Kleine levens waarin groot wordt gedacht
Men zal Wim Daniëls (1954) voornamelijk kennen als columnist bij Spijkers met koppen of als taaldeskundige in diverse actualiteitenprogramma’s. Maar wie zijn website bezoekt, zal merken dat Daniëls een heuse duizendpoot is. Hij geeft taalhulp, houdt lezingen, is te boeken als gespreksleider en heeft zelfs een bordspel gemaakt. Maar bovenal is hij schrijver. Woordenboeken, boeken over taal, jongerenromans, informatieve jeugdboeken; allen zijn eens voortgevloeid uit Daniëls’ pen. Zijn meest recente pennenvrucht is De tambour-maître, een korte verhalenbundel, verschenen bij uitgeverij Thomas Rap.
In de diverse verhalen vertelt Daniëls over normale mensen, personen zoals jij en ik, die hun alledaagse dingen doen in een voor hen bijzondere wereld. Juist deze schijnbaar gewone bezigheden maken de verhalen buitengewoon. Terugkerende thema’s zijn dan ook de doodgewone levens die extravagant worden beleefd. Door de zoon van een hardwerkende fabrieksarbeider bijvoorbeeld, die er na jaren achter komt dat zijn vader weleens gestorven kan zijn aan de gevolgen van het jarenlang werken met zoutzuur en hier een rechtszaak van maakt. Of de zwemmer die het begrip ‘vrije slag’ letterlijk neemt en een nieuwe ‘slagtechniek’ hanteert. En wat te denken van Sjef de bandenplakker die – nu de fietsbanden- en paden van een goede kwaliteit zijn – besluit te stoppen met het repareren van fietsen en geen idee heeft wat hij verder met zijn eenzame leven aan moet.
Kleine levens waarin groot wordt gedacht. Individuen die leven om de wereld waarin ze zich bevinden te ontdekken. De verhalen zijn ontroerend, zoals het verhaal ‘Lilian’; komisch, zoals het titelverhaal of bizar, zoals ‘Flebile ludibrium’, over een man met een fascinatie voor fl-woorden. Maar niet alle verhalen in de bundel zijn even sterk. Zo kan je je afvragen met welke reden of welk doel het verhaal ‘Parmantig’ is geschreven.
Goede, korte verhalen kenmerken zich door de wens dat het verhaal langer had moeten zijn. Dat het verhaal door had moeten gaan waar het – soms abrupt – eindigt. Die gedachtes spelen ook bij enkele verhalen in De tambour-maître. Hoe gaat het bijvoorbeeld verder met de jonge tambour-maître die altijd naast de fanfare meeloopt? Of met Ramses, die een moord op zijn leraar Nederlands beraamt?
Er is zelfs één verhaal dat veel ruimte laat voor een prachtige romanvertelling. In ‘Een boekenleven’ wordt verteld over bibliothecaris en manuscriptenverzamelaar Arlenius die in een Beiers klooster op zoek is naar enkele oude manuscripten. In de abdij wordt hij verliefd op een vrouw, wat uiteindelijk op niks uitloopt, maar waar hij jaren later nog naar terugverlangt. Het verhaal speelt zich af in de 15e eeuw en toont het schrijftalent van Daniëls. Hij wekt verlangen naar meer. Dit is nu zo’n verhaal waar je direct in wordt gezogen, als in een zeepbel, maar die vervolgens plots uit elkaar plopt. Een goed, kort verhaal dus.
Wim Daniëls schrijft in een eenvoudig proza, gemakkelijk te begrijpen en daardoor toegankelijk voor iedereen. De kunst in dit soort bundels is om de lezer direct te pakken; om ze in een kort tijdsbestek aan het verhaal te binden. Daniëls beheerst die vaardigheid. Geen rare uitweidingen of onzinnige zinnen, maar precies dat vertellen wat nodig is.
Het ontbreken van diepgang, een volledige uitwerking van personages en de simpliciteit van enkele verhalen moeten door de vingers worden gezien, want De tambour-maître is gewoon een leuke bundel, vol uiteenlopende vertellingen in verschillende tijdsperiodes. De tambour-maître doet je even verdwijnen in het bestaan en dromen van iemand anders en laat je genieten van de kleine dingen in het leven.
Reageer op deze recensie