Lezersrecensie
Mens en natuur zijn literair verbonden
Mariken Heitman is schrijver en bioloog. De natuur is een steeds terugkerend element in haar boeken. Met haar tweede roman ‘Wormmaan’ won ze de Libris Literatuurprijs. De jury roemde het boek omdat het getuigt van ‘een groot intellect, psychologisch inzicht en literair meesterschap’.
Zelf zegt ze in een interview dat taal een gereedschap is om tot een dieper inzicht te komen. Elk boek bevat dan ook autobiografische elementen. In haar twee vorige romans ondergaat de hoofdpersoon een zoektocht naar ruimte voor haar identiteit, die ergens tussen man en vrouw zit. In deze roman krijgt het hoofdpersonage een chronische ziekte waar de auteur ook mee te kampen heeft.
In de mierenkaravaan beschrijft de auteur het leven van Kiek op het moment dat ze de diagnose van een chronische ziekte krijgt. We krijgen afwisselend een perspectief op de natuur in de tuin waar Kiek werkt, en een perspectief dat inzoomt op het hoofdpersonage en haar omgang met de diagnose die zich heeft gesteld.
De auteur gebruikt niet alleen prachtige gedetailleerde beschrijvingen van de tuintaferelen, maar ze weet eveneens de menselijke eigenheid in de tuin te verweven. De natuur en de mens zijn in dit boek ook literair met elkaar verbonden. Enerzijds door de personificatie van dieren en groenten (vb. vogels die fluiten uit plichtsbesef en niet uit een overdosis geluk), anderzijds door de natuur op de mens te betrekken aan de hand van metaforen. Wat een mooie wisselwerking tussen beide. Er zit ook een enorme rijkdom in het onuitgesprokene.
Het boek vraagt tijd om het tot zich te laten nemen, net zoals een chronische ziekte tijd vraagt om het een plaats te geven.
Zelf zegt ze in een interview dat taal een gereedschap is om tot een dieper inzicht te komen. Elk boek bevat dan ook autobiografische elementen. In haar twee vorige romans ondergaat de hoofdpersoon een zoektocht naar ruimte voor haar identiteit, die ergens tussen man en vrouw zit. In deze roman krijgt het hoofdpersonage een chronische ziekte waar de auteur ook mee te kampen heeft.
In de mierenkaravaan beschrijft de auteur het leven van Kiek op het moment dat ze de diagnose van een chronische ziekte krijgt. We krijgen afwisselend een perspectief op de natuur in de tuin waar Kiek werkt, en een perspectief dat inzoomt op het hoofdpersonage en haar omgang met de diagnose die zich heeft gesteld.
De auteur gebruikt niet alleen prachtige gedetailleerde beschrijvingen van de tuintaferelen, maar ze weet eveneens de menselijke eigenheid in de tuin te verweven. De natuur en de mens zijn in dit boek ook literair met elkaar verbonden. Enerzijds door de personificatie van dieren en groenten (vb. vogels die fluiten uit plichtsbesef en niet uit een overdosis geluk), anderzijds door de natuur op de mens te betrekken aan de hand van metaforen. Wat een mooie wisselwerking tussen beide. Er zit ook een enorme rijkdom in het onuitgesprokene.
Het boek vraagt tijd om het tot zich te laten nemen, net zoals een chronische ziekte tijd vraagt om het een plaats te geven.
3
Reageer op deze recensie