Lezersrecensie
Verplichte lectuur voor elke beleidsmaker
Eva Meijer is een Nederlandse filosofe en schrijfster. Ze schreef al meerdere romans en essays waarbij haar favoriete thema's taal en dieren (o.a. de taal van dieren) zijn. Eerder las ik van haar 'Het vogelhuis', een internationale bestseller, en 'Het witste woord' (een poëziebundel).
Dit boek is een filosofisch essay over de verschillende rollen van stiltes, vooral in relatie tot de politiek maar met uitbreiding ook tot het maatschappelijk gebeuren. Ze onderscheidt vier soorten stiltes.
Eerst bespreekt ze stilte als een vorm van uitsluiting waarbij bepaalde bevolkingsgroepen (zoals etnische minderheden en vrouwen) onvoldoende gehoord worden (letterlijk en figuurlijk).
Maar ook als individu kan je het zwijgen opgelegd worden, ook al lijkt vrijheid van meningsuiting dit soms tegen te spreken. Dit kan gebeuren om diverse redenen: je gesprekspartner beschouwt jou onvoldoende als een waardige spreker, uit gewoonte, omdat je in hun ogen niet de vereiste taal (bepaalde terminologie) spreekt, of omdat de manier waarop je het brengt niet samen hangt met de vereiste vorm (vb. zachter praten) of omdat men jouw bijdrage niet relevant vindt.
Het wordt al snel duidelijk dat dit niet enkel in een politieke context van toepassing is, maar evenzeer geldt in het persoonlijke leven van een individu. Dit maakt het essay bijzonder waardevol. Het opent de ogen en biedt extra perspectieven op de communicatie tussen mensen onderling. De auteur brengt de problematiek bovendien aanschouwelijk in beeld via diverse concrete voorbeelden.
Als tweede rol beschrijft de auteur stilte binnen taal. Woorden moeten tegenwoordig, evenals het leven en de mens zelf, nuttig en efficiënt zijn. Ze moeten een doel dienen, in de eerste plaats de economische welvaart. Zo dringen woorden uit de economische sector steeds vaker andere sectoren binnen. Taal wordt vaker uitgehold waarbij schoonheid in taal van ondergeschikt belang wordt.
Woorden moeten in steeds meer domeinen en contexten herleid worden tot feiten waarbij men de taal ontdoet van de rijkdom en de ervaring van de individuele context. Daardoor wordt taal armer (omdat onder andere nuanceverschillen verdwijnen) en, voegt de auteur er aan toe, gaat de stem van het individu steeds vaker verloren. Omdat de persoonlijke aanpak verdwijnt, ontstaat er ook een stilte: iets (een deel van de mens) wordt stil gemaakt, ook al is het relevant, maar het dient de economie niet of onvoldoende. Bijgevolg is het niet relevant voor de economie of de politiek.
Eva Meijer bespreekt deze theorie opnieuw aan de hand van concrete voorbeelden uit de politiek en de maatschappij zodat heel duidelijk wordt wat ze bedoelt.
Maar ook hier kan je zo gemakkelijk de lijn doortrekken naar je eigen (beroeps)leven. Gesprekken worden steeds vaker vastgelegd in vastomlijnde gespreksprocedures waarbij elke persoonlijke benadering uit den boze is en waarbij een vriendelijke begroeting zelfs overbodig wordt geacht door de werkgever.
Als derde rol bespreekt ze stilte als vorm van verzet, een soort weigering om mee te doen in het systeem dat hem opgedrongen wordt. De weigering kan dan niet alleen stilte omvatten maar ook een afzien van handelen en deelnemen aan praktijken.
Deze vorm van stilte wordt soms ook gehanteerd wanneer iemand zijn stem (of die van de groep) niet gehoord wordt in een debat. Omdat stilte niet altijd duidelijk beoogt wat het bedoelt, onderstreept de auteur het belang van luisteren.
Als laatste rol bespreekt de auteur stilte als verandering. Stemmen die nu nog onhoorbaar zijn en zich in stilte omhullen, zullen de toekomstige stemmen zijn die een rol zullen spelen. Maar evenzeer kan uit zwijgen en luisteren iets nieuws ontstaan. In de stilte ligt een ander soort wijsheid dan in de taal. Daarom roept de auteur op tot een veranderende houding met meer aandacht voor stilte. Efficiëntie gaat immers vaak ten kost van zwijgen, luisteren en dialoog. Ruimte en tijd zijn hierbij onontbeerlijk.
In dit filosofisch essay staat stilte niet zozeer gelijk aan een kortstondige pauze waar geen lawaai te horen is, maar stilte staat gelijk aan het niet horen van een stem, een stem die nochtans van waarde is in het politieke debat. Omdat het niet horen van een stem niet in een stilte valt maar opgevuld wordt door de stem van anderen, staan we ongewild onvoldoende stil bij dit soort stiltes, een soort van lacunes in de politiek en de maatschappij waar we ons voldoende van bewust zijn.
Ook al is niet alles nieuw wat de auteur beschrijft, ze vertelt dit vanuit een heel uniek standpunt en schrijft dit zo helder, waardoor je dan pas ten volle beseft dat veel van dit soort stiltes problematischer zijn dan ooit gedacht. Een ongelooflijk helder en prachtig beschreven betoog.
Het opent je ogen en doet je nadenken over de waarde van je eigen stem in je persoonlijke (beroeps)leven. Het biedt heldere verklaringen voor de evoluties die je in je eigen omgeving ziet. Dialogen, inclusief luisteren, zijn belangrijker dan ooit, maar niet evident in een wereld vol monologen.
