Een roman vol met passie
“Als je van een relatie verlangt dat die je rust brengt, loop je het risico te berusten in iets wat je onrustig maakt. Want als zij me die rust brengt, heeft zij ook de macht om die van me af te pakken.”
Aldus Fender, een jonge dertiger, vernoemd naar een gitaarmerk en eigenaar van een ‘op-sterven-na-dode-videotheek’. Zijn leven zal voor de meeste mensen saai overkomen, daar zijn bestaan draait om films en het zoeken naar bewijs dat Elvis nog leeft. Zelf vindt hij het allemaal wel prima; na het overlijden van zijn vader en de breuk met zijn ex, is af en toe een borrel drinken met zijn beste (en enige) vriend Philip meer dan genoeg voor hem.
Hoe tegenovergesteld is het leven van de bloedmooie Lisa. Feesten, gekkigheid, vrienden, seks, drank en drugs zijn de pijlers van haar bestaan. Zonder kan ze niet. Haast flierefluitend dartelt ze door het leven, hoewel enige ambitie bij haar ontbreekt. Ze wil actrice worden, maar echt moeite doet ze er niet voor. Wanneer de twee tegenpolen – want zo kan je ze wel noemen – elkaar tegenkomen en er gevoelens voor elkaar ontstaan, bloeit Fender op en kruipt hij uit zijn schulp, terwijl Lisa juist getemd wordt en inziet dat Fender rust met zich meebrengt. Een onstuimige, vurige relatie is geboren; een liefde, stormachtig en verheven met tegenstellingen. Hoelang houdt dat stand?
Met Ik zie je schrijft de Leidse Matthijs Kleyn (1979) een uiterst boeiende roman. Na het veelgeprezen Vita is dit zijn tweede boek; Kleyn - naast auteur vooral bekend als televisiemaker - vertelt hierover in een interview: “ze zeggen dat je pas een schrijver bent als je tweede boek ook een succes is.” De conclusie na het lezen van zijn tweede is dat we hem vanaf nu, volgens zijn eigen woorden, dus een schrijver mogen noemen. Ik zie je is zeer zeker een succesvol vervolg dat schreeuwt om een verfilming.
Kleyn schrijft in een fijn leesbare stijl met veel dialoog. Hij is goed op de hoogte van de moderne thema’s, zoals drugs (“even snel een nakkie nemen”), vreemdgaan en jezelf verliezen in blinde harstocht. Met veel overtuiging verwoordt hij dit op papier en bevindt hij zich op hetzelfde ‘level’ als Fender en Lisa. De tegenstellingen in hun relatie zijn opmerkelijk. Lisa wil haar geld verdienen op een podium, Fender zit dagelijks achter een balie. Lisa gaat graag de deur uit om te stappen, terwijl hij het liefst binnen is. Zij gebruikt veelvuldig drugs om te vluchten voor haar angsten, terwijl Fender daar niks van moet hebben, het haar zelfs verbiedt, maar haar telkens vergeeft, bang om haar te verliezen.
Hoewel hun karakters niet altijd klikken, is hun liefde onvoorwaardelijk. Er is zowel plaats voor humor en sensualiteit, als ook voor ontroering, woede en verbijstering. Op sommige momenten zou je tegen Fender willen roepen: 'man, stop er toch mee, ze past niet bij je, ze is je niet waard!', terwijl er ook momenten zijn waarop je hem een zetje in de juiste richting wil geven en hem uit zijn saaie leven wil rukken.
“Waarschijnlijk benijd ik haar vrijheid. Omdat ik altijd controle wil houden en zij die gewoon durft te laten gaan. Maar als zij de controle kan verliezen, zal ik die móéten behouden. Voor ons allebei. Want er mag niets met haar gebeuren.”
Ik zie je is een roman vol met passie. De haast onmogelijke liefde tussen Fender en Lisa is de rode draad, maar daarnaast kent het verhaal ook veel passie voor films, voor muziek en zelfs voor drugs. Het is een heerlijke roman, waarbij Kleyn op het eind nog met een verrassende ontknoping komt, waarmee hij bewijst dat liefde zeker niet eindig is.
Reageer op deze recensie