Luchtig, rauw en plezant
Schilderen, muziek en schrijven; het zijn de drie passies van Jonah Falke (1991). Geboren in Ulft, een plaatsje in de provincie Gelderland, vertrok hij naar Enschede om fine art painting te studeren. Na zijn studie werd hij – hoe kan het ook anders - schilder en speelde hij als frontman in zijn band Villa Zeno. Zijn liefde voor de kunst en het vertrekken naar een grote stad heeft Falke verwerkt in zijn debuutroman Bontebrug.
Robert Lowenthal groeit op in het Achterhoekse ‘rooie dorp’ Bontebrug; “een dorp dat vergeten tussen een paar weilanden aan de Duitse grens ligt.” De landelijke contreien en de heersende no-nonsense cultuur zorgen voor een avontuurlijke jeugd, vol kattenkwaad, ontdekkingen en hard werken. “De bevolking vergrijst want de jongeren trekken er weg. Er is geen trein, er komt zelden een bus en van wat er zicht in de rest van het land afspeelt heeft men geen flauw benul.” Toch kiest Robert, geheel tegen de dorpstradities in, voor een studie in het verre Amsterdam. Hij kiest voor een studie kunst aan de Rietveld Academie en betrekt een huurkamer in het centrum. De studie is geheel zijn ding, onder leiding van schilderlegende Josef Dietz groeit hij uit tot een bijzondere leerling. Maar aan het leven in de grote stad moet hij wennen. Zijn relatie met de mooie Brona en zijn vriendschappen met enkele medestudenten helpen hem niet zijn twijfels weg te nemen. Heeft hij een goede stap gezet door uit Bontebrug te vertrekken en te kiezen voor een stadsleven, gestuwd door zijn ambities?
Bontebrug is een amusant debuut dat voor enkele uren vermaak zorgt. De korte hoofdstukken leiden je langs leuke belevenissen en anekdotes. Het poepen in een pizzadoos of het op handen en voeten oprapen van glasscherven in een druk Amsterdams restaurant zijn twee van de talloze komische ervaringen die Robert meemaakt. Hij lijkt het naar zijn zin te hebben, maar diep vanbinnen kent hij twijfels en vraagt hij zich af of hij in Amsterdam wel op zijn plek zit.
Met losse flarden van momenten uit zowel het heden als het verleden beschrijft Falke de sporen van Robert, zonder een heldere opbouw. Het ontbreken van een plotlijn is niet per se storend, want ook zonder duidelijke richting leest de roman lekker door. Toch had het verhaal meer diepgang gekregen als er iets meer structuur was aangebracht. De rauwe schrijfstijl heeft enige overeenkomsten met Herman Brusselmans; liefhebbers van hem zullen Falkes werk dan ook zeker kunnen omarmen. De hak-op-de-tak verteltrant, de absurde, soms vulgaire situaties en de bijzondere karakters, die de verschillen tussen de Achterhoek en het stadse Amsterdam goed illustreren.
Jeugdvriend Bertje is een typische dorpsbewoner; in zijn leren jack, een sigaret in de mondhoek, scheurt hij met zijn Zündapp-schakelbrommer langs de weilanden, voor de lol of op weg naar schuurfeesten. Het platte accent van Bertje weet Falke op een treffende manier uit te drukken. “Godomme-naan-toe! […] Das me een pokke end, joh […]”. En dan is daar huisgenoot Ilias Dali, een voormalig soldaat in het leger van Israël die zich het liefst bezighoudt met schietspelletjes en keiharde muziek. Ook Josef Dietz is een figuur apart. Hoewel Robert tegen de schilderdocent opkijkt en zelfs gelijkenissen ziet, vindt hij het ook een vreemd persoon: “Zijn hoofd is net iets te bruin voor de tijd van het jaar en zijn tanden net iets te wit voor een kettingroker. De roem is hem niet naar het hoofd gestegen maar zijn hoofd wel naar de roem." Kleurrijke personages die het verhaal een genoeglijke schwung geven.
Al met al is Bontebrug een goed geschreven expositie, waarbij Falke op een hilarische manier de verschillen tussen de Achterhoek en Amsterdam toont. Luchtig, rauw en plezant.
Reageer op deze recensie