Verrassende (vrouwen)thriller vol humor
Sex and the City meets CSI. Zo wordt het tweede boek van schrijfster Helen FitGerald aangekondigd. Maar Mijn laatste bekentenis is grappiger dan Sex and the City en gruwelijker dan CSI.
In dit vervolg op Kleine meisjes uit 2007, gaat de nog wat onstabiele hoofdpersoon Krissie Donald weer aan het werk. Ditmaal als reclasseringsambtenaar.
Eén van de cliënten die ze toegewezen krijgt is de 33-jarige Jeremy Bagshaw, die beschuldigd wordt van de moord op zijn schoonmoeder. Met zijn knappe voorkomen en charme, weet Jeremy Krissie ervan te overtuigen dat hij onschuldig is. Mede door Krissies hulp wordt hij vrijgesproken. Maar, is hij wel onschuldig? Of heeft Krissie door een foute beslissing het leven van haar vriend en zoontje op het spel gezet?
FitzGerald heeft een grappige, vlotte schrijfstijl. Regelmatig kan de lezer hardop gniffelen om de (wat grove) humor in het boek en het taalgebruik van hoofdpersoon Krissie. Soms weet FitzGerald de lezer ook compleet te verassen: staat dat er écht? Nog maar eens teruglezen. Ze beschrijft de meest gruwelijke details en schroomt niet om af te wijken van de norm. Dit getuigt van veel lef van de schrijfster.
Mijn laatste bekentenis is, net als het vorige boek Kleine meisjes, een spannende thriller met enkele elementen van een chicklit in zich. Heftige bedreigingen, lieve gezinstafereeltjes, gruwelijke moorden, en hevige relatieperikelen wisselen elkaar af. De term chicklit is misschien te neerbuigend voor dit meesterwerkje, er zit een goede verhaallijn in en de personages (vooral Krissie) worden goed uitgewerkt. Naar het eind toe wordt de spanning behoorlijk hoog opgevoerd. Maar het is erg zonde dat er in de flaptekst al verraden wordt dat Jeremy schuldig is. Het was nog spannender geweest als de lezer dit niet van tevoren had geweten.
Reageer op deze recensie