Een noodzakelijk betoog
Wanneer de op leeftijd zijnde Wies Beekman na een ongelukkige val haar arm breekt, belandt zij in een gestuurd traject van ziekenhuizen, dokterspraktijken en zorginstellingen, daarbij gesteund door haar zoon Joost. Het proces waar normaal gesproken niet of nauwelijks bij wordt stilgestaan en gedwongen wordt ondergaan, wordt minutieus tegen het licht gehouden in De val van mijn moeder, een relaas van het alter ego van schrijver Ernst Timmer (1954).
Timmer werd voor eerder werk meerdere keren genomineerd voor diverse Literatuurprijzen. Met de roman De stille omgang haalde hij zelfs de shortlist van de Libris Literatuurprijs. Naast schrijver werkt hij als ambulant begeleider in de gehandicaptenzorg. In De val van mijn moeder schrijft Timmer pijnlijk herkenbaar over de aftakeling van het ouder worden en de ongewenste, maar noodzakelijke zorg die daarmee gepaard gaat. In korte hoofdstukken, vol geestigheid en kleurrijke personages, vertelt hij over het parcours dat ze moeten afleggen om zijn moeder, die zich van geen kwaad bewust is, de juiste zorg te verlenen.
Zijn moeder was een optimist, altijd positief om de ‘lelijke’ dingen in het leven te verbloemen. “Er zijn zo veel mooie dingen was een bezweringsformule, een antidepressivum dat ze minstens driemaal daags moest nemen.” Bij onrecht klonk standaard haar jammerklacht: “waarom nou toch?” Zo ook bij haar armbreuk, waarna ze de kreet meermaals uitroept. Deze opmerking vloeit voort uit het feit dat ze altijd voor anderen heeft gezorgd en het moeilijk kan verkroppen dat anderen nu voor haar moeten zorgen. Zoon Joost ondergaat het met haar, maar staat wat gereserveerder in het leven en kijkt dus anders tegen de verplichte protocollen aan.
Tussen de komische noten klinkt dan ook vaak de bittere ernst. De bureaucratie van de zorg verwordt soms tot een doolhof. Men wordt letterlijk van het kastje naar de muur gestuurd in een web van formulieren, afspraken, ongenode formaliteiten en beloftes. De ene zorgverlener is niet op de hoogte van de gemaakte afspraken van de ander en er worden argeloos loze beloftes gedaan. Het leidt tot ergernis en ongeloof, iets wat volledig te begrijpen is.
Timmer beschrijft het op een doeltreffende manier die de lezer weet te raken. Het verhaal bevat zulke herkenbare situaties dat je jezelf af en toe betrapt op gevoelens en emoties die de hoofdpersoon op dat moment ook heeft. Tussendoor maken de eigenwijze en vaak droge opmerkingen van mevrouw Beekman je weer aan het lachen, evenals haar koppige acties. Zoals de keer dat ze besluit een ommetje te maken, maar vervolgens verdwaalt en door een wandelend stel bij toeval op de rijweg wordt ontdekt. “Ach ja, een mens wil weleens de benen strekken,” is haar nuchtere reactie.
Met De val van mijn moeder schrijft Timmer een noodzakelijk betoog, waarmee hij nu en dan een gevoelige snaar aantikt. Tevens is het een hommage aan zijn moeder; een vrouw die ongetwijfeld het hart van veel lezers zal stelen. Het is een zorgelijk, aandoenlijk en schrijnend verhaal dat gelukkig wordt verteld met de nodige humor en cynisme. Een aangrijpende herkenning voor eenieder die zich in dezelfde situatie bevindt of dit al eerder heeft meegemaakt en een verhelderende vooruitblik voor allen die dit nog te wachten staat.
Reageer op deze recensie