Negen voortreffelijke portretten
Wat betekent het om in deze tijd een man te zijn? Het is de centrale vraag in de nieuwe roman van David Szalay (1974), de Londense schrijver van de romans Spring, The Innocent en London and the South-East. In eigen land wordt hij door de grote media opgemerkt als veelbelovend talent. En met Wat een man is lost hij deze verwachtingen volledig in. Hij wordt beladen met lovende kritieken en het boek belandde op de shortlist van de prestigieuze Man Booker Prize 2016.
Negen verhalen, negen verschillende (jonge)mannen in diverse fases van hun leven, ieder ongeveer met een leeftijdsverschil van zeven jaar. Van twee studerende vrienden die met Interrail een tocht door Europa maken tot een drieënzeventigjarige man die zijn ouderdom zelf niet wil erkennen, maar dagelijks de bijbehorende kwaaltjes ondergaat; allen bieden een tragikomische blik op wat het betekent om een (blanke) man te zijn. Via de verandering van de seizoenen – van de lente tot de winter – volgen we de negen mannen. Bernard is een aan de universiteit afgestudeerde nietsnut, die door zijn lakse houding niet zijn beoogde toekomst nastreeft. Hij besluit om in zijn eentje op vakantie naar Cyprus te gaan, alwaar hij met twee mollige vrouwen de nodige activiteiten beleeft. Of Kristian, adjudant-redacteur en een trouwe, liefhebbende vader die nog nooit een ochtend heeft overgeslagen waarop hij zijn kids naar school brengt. Hij ontdekt een schandaal over de Minister van Defensie en reist naar Malaga om hem daarmee te confronteren.
De hoofdrolspelers zijn mannen met een rijk karakter. Of het nu pompeuze studenten, midlifers, een in het slop rakende miljonair of een gepensioneerde ambtenaar betreft; het zijn allen types met hun eigen sores. Alsof ze boven de wereld zweven, kijken ze naar beneden en aanschouwen hun eigen leven. Voor de jonge hoofdrolspelers is het de vraag of ze momenteel hun ambities aan het verwezenlijken zijn of dat ze daar een andere weg voor moeten inslaan. Voor de ouderen geldt: had het anders gekund? Welke paden hebben ze misgelopen en welke mogelijkheden hebben ze laten schieten? Terwijl ze deze – soms filosofische – overpeinzingen hebben, draait hun huidige leven gewoon verder en komen ze voor nieuwe beslissingen te staan. Dit contrast wordt treffend opgetekend door Szalay, die met een poëtische schrijfstijl een alledaagse werkelijkheid en een zekere urgentie creëert.
Elk verhaal kent haar eigen sfeer. De personages moeten ieder afzonderlijk hun dilemma’s verwerken, ieder op hun eigen typerende manier, uniek dus, maar herkenbaar. Typisch mannelijke trekjes, zoals zelfverzekerdheid, jaloezie, machtsvertoon, humor, maar ook terneergeslagenheid en verdriet komen in de korte verhalen in Wat een man is naar voren. Een knappe prestatie van Szalay om dit in hoogstens zeventig bladzijdes per verhaal zo gedetailleerd en overtuigend te presenteren.
Ook de moderne Europese steden komen tot leven in de verhalen. Of het zich nu in Italië, België of Denemarken afspeelt, Szalay kent de culturen, de uiterlijkheden en de omgangsvormen en geeft de verhalen op deze manier een beeldend decor. Dat de steden telkens als toevluchtsoorden worden ‘gebruikt’, maakt het extra interessant. Welke eigenschappen van de betreffende stad helpen de personages te begrijpen wat de zin is van het leven? Is de omgeving bepalend voor verandering in hun doen en laten? Feit is dat de Europese landen een verbindende factor zijn in de verhalen en juist deze boodschap maakt Wat een man is een uitermate actueel boek.
“In schaduwen gehuld overdenkt hij met schaamte en treurnis zijn eigen leven, zijn eigen dingen, zijn eigen zielige genoegens.”
Misschien omdat het zo gewoon lijkt, valt het niet op hoe bijzonder de eenentwintigste-eeuwse mannelijkheid is, in een wereld vol verplichtingen en verwachtingen. David Szalay illustreert dit op een confronterende manier en schetst negen voortreffelijke portretten. “Amemus eterna et non peritura. Laat ons liefhebben wat eeuwig is en niet wat vergankelijk is.”
Reageer op deze recensie