Lezersrecensie
Een prachtig verhaal in een moeizame vertelvorm
Kleine Hellen is de debuutroman van Anne Moon Disko, een pseudoniem van schrijver, kunstenaar en tevens uitgever Martijn Couwenhoven. Het boek van 120 pagina's vertelt het verhaal van schrijfster Vera en haar broertje, kunstenaar Max. Vera is ongeneeslijk ziek en dat doet oud zeer van de twee pijnlijk bovenkomen. Nog voor de geboorte van Max verloor Vera haar kleine broertje Menko, een onverwerkt verdriet en schuldgevoel dat nog altijd aan haar knaagt en nu eindelijk losgelaten moet worden. Ondertussen probeert Max dwangmatig een laatste portret van Vera te maken en kan hij haar maar niet loslaten.
Het zware thema loslaten komt subtiel en licht, maar toch van emotie doordrongen terug in het verhaal. Het loslaten van jeugdverdriet en schuldgevoel, loslaten van een moeilijke relatie van hun ouders, loslaten van geliefden, loslaten van het leven. Dat alles wordt op mooi verweven met de vele verwijzingen naar kunst en muziek. Het is te merken dat Couwenhoven zelf kunstenaar is. Het visuele oog dat ook Max als kunstenaar heeft ontwikkeld, komt mooi terug in de omschrijvingen vanuit het perspectief van Max. Treffend is bijvoorbeeld de eerste gedachte van Max als hij hoort dat de kanker van Vera is uitgezaaid. Het woord komt hem vreemd voor. Bij zaaien komt bij hem het beeld op van groente en bloemenvelden, niet van ziekte. Dit beeldende taalgebruik en het sterke thema zijn de kracht van dit debuut.
Het tekort schuilt in de 120 pagina's van de roman (of eigenlijk dus meer een novelle). Couwenhoven lijkt te veel te willen vertellen in een beperkt aantal pagina's. Het verhaal gaat niet alleen over het ziekbed van Vera, maar ook (met name) over het verlies van Menko, de moeizame relatie van hun ouders en de band van Vera en Max met hun grootouders. Het lijkt ietwat te veel voor een novelle, zeker in combinatie met de vorm die de auteur kiest. Ieder hoofdstuk wisselt namelijk van perspectief - ik-persoon Vera, ik-persoon Max, derde persoon vanuit Vera of derde persoon vanuit Max - en het duurt soms enkele alinea's voordat duidelijk is in welk perspectief het verhaal wordt verteld. Dit past beter bij een boek met langere hoofdstukken en het soepel laten verlopen van die wisselingen vraagt ook veel vaardigheid van een auteur. Hoewel de zinnen en de beeldende taal wel erg mooi zijn, is de auteur in het wisselende perspectief niet zo geslaagd. In deze novelle komt het vooral wat rommelig over. Het effect is ook dat sommige hoofdstukjes op zichzelf lijken te staan. Het zijn korte verhaaltjes die ook prima los van het boek als mooi verhaal kunnen dienen. Dat komt de roman als geheel echter niet ten goede.
Kleine Hellen komt in 120 pagina's met vier wisselende vertelperspectieven helaas net niet goed uit de verf. Zonde, want het boekje is doordrongen van mooi taalgebruik, een krachtig thema en beeldende zinnen.
Het zware thema loslaten komt subtiel en licht, maar toch van emotie doordrongen terug in het verhaal. Het loslaten van jeugdverdriet en schuldgevoel, loslaten van een moeilijke relatie van hun ouders, loslaten van geliefden, loslaten van het leven. Dat alles wordt op mooi verweven met de vele verwijzingen naar kunst en muziek. Het is te merken dat Couwenhoven zelf kunstenaar is. Het visuele oog dat ook Max als kunstenaar heeft ontwikkeld, komt mooi terug in de omschrijvingen vanuit het perspectief van Max. Treffend is bijvoorbeeld de eerste gedachte van Max als hij hoort dat de kanker van Vera is uitgezaaid. Het woord komt hem vreemd voor. Bij zaaien komt bij hem het beeld op van groente en bloemenvelden, niet van ziekte. Dit beeldende taalgebruik en het sterke thema zijn de kracht van dit debuut.
Het tekort schuilt in de 120 pagina's van de roman (of eigenlijk dus meer een novelle). Couwenhoven lijkt te veel te willen vertellen in een beperkt aantal pagina's. Het verhaal gaat niet alleen over het ziekbed van Vera, maar ook (met name) over het verlies van Menko, de moeizame relatie van hun ouders en de band van Vera en Max met hun grootouders. Het lijkt ietwat te veel voor een novelle, zeker in combinatie met de vorm die de auteur kiest. Ieder hoofdstuk wisselt namelijk van perspectief - ik-persoon Vera, ik-persoon Max, derde persoon vanuit Vera of derde persoon vanuit Max - en het duurt soms enkele alinea's voordat duidelijk is in welk perspectief het verhaal wordt verteld. Dit past beter bij een boek met langere hoofdstukken en het soepel laten verlopen van die wisselingen vraagt ook veel vaardigheid van een auteur. Hoewel de zinnen en de beeldende taal wel erg mooi zijn, is de auteur in het wisselende perspectief niet zo geslaagd. In deze novelle komt het vooral wat rommelig over. Het effect is ook dat sommige hoofdstukjes op zichzelf lijken te staan. Het zijn korte verhaaltjes die ook prima los van het boek als mooi verhaal kunnen dienen. Dat komt de roman als geheel echter niet ten goede.
Kleine Hellen komt in 120 pagina's met vier wisselende vertelperspectieven helaas net niet goed uit de verf. Zonde, want het boekje is doordrongen van mooi taalgebruik, een krachtig thema en beeldende zinnen.
1
Reageer op deze recensie