympathie op te brengen voor het karakter. De bijpersonages (waaronder de vrienden van Ella) zijn vlak en voegen weinig tot niks toe aan het plot. Dit is zonde, want personages als Hugh, de knorrige conciërge van Oxford, had ik graag vaker teruggezien in de vertelling. Ook de keuzes rondom vocabulaire vond ik af en toe onbegrijpelijk. Vanuit het perspectief van de Amerikaanse Ella schrijft Whelan bijvoorbeeld “Despite my gobsmacked rubbernecking […] (p. 95). Ella is op dit moment ongeveer een maand in Engeland, dus het feit dat ze een brits woord zoals ‘gobsmacked’ gebruikt voelde niet authentiek.
Het onderontwikkelde plot doet het schrijftalent van Julia Whelan absoluut tekort. Het is duidelijk dat ze mooi kan schrijven en vol zit met goede ideeën voor verhaallijnen. In dit verhaal probeert ze echter te veel van deze goede ideeën te verwerken. Het gebruik van het sick-lit motief voelde een beetje als emotionele manipulatie van de lezer; het lukte me niet om ‘echt’ in het verhaal te komen. Ik kan mij erg vinden in de reviews van “Maddie” en “Nicole R” op goodreads. Ik geloof dat dit voorhaal voor sommige lezers een absolute aanrader kan zijn, maar voor mij zeker niet.
Mocht je op zoek zijn naar een vergelijkbaar liefdesverhaal over verbinding, begrip, timing en terminale diagnoses raad ik “Wish You Were Here” van Renée Carlino aan. Dit boek vond ik prachtig, en is in mijn ogen beter uitgewerkt qua plot en achtergrond.
Naar mijn idee probeerde het boek te veel grote plotlijnen te combineren. Het verteltempo van het verhaal werd verstoord door de waarop de verschillende complexe problemen door elkaar heen lopen; zo lezen we over de veeleisende politieke carrière van Ella, de problematische relatie die ze heeft met haar moeder, het inburgeren op Oxford University, de terminale ziekte van haar nieuwe geliefde J.D., en het repareren van zijn complexe familiedynamiek. Uiteindelijk wordt slechts de helft van deze plotlijnen uitgewerkt en afgesloten in de laatste hoofdstukken van het boek. Ik denk dat het de kwaliteit van het boek niet onder had gedaan om duidelijkere keuzes te maken in de centrale problemen van de hoofdpersoon. Zo begrijp ik nog steeds niet helemaal waarom de politieke carrière van Ella zo vaak werd benoemd in het verhaal; naar mijn idee hadden ze deze hele plotlijn kunnen overslaan om te zorgen voor een geloofwaardiger karakter en een beter verteltempo.
Daarnaast was ik gaandeweg het verhaal zoekende naar mijn eigen leesdoel. De schrijfstijl van Julia Whelan voelt erg literair; ik denk dat dit grotendeels komt door de dichterlijke manier waarop ze Oxford beschrijft. Daarnaast komt er als introductie voor elk hoofdstuk een klein fragment aan Victoriaanse poëzie aan bod. Deze poëzie ligt ook aan de grondslag van de relatie tussen Ella en Jamie, wat zorgt voor een mooi motief in het verhaal. Toch ervoer ik de nadruk op poëzie en Oxford-jargon als enigszins storend, omdat het verhaal wordt beschreven als “A feelgood, uplifting story of romance and second chances”. De vertelstijl van Whelan past in mijn ogen niet bij deze omschrijving. Voor een “feelgood” boek voelde de schrijfstijl te zwaar, maar voor een literair werk voelde de karakters en plotlijnen te ongeloofwaardig.
Ondanks het feit dat Ella qua leeftijd en educatieve achtergrond erg op mij lijkt kon ik me moeilijk vinden in de gedachtegang van het hoofdpersonage. Haar karakter is extreem complex, maar hiermee snijdt de auteur zichzelf in de vingers. In de eerste instantie gaat het verhaal over haar politieke carrière en haar veelbelovende studiejaar in Oxford, maar al snel wordt de nadruk verlegd naar haar worsteling met het overlijden van haar partner en haar gecompliceerde liefdesleven. De mix van de problemen die ze ervaart voelde onrealistisch, en het was lastig om sympathie op te brengen voor het karakter. De bijpersonages (waaronder de vrienden van Ella) zijn vlak en voegen weinig tot niks toe aan het plot. Dit is zonde, want personages als Hugh, de knorrige conciërge van Oxford, had ik graag vaker teruggezien in de vertelling. Ook de keuzes rondom vocabulaire vond ik af en toe onbegrijpelijk. Vanuit het perspectief van de Amerikaanse Ella schrijft Whelan bijvoorbeeld “Despite my gobsmacked rubbernecking […] (p. 95). Ella is op dit moment ongeveer een maand in Engeland, dus het feit dat ze een brits woord zoals ‘gobsmacked’ gebruikt voelde niet authentiek.
Het onderontwikkelde plot doet het schrijftalent van Julia Whelan absoluut tekort. Het is duidelijk dat ze mooi kan schrijven en vol zit met goede ideeën voor verhaallijnen. In dit verhaal probeert ze echter te veel van deze goede ideeën te verwerken. Het gebruik van het sick-lit motief voelde een beetje als emotionele manipulatie van de lezer; het lukte me niet om ‘echt’ in het verhaal te komen. Ik kan mij erg vinden in de reviews van “Maddie” en “Nicole R” op goodreads. Ik geloof dat dit voorhaal voor sommige lezers een absolute aanrader kan zijn, maar voor mij zeker niet.
Mocht je op zoek zijn naar een vergelijkbaar liefdesverhaal over verbinding, begrip, timing en terminale diagnoses raad ik “Wish You Were Here” van Renée Carlino aan. Dit boek vond ik prachtig, en is in mijn ogen beter uitgewerkt qua plot en achtergrond.
1
Reageer op deze recensie