Lezersrecensie
Een wereld waar je niet uit wil
Krekel - Annet Schaap
We hebben er lang op moeten wachten. Acht jaar nadat Lampje van Annet Schaap uitkwam is het er dan! Een nieuw boek in de wereld van Lampje, maar het is geen vervolgverhaal, het staat volledig op zichzelf. Krekel heet het. Net zo’n lekkere korte en frisse titel, maar ook geheimzinnig. Waarom heet het boek zo? Wie of wat is die Krekel?
Daar kom je niet direct achter als je begint te lezen. Want eerst kijken we door de ogen van Eliza (12 jaar) naar de wereld. Een meisje dat eigenlijk liever een jongen wil zijn, want dan krijgt ze meer voor elkaar. Ze leeft nog in een wereld waar meisjes netjes moeten zijn en moeten handwerken en gehoorzamen. Eliza is haar vijf broers kwijt. Ze wil hun namen op haar lichaam laten tatoeëren. Waarom? Waar zijn ze? Vragen en nog meer vragen.
Gelukkig koos Annet Schaap er ook in dit boek voor om te werken met vele personale perspectieven. Daardoor springen we moeiteloos over van het ene naar het andere personage. Zo krijgen ze ook (bijna!) allemaal onze sympathie. Want ieder personage heeft weer een eigen verhaal, eigen verdriet, een verlangen en een drijfveer. Eliza is boos, verdrietig en gefrustreerd omdat de nieuwe vrouw van haar vader, die ze weigert mama te noemen, haar broers heeft laten verdwijnen. Ze is ook boos op haar vader, die het bestaan van zijn jongste zoon, Krekel (die eigenlijk James heet) ontkent. Eliza en Krekel zijn weggelopen van huis.
En dan staan ze samen voor de kruidenierswinkel die je bekend voor zal komen als je Lampje ook gelezen hebt: de winkel van meneer en mevrouw Rozenhout. Eliza heeft geen geld, maar wel honger. Ze steelt een krentenbol en nog iets meer. En dat brengt haar en Krekel in grote problemen.
Als je van de wereld van Lampje houdt, word je verliefd op dit boek. Want er hangt dezelfde sfeer en er zijn subtiele verwijzingen naar het verhaal van Lampje: de vuurtoren, de kermis, de haven, de tuinman van het grijze huis. Annet Schaap was duidelijk nog niet klaar met deze wereld. Er was nog meer te vertellen.
Wat mij betreft is haar wereld niet zozeer een fysieke wereld, maar een wereld waarin mensen op een bepaalde manier met elkaar omgaan. De mensen worstelen allemaal met de vraag hoe ze kunnen krijgen wat ze willen, hoe ze vrij kunnen zijn, hun eigen keuzes kunnen maken. Iedereen zit wel op een of andere manier vast. Schooljuffrouw Amalia zit vast in haar geloof en in ‘hoe het hoort’. De vader van Eliza en Krekel, James Tacker, zit vast in verdriet om zijn overleden vrouw en verlangt naar liefde. Duifje, de nieuwe vrouw van meneer Tacker, verlangt naar rijkdom en een eigen gezin.
De bevrijding van de rol van de vrouw is een steeds terugkerend thema. De zin “Niets is onmogelijk voor een vrouw die weet wat ze wil” bleef bij mij resoneren. Hij geldt voor Eliza, die onverschrokken doorgaat met haar belangrijke missie. Maar ook voor Duifje en Amalia, die hun eigen bevrijding ervaren. Mannen komen er bekaaid af in dit boek, vooral de vaders. Dit was in Lampje ook al zo. Meneer Tacker lijkt sterk, maar is eigenlijk in de val gelopen van zijn nieuwe vrouw: “Soms voelt hij zich meegetrokken in een lange gang, die om iedere bocht nauwer en nauwer wordt. Waar hij zelf in is gelopen, dat weet hij ook best. Haar achterna. Rechtdoor, verder en verder, en hier staat hij nu zijn buik in te houden, voor een dichte deur in zijn eigen huis. Opeens weet hij niet wat hij hier eigenlijk doet. Waarom alles zo anders is. Waar vroeger is gebleven.”
Annet Schaap laat in dit boek weer zien hoe ze sympathie heeft voor mensen die ‘anders’ zijn: er anders uit zien of zich anders gedragen waardoor de grote menigte ze lastig vindt. In de wereld van Lampje en Krekel is ruimte voor deze ‘wezens’: de witte kliffen. Ook die komen je misschien bekend voor. Magie en geheimzinnigheid ontbreken in dit boek dus ook zeker niet. Ze heeft in dit boek, dat nog dikker is dan Lampje, dat ook al een dikke pil was, nog meer de tijd genomen om een gelaagd verhaal te vertellen. En je leest het ‘alsof je leven ervan af hangt’, want ieder hoofdstuk eindigt met een cliffhanger.
En dan de taal van Annet Schaap: die is weer om door een ringetje te halen. Ze schrijft zo beeldend dat het voelt alsof je erbij bent, maar houdt de vaart ook in het verhaal. Een combinatie die voor veel schrijvers lastig is, maar het lukt haar. En dan de taalvondsten en bijzondere namen: het is op zoveel vlakken ongelofelijk genieten. Vanaf 6 maart ligt het boek eindelijk in de winkel. Geef jezelf dit mooie boek cadeau en ga ervan genieten. Ik heb het uit, maar ga opnieuw beginnen. Ik wil nog even niet uit deze wereld, onze wereld wacht maar.
“Een kind zonder ouders wordt een wees, een gestorven echtgenoot maakt een weduwe of een weduwnaar. Maar wie zijn kinderen verliest, of haar broers, heet niet opeens anders: geen leegvader, weesmoeder, on -zusje.”
