Meer dan 6,1 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Eenvoudig maar waardevol

MaesInge 08 januari 2025
Paul Verhaghe is een psycholoog en psychoanalyticus die reeds meerdere boeken en essays schreef. In dit korte essay bespreekt hij de evolutie op de zienswijze van de vraag ‘Wie ben ik?’. Het start met de spreuk ‘ken jezelf’, ingeschreven op het fronton van de tempel van Apollo in Delphi. Je geschiedenis bepaalt wie je bent en daarom is zelfonderzoek en zelfkennis belangrijk.

Omdat dit behoorlijk beperkend werkt (te determinerend), werd overgestapt naar de boodschap ‘word jezelf’. O.a. Friedrich Nietzsche verspreidde deze boodschap. Hieruit ontstaat het idee van het maakbaarheidsideaal ‘Yes we can’. Maar jezelf worden is niet zo eenvoudig als het lijkt omdat je identiteit gevormd wordt door onder andere verwachtingen vanuit de omgeving of maatschappij.
Om jezelf te worden moet je ballast van het zelf kunnen weg gooien. Zo komt de auteur tot de 3de visie ‘verlies jezelf’. We zijn in de kindertijd iemand geworden door stukken van anderen over te nemen en te herordenen tot een nieuw geheel. Soms moeten we illusies, beelden waarin we geloofden, keuzes die we dachten te kunnen maken, opgeven om daarna voor de eerste keer bewuste keuzes te maken. Dit omvat rouw en kan vermoeiend zijn. Maar ook dit blijkt niet zo eenvoudig als het lijkt. Echte bewustwording of verandering treedt niet zo snel op. De auteur ziet dat dit meestal wel mogelijk is na een crisisperiode.
Dit eerste deel is heel duidelijk, overzichtelijk en helder geschreven, ook al is het gereduceerd tot een behoorlijk vereenvoudigd overzicht. Het deel houdt stand en heeft z’n waarde.

In een tweede deel heeft Paul Verhaeghe het over ‘mijn intiemste vreemde’. Hij toont op realistische en soms ludieke manier aan hoe we (onbewust) geleid worden door onze angsten, driften en verlangens, zowel in de manier hoe we ons gedragen ten opzichte van onszelf als naar de anderen toe. Zelfkennis daaromtrent kan eventueel leiden tot zelfrelativering en mededogen voor elke partij.
De auteur beschouwt de mens als een huis met een onderbouw (het lichaam en een bovenbouw (identiteit). De onderbouw bestaat uit twee stabiele kenmerken: het temperament en onze basishouding tot anderen (nabijheid zoekend of afstand houdend). Zij regelen de omvang en de snelheid van energie en de energie-uitwisseling.
Waar de onderbouw duurzaam is, ontbreekt dit bij de bovenbouw. De identiteit is een weerspiegeling van tijdsgebonden idealen waardoor het sneller kan leiden tot een crisis met de vraag ‘wie ben ik écht’, omdat rolpatronen en dwingende idealen als vervreemdend ervaren kunnen worden. Deze vervreemding veroorzaakt een ziekmakend lichaam en stress gerelateerde aandoeningen. De huidige vervreemding kent zijn oorsprong in het dwingende ideaal van steeds meer produceren en consumeren waarbij mensen gereduceerd worden tot kapitaal.
Dit tweede deel start bijzonder simplistisch met een bijna anekdotische verwijzing naar de machtsverhoudingen tussen beide seksen. Maar het wint (gelukkig) opnieuw aan kracht bij de bespreking van de duo-eenheid identiteit-lichaam.

Het derde en laatste deel is veel technischer en vraagt een grotere focus. Hij start met de tweeledigheid: het verlangen naar versmelting met de ander en het verlangen naar loskomen van de ander. Het eerste verlangen veroorzaakt verhoging en versnelling van energie. Hierbij maakt de auteur een vergelijking met de thermodynamica en grijpt hij zelfs even naar de evolutieleer van Darwin. Dit stuk zal wellicht niet iedereen evenzeer aanspreken maar toch vormt het een interessant uitgangspunt. Hij maakt de vergelijking om aan te tonen dat na deze groei van energie ook ontlading nodig is. Dit verwijst naar het verlangen om los te komen van de ander.
Zo komen intieme verbondenheid en individuele autonomie in een ander daglicht te staan. Hij denkt hierbij aan de mogelijkheid dat het ik zich eerst zal moeten losmaken uit het geheel om vervolgens terug te keren naar een groter geheel. Vanaf dit punt loopt de auteur enigszins vast in de vraag hoe hij dit kan koppelen aan de maatschappij waarbij nét het uitgangspunt van verbinding centraal lijkt te staan. Omdat hij het idee van loskomen van de ander moeilijk kan inkoppelen, beschouwt hij ‘het loskomen van de ander’ uiteindelijk als een ontsnapping uit de beperktheid van het lichaam en het leven, wat zich voor hem concreet vertaalt in de dood.

Het boek leest ontzettend vlot en aangenaam zonder gebruik te maken van een aparte woordenschat waar filosofen soms graag gebruik van maken. De opbouw is overzichtelijk en verhelderend. Inhoudelijk geeft hij een duidelijke visie weer met een mogelijk nieuwe benadering tussen individuele autonomie en intieme verbondenheid. De stijl en inhoudelijke meerwaarde hebben me overtuigd om nog ander werk van deze auteur te lezen.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van MaesInge

Gesponsord

Het waargebeurde oorlogsverhaal van een Joodse kleermakersfamilie. Een nieuw spraakmakend boek van Frank Krake. Schrijf je nu in voor de Hebban Leesclub.