Lezersrecensie
Een heldenepos
“Het land achter Gods rug” is een roman van A. den Dolaard, synoniem van Bob Spoelstra (1901-1994)
Het verhaal speelt zich af in Montenegro en vertelt het levensverhaal van Wolf Crnojevitsj. Toen Wolf in 1905 geboren werd was zijn opa Sava in de weer om alle helden aan te roepen om van Wolf ook een held te maken. Sava speelde op zijn gusla, een inheems muziekinstrument, een knie-viool met één snaar, en zong heldengezangen. Hij was ook degenen die Wolf zijn naam gaf, ook al had zijn moeder hem liever een andere naam gegeven maar opa was de baas dus ze ging niet tegen hem in. In 1915 sterft zijn opa op een voor hem heldhaftige wijze want, zo zei hij tegen Wolf, “Als er een God is, dan zal Hij niet vragen hoe we geleefd hebben, maar hoe we gestorven zijn.”
Opa Sava had een heldenrol voor Wolf bedacht maar Wolf wil helemaal geen held zijn, hij wil ingenieur worden. Hij volgt de opleiding hiervoor en zijn ouders zijn trots op hem. Hij krijgt een project toegewezen tot het bouwen van een brug over de Tara, dit word een prestige project voor Wolf.
Helaas komt de tweede Wereldoorlog eraan en zal zijn leven een andere wending nemen dan hij zichzelf had voorgesteld.
Het boek gaat over familierelaties en tradities zoals die in Montenegro al eeuwen gelden. Over de liefde voor je geboortegrond, over de heldendaden die tot bescherming van het land hebben gediend. De helden die worden bezongen in de liederen die worden begeleid op de gusla.
Den Doolaard heeft een mooi historisch verhaal geschreven, vertelt door een alwetende verteller. In mooie bewoordingen wordt je meegevoerd in de strijd van een volk voor behoud van hun eigen plek, ook al is dat een onherbergzaam gebied. De beeldspraak die voorbijkomt is prachtig “…want hij had de vraag even snel en onnadenkend geslikt als een forel het met een vlieg doet, die op het wateroppervlak danst.”
Het is in 1956 geschreven maar het taalgebruik is zeker niet oubollig.
Het verhaal speelt zich af in Montenegro en vertelt het levensverhaal van Wolf Crnojevitsj. Toen Wolf in 1905 geboren werd was zijn opa Sava in de weer om alle helden aan te roepen om van Wolf ook een held te maken. Sava speelde op zijn gusla, een inheems muziekinstrument, een knie-viool met één snaar, en zong heldengezangen. Hij was ook degenen die Wolf zijn naam gaf, ook al had zijn moeder hem liever een andere naam gegeven maar opa was de baas dus ze ging niet tegen hem in. In 1915 sterft zijn opa op een voor hem heldhaftige wijze want, zo zei hij tegen Wolf, “Als er een God is, dan zal Hij niet vragen hoe we geleefd hebben, maar hoe we gestorven zijn.”
Opa Sava had een heldenrol voor Wolf bedacht maar Wolf wil helemaal geen held zijn, hij wil ingenieur worden. Hij volgt de opleiding hiervoor en zijn ouders zijn trots op hem. Hij krijgt een project toegewezen tot het bouwen van een brug over de Tara, dit word een prestige project voor Wolf.
Helaas komt de tweede Wereldoorlog eraan en zal zijn leven een andere wending nemen dan hij zichzelf had voorgesteld.
Het boek gaat over familierelaties en tradities zoals die in Montenegro al eeuwen gelden. Over de liefde voor je geboortegrond, over de heldendaden die tot bescherming van het land hebben gediend. De helden die worden bezongen in de liederen die worden begeleid op de gusla.
Den Doolaard heeft een mooi historisch verhaal geschreven, vertelt door een alwetende verteller. In mooie bewoordingen wordt je meegevoerd in de strijd van een volk voor behoud van hun eigen plek, ook al is dat een onherbergzaam gebied. De beeldspraak die voorbijkomt is prachtig “…want hij had de vraag even snel en onnadenkend geslikt als een forel het met een vlieg doet, die op het wateroppervlak danst.”
Het is in 1956 geschreven maar het taalgebruik is zeker niet oubollig.
1
Reageer op deze recensie