Lezersrecensie
Waardevol maar soms té filosofisch
Joke Hermsen is een Nederlandstalige schrijfster en filosofe. In haar publicaties heeft ze het vaak over het verschil tussen de kloktijd en de innerlijke tijd. In dit essay over melancholie komen er ook regelmatig verwijzingen naar tijd.
Melancholie kan omschreven worden als ‘verdriet dat licht geworden is’, en omvat meestal een verlies waarvan men niet altijd kan zeggen wat er juist ontbreekt. Terwijl melancholie door de eeuwen heen gepaard ging met troost of hoop, of vergezeld ging van schoonheid of vreugde, lijkt dit onderdeel in onze tijdsgeest verloren te gaan. Het is nochtans de hoop, volgens de auteur, die kan aanzetten tot creativiteit of iets nieuws.
Melancholie lijkt steeds vaker uit te monden in een depressie waarbij neerslachtigheid, angst en machteloosheid de bovenhand nemen, in plaats van hoop. Daardoor lijken we in een bepaald opzicht meer van onszelf te vervreemden.
De auteur maakt als het ware een onderscheid tussen de pathologische melancholie waarbij men rouwt om een abstract verlies en van zichzelf vervreemdt, gevoed door de tijd waarin we leven; en anderzijds de gezonde melancholie die kan leiden tot reflectie, mededogen en creativiteit.
In dit essay gaat ze dieper in op beide soorten, vraagt ze zich af waarom de ene soort overheerst in bepaalde sociaal-politieke omstandigheden, en wat we kunnen doen zodat mensen opnieuw over voldoende moed, weerbaarheid en hoop beschikken om niet te verglijden naar de pathologische variant.
Melancholie is van alle tijden en culturen en heeft te maken met een besef van tijd en eindigheid, met een terug kijken naar wat voorbij en verloren is. In het verleden kon melancholie voor een heropflakkering van kunsten en/of wijsheid zorgen.
In de loop van de 20ste eeuw wordt melancholie steeds vaker besproken onder de term depressie, waarbij het een hersenziekte wordt die bestreden moet worden met pillen (waarvan het nut meer en meer in vraag wordt gesteld). De pillen moeten ervoor zorgen dat de depressieve mens zo snel mogelijk terug een blijmoedig hardwerkende homo economicus kan worden om bij te dragen aan de heersende ideologie van het vrijemarktsdenken.
De auteur onderzoekt ook welk soort verlies kan leiden tot melancholie. Dit kan gaan van een abstract verlies dat niet benoemd kan worden, tot doodsangst, het verlies van geliefden maar het kan ook zijn ontstaan vinden in het verlies van de kindertijd. Het lijkt er op dat doodsangst bij veel filosofen aanwezig is.
Daarna bekijkt Joke J. Hermsen op welke manier we ervoor kunnen zorgen dat de gezonde melancholie de bovenhand kan nemen. Zo kan kunst een belangrijke bron zijn om creativiteit te scheppen, om zo uiting te geven aan de melancholie, zodat ze zich niet verder kan ontwikkelen tot de pathologische vorm van melancholie.
Kairos treedt dan op en zorgt voor een tijdsinterval dat inzicht, verandering of ommekeer kan brengen en die kans op het nieuwe kan de melancholie in balans houden. We kunnen deze momenten niet afdwingen, maar ons er wel voor open stellen door rust te nemen, onze aandacht te scherpen en stil te staan. Daarom kan kunst een louterende werking op ons hebben waardoor de negatieve gedachten ons niet langer belemmeren.
Wanneer we ons open stellen, moeten we afwachten, maar dat is niet evident in een tijd waarin alles sneller moet gaan. Tijd is een economische wetmatigheid geworden die het durven en mogen wachten behoorlijk in de weg is gaan zitten.
Bovendien kan kunst een nieuwe betrokkenheid met anderen creëren.
Liefde en kunst zijn echter onvoldoende. Er zijn ook maatschappelijke verbanden, verbindende verhalen en gemeenschappelijke idealen nodig om de melancholie in toom te houden. Anders dreigen mensen zich aan hun angsten vast te klampen en dreigt in het slechtste geval een morele depressie in de samenleving.
Ik las eerder het essay ‘Windstilte van de ziel’ van deze auteur. Dat essay was toegankelijker om te lezen dan dit boek. Sommige hoofdstukken bevatten een groter filosofisch jargon en eisen een behoorlijke abstract denkvermogen. Andere hoofdstukken zijn weer vlotter geschreven, waarbij ik meer toegang vindt tot het eigen leven.
Bij de té filosofische stukken blijf ik me afvragen waar de concrete toepasbaarheid blijft. Dan ontbreekt voor mij het menselijke aspect en lijkt het eerder op een spel om zo diep mogelijk in het verstand te graven waarbij de link met het échte leven toch even heel ver weg is.
Toch brengt de auteur veel waardevolle informatie aan door het begrip melancholie vanuit diverse invalshoeken te benaderen, ook al heeft ze de neiging om weinig ruimte over te laten voor een eigen interpretatie. Maar uiteindelijk is het aan de lezer zelf om te bepalen in hoever hij of zij mee gaat in haar betoog.
