Lezersrecensie
De weg naar een volgende levensstap
Fee en Wolf ontmoeten elkaar als de zeventienjarige Fee vertrekt van de Zeeuwse camping waar ze met haar vriendinnen vakantie vierde. De manier waarop haar vriendinnen vakantie vierden, beviel haar niet en omdat haar ouders ook op vakantie zijn, besluit ze haar tentje op te pakken en een andere camping te zoeken. Maar ze verstuikt haar enkel aan de rand van Wolf zijn tuin. Wolf is tweeëntwintig, woont daar met zijn vader die op dat moment met vakantie is. Omdat Fee met haar enkel niet kan lopen, biedt hij haar aan te blijven logeren.
Het verhaal bouwt langzaam op. Als eerste wordt duidelijk dat Fee worstelt met de gespannen verwachtingen van haar carrièregerichte hoogopgeleide ouders. Gaandeweg haar verblijf bij Wolf komt ze erachter wat ze wel wil. Het verhaal van Wolf is complexer. De lezer heeft snel door dat er in zijn verleden iets is gebeurd, Verbraak neemt de tijd voordat ze dit uitdiept. De blauwe ogen van Fee die zo op die van zijn (stief)zusje lijken zijn daarvoor een belangrijke trigger.
De schrijfstijl is helder en toegankelijk, prettig taalgebruik met aandacht voor detail. De lezer krijgt zo een duidelijk beeld van de hete zomerdagen waarin Wolf zich terugtrekt in zijn loods en Fee de plaatselijke surfleraar helpt en de tuin van Wolf en zijn vader onder handen neemt. Op het moment dat Wolf gaat praten over zijn verleden, komt er vaart in het verhaal. De hoofdstukken die uit het perspectief van zijn moeder worden verteld zijn daarbij een welkome afwisseling.
‘De titel ‘wat weet men van een leven’ is ontleend aan een gedicht van Hendrik Marsman, de favoriete dichter van Verbraak, en past mooi bij deze roman. Al met al is ‘Wat weet men van een leven’ een fijne coming-of-age roman - zoals dat in goed Nederlands heet – waarin aan het eind beide jongvolwassenen een stap verder in hun leven komen. Het verhaal wordt met een zekere kalmte en rust verteld. Een drama ontvouwt zich, zonder opsmuk en onnodige sensatie waardoor ik het met veel plezier las.
Het verhaal bouwt langzaam op. Als eerste wordt duidelijk dat Fee worstelt met de gespannen verwachtingen van haar carrièregerichte hoogopgeleide ouders. Gaandeweg haar verblijf bij Wolf komt ze erachter wat ze wel wil. Het verhaal van Wolf is complexer. De lezer heeft snel door dat er in zijn verleden iets is gebeurd, Verbraak neemt de tijd voordat ze dit uitdiept. De blauwe ogen van Fee die zo op die van zijn (stief)zusje lijken zijn daarvoor een belangrijke trigger.
De schrijfstijl is helder en toegankelijk, prettig taalgebruik met aandacht voor detail. De lezer krijgt zo een duidelijk beeld van de hete zomerdagen waarin Wolf zich terugtrekt in zijn loods en Fee de plaatselijke surfleraar helpt en de tuin van Wolf en zijn vader onder handen neemt. Op het moment dat Wolf gaat praten over zijn verleden, komt er vaart in het verhaal. De hoofdstukken die uit het perspectief van zijn moeder worden verteld zijn daarbij een welkome afwisseling.
‘De titel ‘wat weet men van een leven’ is ontleend aan een gedicht van Hendrik Marsman, de favoriete dichter van Verbraak, en past mooi bij deze roman. Al met al is ‘Wat weet men van een leven’ een fijne coming-of-age roman - zoals dat in goed Nederlands heet – waarin aan het eind beide jongvolwassenen een stap verder in hun leven komen. Het verhaal wordt met een zekere kalmte en rust verteld. Een drama ontvouwt zich, zonder opsmuk en onnodige sensatie waardoor ik het met veel plezier las.
3
Reageer op deze recensie