Lezersrecensie
Ode aan de wetenschap
De auteur start haar betoog met de nadrukkelijke hoop op meer verwondering in de wereld. Kinderen hebben het talent nog om zich te verwonderen, maar ergens op de grens van de volwassenheid ebt dit vermogen weg.
Eerst maakt de auteur een analyse van wat verwondering precies is. Ze gaat hiervoor o.a. te rade bij diverse filosofen. Daarna beschrijft ze de evolutie van verwondering door de eeuwen heen. Ze haalt ook een aantal persoonlijke voorbeelden van verwondering aan, waarvan de meeste gerelateerd zijn met de wetenschap of de politiek. In een laatste klein hoofdstuk staat ze even stil bij een aantal tips om onszelf opnieuw te leren verwonderen.
Het dunne boekje leest vlot in behapbare hoofdstukken en in een duidelijk te begrijpen taal. Jammer genoeg reikt het betoog niet verder dan een filosofische benadering van wat verwondering precies is, en ontbreekt een effectieve handelwijze hoe je als volwassene opnieuw verwondering brengt in het leven. Ze overloopt op het einde wel enkele tips, maar die waren voor mij meestal ontoereikend of niet doeltreffend. De meeste tips hebben meer betrekking op het leren relativeren in plaats van zich te verwonderen, zoals meditatie en praten met anderen. Bovendien beslaat elke tip maar slechts één of twee korte paragrafen. Het bevat weinig diepgang.
Bovendien blijft het, mijns inziens, tot een beperkte zienswijze vanuit het verstand waardoor verwondering verplicht lijkt samen te gaan met het stellen van tientallen waarom-vragen. Voor mij had het breder ingevuld mogen worden met de toevoeging van een zintuiglijke verwondering waarbij het samen kan gaan met genieten zonder de noodzakelijke vereiste om elke verwondering te koppelen aan een verstandelijke analyse.
Het mag samen gaan, zoals de auteur het bij voorkeur heeft, maar het hoeft niet. Die laatste optie ontbreekt in het boek. “Het ging erom verwondering om te zetten in kennis.” Soms heb ik de neiging om het boek een nieuwe naam te geven: Ode aan de wetenschap.
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een bijpassend gedicht van Bart Moeyaert. Dat creëert misschien wel de grootste verwondering in dit boek. Een onverwachte maar heel aangename verfrissing. Gedichten met een open blik vol eenvoud en verwondering. Wat kan Bart Moeyaert toch prachtig dichten.
Eerst maakt de auteur een analyse van wat verwondering precies is. Ze gaat hiervoor o.a. te rade bij diverse filosofen. Daarna beschrijft ze de evolutie van verwondering door de eeuwen heen. Ze haalt ook een aantal persoonlijke voorbeelden van verwondering aan, waarvan de meeste gerelateerd zijn met de wetenschap of de politiek. In een laatste klein hoofdstuk staat ze even stil bij een aantal tips om onszelf opnieuw te leren verwonderen.
Het dunne boekje leest vlot in behapbare hoofdstukken en in een duidelijk te begrijpen taal. Jammer genoeg reikt het betoog niet verder dan een filosofische benadering van wat verwondering precies is, en ontbreekt een effectieve handelwijze hoe je als volwassene opnieuw verwondering brengt in het leven. Ze overloopt op het einde wel enkele tips, maar die waren voor mij meestal ontoereikend of niet doeltreffend. De meeste tips hebben meer betrekking op het leren relativeren in plaats van zich te verwonderen, zoals meditatie en praten met anderen. Bovendien beslaat elke tip maar slechts één of twee korte paragrafen. Het bevat weinig diepgang.
Bovendien blijft het, mijns inziens, tot een beperkte zienswijze vanuit het verstand waardoor verwondering verplicht lijkt samen te gaan met het stellen van tientallen waarom-vragen. Voor mij had het breder ingevuld mogen worden met de toevoeging van een zintuiglijke verwondering waarbij het samen kan gaan met genieten zonder de noodzakelijke vereiste om elke verwondering te koppelen aan een verstandelijke analyse.
Het mag samen gaan, zoals de auteur het bij voorkeur heeft, maar het hoeft niet. Die laatste optie ontbreekt in het boek. “Het ging erom verwondering om te zetten in kennis.” Soms heb ik de neiging om het boek een nieuwe naam te geven: Ode aan de wetenschap.
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een bijpassend gedicht van Bart Moeyaert. Dat creëert misschien wel de grootste verwondering in dit boek. Een onverwachte maar heel aangename verfrissing. Gedichten met een open blik vol eenvoud en verwondering. Wat kan Bart Moeyaert toch prachtig dichten.
1
Reageer op deze recensie