Lezersrecensie
Schrijfstijl maakt veel goed
Het verhaal speelt in 1913, de jonge Mieczysław Wojnicz reist af naar het kuuroord in Görbersdorf (nu Sokołowsko in Polen) om te herstellen van een longziekte. Hij neemt zijn intrek in een pension voor heren.
Zijn aankomst wordt uitgebreid beschreven. De aankomst van de trein, het opengaan van de deur, het naar buiten komen van een schoen: ieder detail krijgt aandacht. Tokarczuk doet dit in prachtige beeldende zinnen. De schrijfstijl is dan ook een sterk punt van deze roman. Niet alleen worden de gebeurtenissen uitgebreid beschreven, ook haar natuurbeschrijvingen zijn een genot om te lezen. Zelfs nietszeggende dagelijkse gebeurtenissen schrijft ze mooi op, een voorbeeld: “De dagen smeerden zich uit, ongegeneerd traden ze over de grenzen van de schemer en liepen over naar de avonden.”
De dagen in het kuuroord draaien om de behandelingen in het sanatorium, de avonden worden gevuld met maaltijden en discussies tussen de in het pension verblijvende heren. Over deze discussies struikelde ik. Ze zijn doorspekt van vrouwenhaat en eindigen in hersenloos gewauwel, mede ingegeven door het hallucinerende kruidenbitter Schwärmerei. In het nawoord meldt Tokarczuk dat de uitspraken van de heren, uitspraken zijn van beroemde mannen door de tijd heen. Ze steekt er subtiel de draak mee door een humoristische ondertoon aan de gesprekken te geven. Voor mijn werkte dit niet, het bleef teveel blijven steken in het weergeven van het vrouwenhatende gedachtengoed met veel herhaling en (te) veel personages die niet uit elkaar waren te houden.
Het vrouwelijk perspectief komt op andere manieren aan de orde. Hiervoor laat Tokarczuk de geesten van overleden vrouwen rondspoken. Deze ‘Empusa’ hebben een observerende rol. Zij begluren de mannen door kieren en gaten en als ‘wij’ vertellen zijn ook een deel van het verhaal. Dat doen ze geweldig en van mij hadden zij vaker aan het woord mogen zijn in plaats van de brallende mannen.
Daarnaast is er de rol van de natuur: we spreken niet voor niets van ‘moederaarde’, en ook kruidenmengsels zijn vanouds toch het terrein van ‘heksen’.
Rond de helft van het boek buigt de verhaallijn om naar de ontwikkeling van Mieczysław Wojnicz. Een angstige jongen die bang leek voor alles en iedereen. Opvallend is zijn obsessie om gaten en kieren in zijn kamer op te sporen om te voorkomen dat hij bespied werd. Intrigerend is zijn fascinatie voor de kleding van de vrouw van de pensioneigenaar die aan het begin van het boek overlijd.
Gaandeweg laat Tokarczuk hem zien als slachtoffer van een over-strenge vader die uit alle macht het verzorgende en moederlijke uit zijn leven weerde. Waar zijn angst om bekeken te worden vandaan komt, is een volgend laagje dat Tokarczuk afpelt. Verrassend modern is de reactie van de kuurhuisarts Semperweiss: je bent goed zoals je bent. Mooi om te zien is hoe Mieczysław Wojnicz naar het einde toe sterker werd en zichzelf vond.
Tot slot
De achterflap vermeldt dat Empusion een ‘briljant feministisch antwoord’ is op De Toverberg. Nu heb ik deze roman van Thomas Mann niet gelezen, in plaats daarvan heb ik de gebeurtenissen beschouwd als exemplarisch voor de tijdgeest rond 1913. Als feministisch antwoord vond ik Empusion wat mager en zeker niet briljant. Daar staat tegenover dat ik genoot van de schrijfstijl in de delen waarin de vrouwen-geesten als wij-verteller aan het woord zijn en de prachtige natuurbeschrijvingen. Al met al laat Empusion mij met gemengde gevoelens achter.
Zijn aankomst wordt uitgebreid beschreven. De aankomst van de trein, het opengaan van de deur, het naar buiten komen van een schoen: ieder detail krijgt aandacht. Tokarczuk doet dit in prachtige beeldende zinnen. De schrijfstijl is dan ook een sterk punt van deze roman. Niet alleen worden de gebeurtenissen uitgebreid beschreven, ook haar natuurbeschrijvingen zijn een genot om te lezen. Zelfs nietszeggende dagelijkse gebeurtenissen schrijft ze mooi op, een voorbeeld: “De dagen smeerden zich uit, ongegeneerd traden ze over de grenzen van de schemer en liepen over naar de avonden.”
De dagen in het kuuroord draaien om de behandelingen in het sanatorium, de avonden worden gevuld met maaltijden en discussies tussen de in het pension verblijvende heren. Over deze discussies struikelde ik. Ze zijn doorspekt van vrouwenhaat en eindigen in hersenloos gewauwel, mede ingegeven door het hallucinerende kruidenbitter Schwärmerei. In het nawoord meldt Tokarczuk dat de uitspraken van de heren, uitspraken zijn van beroemde mannen door de tijd heen. Ze steekt er subtiel de draak mee door een humoristische ondertoon aan de gesprekken te geven. Voor mijn werkte dit niet, het bleef teveel blijven steken in het weergeven van het vrouwenhatende gedachtengoed met veel herhaling en (te) veel personages die niet uit elkaar waren te houden.
Het vrouwelijk perspectief komt op andere manieren aan de orde. Hiervoor laat Tokarczuk de geesten van overleden vrouwen rondspoken. Deze ‘Empusa’ hebben een observerende rol. Zij begluren de mannen door kieren en gaten en als ‘wij’ vertellen zijn ook een deel van het verhaal. Dat doen ze geweldig en van mij hadden zij vaker aan het woord mogen zijn in plaats van de brallende mannen.
Daarnaast is er de rol van de natuur: we spreken niet voor niets van ‘moederaarde’, en ook kruidenmengsels zijn vanouds toch het terrein van ‘heksen’.
Rond de helft van het boek buigt de verhaallijn om naar de ontwikkeling van Mieczysław Wojnicz. Een angstige jongen die bang leek voor alles en iedereen. Opvallend is zijn obsessie om gaten en kieren in zijn kamer op te sporen om te voorkomen dat hij bespied werd. Intrigerend is zijn fascinatie voor de kleding van de vrouw van de pensioneigenaar die aan het begin van het boek overlijd.
Gaandeweg laat Tokarczuk hem zien als slachtoffer van een over-strenge vader die uit alle macht het verzorgende en moederlijke uit zijn leven weerde. Waar zijn angst om bekeken te worden vandaan komt, is een volgend laagje dat Tokarczuk afpelt. Verrassend modern is de reactie van de kuurhuisarts Semperweiss: je bent goed zoals je bent. Mooi om te zien is hoe Mieczysław Wojnicz naar het einde toe sterker werd en zichzelf vond.
Tot slot
De achterflap vermeldt dat Empusion een ‘briljant feministisch antwoord’ is op De Toverberg. Nu heb ik deze roman van Thomas Mann niet gelezen, in plaats daarvan heb ik de gebeurtenissen beschouwd als exemplarisch voor de tijdgeest rond 1913. Als feministisch antwoord vond ik Empusion wat mager en zeker niet briljant. Daar staat tegenover dat ik genoot van de schrijfstijl in de delen waarin de vrouwen-geesten als wij-verteller aan het woord zijn en de prachtige natuurbeschrijvingen. Al met al laat Empusion mij met gemengde gevoelens achter.
6
Reageer op deze recensie