Lezersrecensie
Jael, een vrouw meteen passie
Dit verhaal speelt zich af in 1711 en gaat over de Joodse Jael, ze is van middelbare leeftijd, is gehuwd, ze heeft 3 kinderen en een kleinkind, woont in Mokum, Amsterdam. Ze werkt in de werkplaats van Maria Sibylle Merian, het rupsenhuis. Sibylla was kunstenares en entomologe die planten en insecten bestudeerde en daar gedetailleerde tekeningen van maakte.
Sibylla is als een voorbeeld voor Jael, door haar is Jael in aanraking gekomen met de rupsen en hun metamorfosen. Het tekenen van de verschillende levensstadia, van rups tot pop tot vlinder, is haar passie geworden. Ze wil hierin net zo goed worden als Sibylla.
Het verhaal begint als Jael samen met haar man Leib, tegen haar zin in, uit Amsterdam per boot hals over kop vertrekt naar Franeker. Het lijkt of ze vluchten, maar vluchten waarvoor?
Jael hecht veel waarde aan de Joodse tradities en die kunnen zij in Friesland niet nakomen. De drang om terug te keren wordt alleen maar groter, ook omdat ze haar familie en het rupsenhuis mist.
Maar een vrouw mag in die tijd niet alleen reizen en men heeft dan ook nog een reisbrief nodig.
Op aanraden van Sibylla is ze meegegaan zodat ze dan wat zaken voor haar kon regelen, als Jael dat heeft gedaan stelt ze alles in het werk om zo snel mogelijk terug te reizen, hetzij met of zonder haar man Leib. Maar of dit gaat lukken?
Het boek telt 335 bladzijden, is verdeeld in 33 hoofdstukken en in korte zinnen vertelt een zij-verteller het verhaal van Jael. Door het gebruik van flashbacks worden de huidige keuzes begrijpelijker.
Er komen pareltjes van beeldspraak voorbij. In plaats van vlinders in de buik heeft Jael last van rupsen. Quote: “Het lijkt wel of er een nest rupsen in haar buik wriemelt.” Of “…met zoveel ringen aan zijn vingers dat hij zou zinken als een baksteen wanneer hij in de gracht zou vallen.”
Tijdens het lezen kom je veel te weten over verschillende geloofsovertuigingen (het jodendom versus gereformeerden), over de leefgemeenschappen in die tijd, verschil tussen arm en rijk en zeker ook het verschil tussen man-zijn of vrouw-zijn.
Er worden Joodse en Friese woorden en gezegdes gebruikt die in een woordenlijst achterin het boek worden verklaard. Tevens is achterin het boek een historische verantwoording toegevoegd.
Het boek is uitgegeven door Mozaïek.
Jeanine de Vries
Geboren in de Achterhoek (1979), derde telg in een gezin met vijf kinderen.
Ze ging naar de School voor Journalistiek in Ede. Ging na het behalen van haar diploma als (freelance) tekstschrijver aan het werk. Werkt momenteel in de bibliotheek van Harlingen, woont met haar gezin in Herbaijum in Friesland.
Eerder schreef ze al drie historische romans, een YA en een non-fictie boek en in diverse verhalenbundels onder de auteursnaam NINE de Vries.
Sibylla is als een voorbeeld voor Jael, door haar is Jael in aanraking gekomen met de rupsen en hun metamorfosen. Het tekenen van de verschillende levensstadia, van rups tot pop tot vlinder, is haar passie geworden. Ze wil hierin net zo goed worden als Sibylla.
Het verhaal begint als Jael samen met haar man Leib, tegen haar zin in, uit Amsterdam per boot hals over kop vertrekt naar Franeker. Het lijkt of ze vluchten, maar vluchten waarvoor?
Jael hecht veel waarde aan de Joodse tradities en die kunnen zij in Friesland niet nakomen. De drang om terug te keren wordt alleen maar groter, ook omdat ze haar familie en het rupsenhuis mist.
Maar een vrouw mag in die tijd niet alleen reizen en men heeft dan ook nog een reisbrief nodig.
Op aanraden van Sibylla is ze meegegaan zodat ze dan wat zaken voor haar kon regelen, als Jael dat heeft gedaan stelt ze alles in het werk om zo snel mogelijk terug te reizen, hetzij met of zonder haar man Leib. Maar of dit gaat lukken?
Het boek telt 335 bladzijden, is verdeeld in 33 hoofdstukken en in korte zinnen vertelt een zij-verteller het verhaal van Jael. Door het gebruik van flashbacks worden de huidige keuzes begrijpelijker.
Er komen pareltjes van beeldspraak voorbij. In plaats van vlinders in de buik heeft Jael last van rupsen. Quote: “Het lijkt wel of er een nest rupsen in haar buik wriemelt.” Of “…met zoveel ringen aan zijn vingers dat hij zou zinken als een baksteen wanneer hij in de gracht zou vallen.”
Tijdens het lezen kom je veel te weten over verschillende geloofsovertuigingen (het jodendom versus gereformeerden), over de leefgemeenschappen in die tijd, verschil tussen arm en rijk en zeker ook het verschil tussen man-zijn of vrouw-zijn.
Er worden Joodse en Friese woorden en gezegdes gebruikt die in een woordenlijst achterin het boek worden verklaard. Tevens is achterin het boek een historische verantwoording toegevoegd.
Het boek is uitgegeven door Mozaïek.
Jeanine de Vries
Geboren in de Achterhoek (1979), derde telg in een gezin met vijf kinderen.
Ze ging naar de School voor Journalistiek in Ede. Ging na het behalen van haar diploma als (freelance) tekstschrijver aan het werk. Werkt momenteel in de bibliotheek van Harlingen, woont met haar gezin in Herbaijum in Friesland.
Eerder schreef ze al drie historische romans, een YA en een non-fictie boek en in diverse verhalenbundels onder de auteursnaam NINE de Vries.
1
Reageer op deze recensie