Een boek dat verplichte lectuur moet zijn voor iedere beleidsmaker, zowel in de politieke wereld als in de bedrijfswereld. Uiteraard met volle aandacht te lezen.
Dit boek is een filosofisch essay over de verschillende rollen van stiltes, vooral in relatie tot de politiek maar met uitbreiding ook tot het maatschappelijk gebeuren. Ze onderscheidt vier soorten stiltes.
Eerst bespreekt ze stilte als een vorm van uitsluiting waarbij bepaalde bevolkingsgroepen (zoals etnische minderheden en vrouwen) onvoldoende gehoord worden (letterlijk en figuurlijk).
Maar ook als individu kan je het zwijgen opgelegd worden, ook al lijkt vrijheid van meningsuiting dit soms tegen te spreken. Dit kan gebeuren om diverse redenen: je gesprekspartner beschouwt jou onvoldoende als een waardige spreker, uit gewoonte, omdat je in hun ogen niet de vereiste taal (bepaalde terminologie) spreekt, of omdat de manier waarop je het brengt niet samen hangt met de vereiste vorm (vb. zachter praten) of omdat men jouw bijdrage niet relevant vindt.
Het wordt al snel duidelijk dat dit niet enkel in een politieke context van toepassing is, maar evenzeer geldt in het persoonlijke leven van een individu. Dit maakt het essay bijzonder waardevol. Het opent de ogen en biedt extra perspectieven op de communicatie tussen mensen onderling. De auteur brengt de problematiek bovendien aanschouwelijk in beeld via diverse concrete voorbeelden.
Als tweede rol beschrijft de auteur stilte binnen taal. Woorden moeten tegenwoordig, evenals het leven en de mens zelf, nuttig en efficiënt zijn. Ze moeten een doel dienen, in de eerste plaats de economische welvaart. Zo dringen woorden uit de economische sector steeds vaker andere sectoren binnen. Taal wordt vaker uitgehold waarbij schoonheid in taal van ondergeschikt belang wordt.
Woorden moeten in steeds meer domeinen en contexten herleid worden tot feiten waarbij men de taal ontdoet van de rijkdom en de ervaring van de individuele context. Daardoor wordt taal armer (omdat onder andere nuanceverschillen verdwijnen) en, voegt de auteur er aan toe, gaat de stem van het individu steeds vaker verloren. Omdat de persoonlijke aanpak verdwijnt, ontstaat er ook een stilte: iets (een deel van de mens) wordt stil gemaakt, ook al is het relevant, maar het dient de economie niet of onvoldoende. Bijgevolg is het niet relevant voor de economie of de politiek.
Eva Meijer bespreekt deze theorie opnieuw aan de hand van concrete voorbeelden uit de politiek en de maatschappij zodat heel duidelijk wordt wat ze bedoelt.
Maar ook hier kan je zo gemakkelijk de lijn doortrekken naar je eigen (beroeps)leven. Gesprekken worden steeds vaker vastgelegd in vastomlijnde gespreksprocedures waarbij elke persoonlijke benadering uit den boze is en waarbij een vriendelijke begroeting zelfs overbodig wordt geacht door de werkgever.
Als derde rol bespreekt ze stilte als vorm van verzet, een soort weigering om mee te doen in het systeem dat hem opgedrongen wordt. De weigering kan dan niet alleen stilte omvatten maar ook een afzien van handelen en deelnemen aan praktijken.
Deze vorm van stilte wordt soms ook gehanteerd wanneer iemand zijn stem (of die van de groep) niet gehoord wordt in een debat. Omdat stilte niet altijd duidelijk beoogt wat het bedoelt, onderstreept de auteur het belang van luisteren.
Als laatste rol bespreekt de auteur stilte als verandering. Stemmen die nu nog onhoorbaar zijn en zich in stilte omhullen, zullen de toekomstige stemmen zijn die een rol zullen spelen. Maar evenzeer kan uit zwijgen en luisteren iets nieuws ontstaan. In de stilte ligt een ander soort wijsheid dan in de taal. Daarom roept de auteur op tot een veranderende houding met meer aandacht voor stilte. Efficiëntie gaat immers vaak ten kost van zwijgen, luisteren en dialoog. Ruimte en tijd zijn hierbij onontbeerlijk.
In dit filosofisch essay staat stilte niet zozeer gelijk aan een kortstondige pauze waar geen lawaai te horen is, maar stilte staat gelijk aan het niet horen van een stem, een stem die nochtans van waarde is in het politieke debat. Omdat het niet horen van een stem niet in een stilte valt maar opgevuld wordt door de stem van anderen, staan we ongewild onvoldoende stil bij dit soort stiltes, een soort van lacunes in de politiek en de maatschappij waar we ons voldoende van bewust zijn.
Ook al is niet alles nieuw wat de auteur beschrijft, ze vertelt dit vanuit een heel uniek standpunt en schrijft dit zo helder, waardoor je dan pas ten volle beseft dat veel van dit soort stiltes problematischer zijn dan ooit gedacht. Een ongelooflijk helder en prachtig beschreven betoog.
Het opent je ogen en doet je nadenken over de waarde van je eigen stem in je persoonlijke (beroeps)leven. Het biedt heldere verklaringen voor de evoluties die je in je eigen omgeving ziet. Dialogen, inclusief luisteren, zijn belangrijker dan ooit, maar niet evident in een wereld vol monologen.
Een boek dat verplichte lectuur moet zijn voor iedere beleidsmaker, zowel in de politieke wereld als in de bedrijfswereld. Uiteraard met volle aandacht te lezen.
1
Reageer op deze recensie