Een open en persoonlijk verhaal over een bijzondere jeugd
Henk van Straten (1980) kende een bijzondere jeugd. Hij werd geboren in Rotterdam, in het flatje van zijn vader. Henk is de vierde zoon van zijn moeder en groeide op met drie oudere halfbroers uit een eerdere relatie van haar. Doordeweeks woont hij met zijn moeder en drie (stief)broers – B1, B2 en B3 genoemd – in Eersel, waar zijn stiefvader woont, in het weekend is hij bij zijn eigen vader in Rotterdam.
Nu kennen wij Van Straten voornamelijk van zijn scherpe, humoristische columns in o.a. De Volkskrant en De Correspondent. Ook schreef hij een roman, Bidden en vallen. In het biografische Wij zeggen hier niet halfbroer leren we Van Straten pas echt goed kennen. Een onwijs prettige kennismaking met de man die door zijn broers ‘bastaard’ en ‘koekoeksjong’ wordt genoemd.
In Wij zeggen hier niet halfbroer put Van Straten uit een vat vol bijzondere anekdotes met handvatten waar hij zichzelf mee terug het verleden in trekt. Deze boeiende ervaringen deelt hij open en eerlijk met zijn lezers. Van jongensachtige plagerijen tussen zijn broers en hem tot indrukwekkende gabberfeesten die gepaard gaan met een flinke dosis drugsgebruik; het zijn stuk voor stuk amusante – soms aangrijpende – stukjes. Tussendoor lezen we hoe Henk als vader zijnde deze belevenissen en ondervindingen in het hier en nu reflecteert op zijn eigen zoon.
Naast de vrolijke, soms bizarre kwesties vormt de individuele ontdekkingstocht van de auteur de rode draad in het verhaal. Hij worstelt met zijn identiteit en weet door alle invloeden en situaties van buitenaf niet goed welke richting hij zelf op moet gaan. Hij vervalt vaak in eenzaamheid, dat hij al op jonge leeftijd weet op te vullen met drank en drugs. Het is ook via deze middelen dat hij in contact komt met mensen die dezelfde interesses hebben als hij, al worstelt hij nog altijd met zijn persoonlijkheid.
“Ik heb nooit begrepen wat mensen bedoelen als ze zeggen: ‘Je moet gewoon jezelf zijn.’ Wat als jezelf iemand is zonder vaste identiteit, zonder pasklaar en onafhankelijk gedrag dat overal kan worden ingezet? Iemand die iedere keer opnieuw gestalte moet krijgen.”
Van brutaal, aftastend jongetje naar een metalhead; Henk wil ergens bij horen. Zijn muzieksmaak loopt parallel aan die ontdekkingstocht. Van punk naar hardcore naar hiphop, waar hij zich laat meevoeren in de fantasie en de betekenis van de teksten en de melodie. Op een nuchtere manier deelt hij de fascinerende aspecten van zijn zoektocht naar persoonlijkheid. Daarbij beschrijft hij de ‘magische rituelen van volwassenen’ op een komische wijze, dat menigmaal zorgt voor een gniffel tijdens het lezen.
De genegenheid die hij voor zijn moeder heeft, maar ook het medelijden met haar eenzaamheid, gevangen tussen twee mannen, tussen twee gezinnen, zijn emoties die van Straten telkens aanhaalt. Het is voelbaar en tastbaar. Ook de relatie met zowel zijn stiefvader - een dikke man met sigaar, zittend aan de keukentafel - zijn vader en zijn (stief)broers worden op een toegankelijke manier beschreven. Het zal een feest der herkenning zijn voor hen die hem liefhebben, wanneer zij ‘Henkies’ boek lezen. Maar wellicht ook een confrontatie met hun eigen verleden en de onopgesmukte visie van de auteur daarop. Het is knap hoe Van Straten de lezers meesleept en van dichtbij laat meemaken hoe hij zijn jeugd heeft beleefd.
Wij zeggen hier niet halfbroer is een open en persoonlijk verhaal over een bijzondere jeugd, de aftastende ontwikkeling van een gevoelige jongen die uiteindelijk uitgroeit tot een kunstenaar, net als zijn vader. Henk van Straten is een groot talent en een unieke stem tussen de vele jonge, moderne schrijvers die ons land kent. Laat een volgende roman maar komen!
Reageer op deze recensie