Melancholie kan omschreven worden als ‘verdriet dat licht geworden is’, en omvat meestal een verlies waarvan men niet altijd kan zeggen wat er juist ontbreekt. Terwijl melancholie door de eeuwen heen gepaard ging met troost of hoop, of vergezeld ging van schoonheid of vreugde, lijkt dit onderdeel in onze tijdsgeest verloren te gaan. Het is nochtans de hoop, volgens de auteur, die kan aanzetten tot creativiteit of iets nieuws.
Melancholie lijkt steeds vaker uit te monden in een depressie waarbij neerslachtigheid, angst en machteloosheid de bovenhand nemen, in plaats van hoop. Daardoor lijken we in een bepaald opzicht meer van onszelf te vervreemden.
De auteur maakt als het ware een onderscheid tussen de pathologische melancholie waarbij men rouwt om een abstract verlies en van zichzelf vervreemdt, gevoed door de tijd waarin we leven; en anderzijds de gezonde melancholie die kan leiden tot reflectie, mededogen en creativiteit.
In dit essay gaat ze dieper in op beide soorten, vraagt ze zich af waarom de ene soort overheerst in bepaalde sociaal-politieke omstandigheden, en wat we kunnen doen zodat mensen opnieuw over voldoende moed, weerbaarheid en hoop beschikken om niet te verglijden naar de pathologische variant.
Melancholie is van alle tijden en culturen en heeft te maken met een besef van tijd en eindigheid, met een terug kijken naar wat voorbij en verloren is. In het verleden kon melancholie voor een heropflakkering van kunsten en/of wijsheid zorgen.
In de loop van de 20ste eeuw wordt melancholie steeds vaker besproken onder de term depressie, waarbij het een hersenziekte wordt die bestreden moet worden met pillen (waarvan het nut meer en meer in vraag wordt gesteld). De pillen moeten ervoor zorgen dat de depressieve mens zo snel mogelijk terug een blijmoedig hardwerkende homo economicus kan worden om bij te dragen aan de heersende ideologie van het vrijemarktsdenken.
De auteur onderzoekt ook welk soort verlies kan leiden tot melancholie. Dit kan gaan van een abstract verlies dat niet benoemd kan worden, tot doodsangst, het verlies van geliefden maar het kan ook zijn ontstaan vinden in het verlies van de kindertijd. Het lijkt er op dat doodsangst bij veel filosofen aanwezig is.
Daarna bekijkt Joke J. Hermsen op welke manier we ervoor kunnen zorgen dat de gezonde melancholie de bovenhand kan nemen. Zo kan kunst een belangrijke bron zijn om creativiteit te scheppen, om zo uiting te geven aan de melancholie, zodat ze zich niet verder kan ontwikkelen tot de pathologische vorm van melancholie.
Kairos treedt dan op en zorgt voor een tijdsinterval dat inzicht, verandering of ommekeer kan brengen en die kans op het nieuwe kan de melancholie in balans houden. We kunnen deze momenten niet afdwingen, maar ons er wel voor open stellen door rust te nemen, onze aandacht te scherpen en stil te staan. Daarom kan kunst een louterende werking op ons hebben waardoor de negatieve gedachten ons niet langer belemmeren.
Wanneer we ons open stellen, moeten we afwachten, maar dat is niet evident in een tijd waarin alles sneller moet gaan. Tijd is een economische wetmatigheid geworden die het durven en mogen wachten behoorlijk in de weg is gaan zitten.
Bovendien kan kunst een nieuwe betrokkenheid met anderen creëren.
Liefde en kunst zijn echter onvoldoende. Er zijn ook maatschappelijke verbanden, verbindende verhalen en gemeenschappelijke idealen nodig om de melancholie in toom te houden. Anders dreigen mensen zich aan hun angsten vast te klampen en dreigt in het slechtste geval een morele depressie in de samenleving.
Ik las eerder het essay ‘Windstilte van de ziel’ van deze auteur. Dat essay was toegankelijker om te lezen dan dit boek. Sommige hoofdstukken bevatten een groter filosofisch jargon en eisen een behoorlijke abstract denkvermogen. Andere hoofdstukken zijn weer vlotter geschreven, waarbij ik meer toegang vindt tot het eigen leven.
Bij de té filosofische stukken blijf ik me afvragen waar de concrete toepasbaarheid blijft. Dan ontbreekt voor mij het menselijke aspect en lijkt het eerder op een spel om zo diep mogelijk in het verstand te graven waarbij de link met het échte leven toch even heel ver weg is.
Toch brengt de auteur veel waardevolle informatie aan door het begrip melancholie vanuit diverse invalshoeken te benaderen, ook al heeft ze de neiging om weinig ruimte over te laten voor een eigen interpretatie. Maar uiteindelijk is het aan de lezer zelf om te bepalen in hoever hij of zij mee gaat in haar betoog.
1
Reageer op deze recensie