We hebben er lang op moeten wachten. Acht jaar nadat Lampje van Annet Schaap uitkwam is het er dan! Een nieuw boek in de wereld van Lampje, maar het is geen vervolgverhaal, het staat volledig op zichzelf. Krekel heet het. Net zo’n lekkere korte en frisse titel, maar ook geheimzinnig. Waarom heet het boek zo? Wie of wat is die Krekel?
Daar kom je niet direct achter als je begint te lezen. Want eerst kijken we door de ogen van Eliza (12 jaar) naar de wereld. Een meisje dat eigenlijk liever een jongen wil zijn, want dan krijgt ze meer voor elkaar. Ze leeft nog in een wereld waar meisjes netjes moeten zijn en moeten handwerken en gehoorzamen. Eliza is haar vijf broers kwijt. Ze wil hun namen op haar lichaam laten tatoeëren. Waarom? Waar zijn ze? Vragen en nog meer vragen.
Gelukkig koos Annet Schaap er ook in dit boek voor om te werken met vele personale perspectieven. Daardoor springen we moeiteloos over van het ene naar het andere personage. Zo krijgen ze ook (bijna!) allemaal onze sympathie. Want ieder personage heeft weer een eigen verhaal, eigen verdriet, een verlangen en een drijfveer. Eliza is boos, verdrietig en gefrustreerd omdat de nieuwe vrouw van haar vader, die ze weigert mama te noemen, haar broers heeft laten verdwijnen. Ze is ook boos op haar vader, die het bestaan van zijn jongste zoon, Krekel (die eigenlijk James heet) ontkent. Eliza en Krekel zijn weggelopen van huis.
En dan staan ze samen voor de kruidenierswinkel die je bekend voor zal komen als je Lampje ook gelezen hebt: de winkel van meneer en mevrouw Rozenhout. Eliza heeft geen geld, maar wel honger. Ze steelt een krentenbol en nog iets meer. En dat brengt haar en Krekel in grote problemen.
Als je van de wereld van Lampje houdt, word je verliefd op dit boek. Want er hangt dezelfde sfeer en er zijn subtiele verwijzingen naar het verhaal van Lampje: de vuurtoren, de kermis, de haven, de tuinman van het grijze huis. Annet Schaap was duidelijk nog niet klaar met deze wereld. Er was nog meer te vertellen.
Wat mij betreft is haar wereld niet zozeer een fysieke wereld, maar een wereld waarin mensen op een bepaalde manier met elkaar omgaan. De mensen worstelen allemaal met de vraag hoe ze kunnen krijgen wat ze willen, hoe ze vrij kunnen zijn, hun eigen keuzes kunnen maken. Iedereen zit wel op een of andere manier vast. Schooljuffrouw Amalia zit vast in haar geloof en in ‘hoe het hoort’. De vader van Eliza en Krekel, James Tacker, zit vast in verdriet om zijn overleden vrouw en verlangt naar liefde. Duifje, de nieuwe vrouw van meneer Tacker, verlangt naar rijkdom en een eigen gezin.
De bevrijding van de rol van de vrouw is een steeds terugkerend thema. De zin “Niets is onmogelijk voor een vrouw die weet wat ze wil” bleef bij mij resoneren. Hij geldt voor Eliza, die onverschrokken doorgaat met haar belangrijke missie. Maar ook voor Duifje en Amalia, die hun eigen bevrijding ervaren. Mannen komen er bekaaid af in dit boek, vooral de vaders. Dit was in Lampje ook al zo. Meneer Tacker lijkt sterk, maar is eigenlijk in de val gelopen van zijn nieuwe vrouw: “Soms voelt hij zich meegetrokken in een lange gang, die om iedere bocht nauwer en nauwer wordt. Waar hij zelf in is gelopen, dat weet hij ook best. Haar achterna. Rechtdoor, verder en verder, en hier staat hij nu zijn buik in te houden, voor een dichte deur in zijn eigen huis. Opeens weet hij niet wat hij hier eigenlijk doet. Waarom alles zo anders is. Waar vroeger is gebleven.”
Annet Schaap laat in dit boek weer zien hoe ze sympathie heeft voor mensen die ‘anders’ zijn: er anders uit zien of zich anders gedragen waardoor de grote menigte ze lastig vindt. In de wereld van Lampje en Krekel is ruimte voor deze ‘wezens’: de witte kliffen. Ook die komen je misschien bekend voor. Magie en geheimzinnigheid ontbreken in dit boek dus ook zeker niet. Ze heeft in dit boek, dat nog dikker is dan Lampje, dat ook al een dikke pil was, nog meer de tijd genomen om een gelaagd verhaal te vertellen. En je leest het ‘alsof je leven ervan af hangt’, want ieder hoofdstuk eindigt met een cliffhanger.
En dan de taal van Annet Schaap: die is weer om door een ringetje te halen. Ze schrijft zo beeldend dat het voelt alsof je erbij bent, maar houdt de vaart ook in het verhaal. Een combinatie die voor veel schrijvers lastig is, maar het lukt haar. En dan de taalvondsten en bijzondere namen: het is op zoveel vlakken ongelofelijk genieten. Vanaf 6 maart ligt het boek eindelijk in de winkel. Geef jezelf dit mooie boek cadeau en ga ervan genieten. Ik heb het uit, maar ga opnieuw beginnen. Ik wil nog even niet uit deze wereld, onze wereld wacht maar.
“Een kind zonder ouders wordt een wees, een gestorven echtgenoot maakt een weduwe of een weduwnaar. Maar wie zijn kinderen verliest, of haar broers, heet niet opeens anders: geen leegvader, weesmoeder, on -zusje.”
4
Reageer op deze recensie