Hebban recensie
Een zeer luchtig tussendoortje
De wade des doods is de vierde historische detective over Damyaen Roosvelt. De nieuwste Marian de Haan biedt het vertrouwde beeld van het fictieve Duynhaven met zijn adel, ambachtslieden en het gewone volk. Het verhaal speelt zich af in 1379, wanneer Jan Houtepoot, de oom van schepen Damyaen Roosvelt, met een groot deel van de familie terugkeert van een pelgrimage naar Jeruzalem. Net als in vorige boeken over Damyaen, drukken familieperikelen een belangrijke stempel op De wade des doods.
Zonder enige twijfel biedt De Haan een kleurrijk palet van het leven in de middeleeuwen. Het is dat, en de ontwikkelingen in de familie Roosvelt, die het verhaal lange tijd interessant en amusant houden. Tegelijkertijd kan ik me voorstellen, dat iemand die nog onbekend is met de familie Roosvelt, daar niet door aangetrokken wordt. Ook zijn de bestuurlijke verhoudingen interessant, omdat ze op scherp worden gezet door de komst van een zichzelf verrijkende schout.
Juist het misdaadverhaal zelf komt traag op gang. In eerste instantie wordt er wel een kinderlijkje uit het water gevist, maar daarna duurt het lange tijd voordat het onderzoek begint te lopen. Er vinden meer misdaden plaats die, net als in eerdere boeken van De Haan, meestal niet met elkaar in verband staan.
In het boek vinden een behoorlijk aantal moorden plaats. Zoals de moorden op de dochter van smid Folcker en op de Fransman Giraud Bossart. De oplossing van deze moorden ligt er zo ongelofelijk dik bovenop, dat het me verwonderd dat Marian de Haan het zo in het boek heeft gelaten. Daarom kom ik tot de conclusie, dat De wade des doods vooral een jeugdboek is. Een boek geschreven voor een goedgelovig publiek, dat alles aanneemt zoals de personages in het boek je willen doen geloven. Een beetje detective-liefhebber heeft geen enkele moeite daar doorheen te prikken. Daarom blijven de sfeervolle Middeleeuwse setting en de perikelen op bestuurlijk niveau en in de familie Roosvelt, de aspecten waarom ik dit boek toch met plezier gelezen heb. Een zeer luchtig tussendoortje.
Zonder enige twijfel biedt De Haan een kleurrijk palet van het leven in de middeleeuwen. Het is dat, en de ontwikkelingen in de familie Roosvelt, die het verhaal lange tijd interessant en amusant houden. Tegelijkertijd kan ik me voorstellen, dat iemand die nog onbekend is met de familie Roosvelt, daar niet door aangetrokken wordt. Ook zijn de bestuurlijke verhoudingen interessant, omdat ze op scherp worden gezet door de komst van een zichzelf verrijkende schout.
Juist het misdaadverhaal zelf komt traag op gang. In eerste instantie wordt er wel een kinderlijkje uit het water gevist, maar daarna duurt het lange tijd voordat het onderzoek begint te lopen. Er vinden meer misdaden plaats die, net als in eerdere boeken van De Haan, meestal niet met elkaar in verband staan.
In het boek vinden een behoorlijk aantal moorden plaats. Zoals de moorden op de dochter van smid Folcker en op de Fransman Giraud Bossart. De oplossing van deze moorden ligt er zo ongelofelijk dik bovenop, dat het me verwonderd dat Marian de Haan het zo in het boek heeft gelaten. Daarom kom ik tot de conclusie, dat De wade des doods vooral een jeugdboek is. Een boek geschreven voor een goedgelovig publiek, dat alles aanneemt zoals de personages in het boek je willen doen geloven. Een beetje detective-liefhebber heeft geen enkele moeite daar doorheen te prikken. Daarom blijven de sfeervolle Middeleeuwse setting en de perikelen op bestuurlijk niveau en in de familie Roosvelt, de aspecten waarom ik dit boek toch met plezier gelezen heb. Een zeer luchtig tussendoortje.
1
Reageer op deze recensie