Afgezien van de cover weinig bekoorlijks
Heel zelden komt het voor dat je een boek tegenkomt, dat je uit ergernis uit het raam zou willen smijten. Op het eerste oog zou je niet denken dat De lazarusbel in die categorie valt. Wat opvalt zijn de sfeervolle voorkant, de positieve quotes op de achterzijde en de belangstelling oproepende flaptekst. De quotes hebben overigens betrekking op Dunne's vorige boek dat ook al een zeer fraaie cover had.
Patrick Dunne is een Ier die zijn boeken in zijn vaderland laat afspelen. Hoofdpersoon in De lazarusbel is archeologe Illaun Bowe die in de stad Castleboyne actief is. Ze doet opgravingen op een plek waar een leprozen- en een pestkerkhof uit de middeleeuwen zou zijn. Terwijl haar aanstaande schoonvader een ontbindend lijk in de rivier de Boyne vindt, haalt zij twee loden grafkisten boven de grond. Bij die graafwerkzaamheden scheurt een kist open en stroomt er een stinkende smurrie over Bowe's medewerker Terry Johnston. Deze wordt kort daarna ziek opgenomen met symptomen die op de pest lijken.
Wat het begin kan worden van een spannende verslaggeving van de gebeurtenissen in Castleboyne, wordt al gauw oervervelend. Ikpersoon Bowe is eigenaar van een archeologisch bedrijfje en Johnston is haar medewerker. Terwijl ze weet dat er een risico is dat de kist openscheurt en ze eraan denkt dat Johnston eigenlijk beschermende kleding behoort te dragen, onderneemt ze niets. Hierdoor loopt het fout. Daarna trekt ze zich weinig van zijn lot aan. Illaun gaat dineren bij haar verloofde en de volgende dag picknicken met een vriendin. Als het ziekenhuis belt dat de gezondheid van haar medewerker achteruit gaat en dat het noodzakelijk is dat men met de familie in contact komt, is Illaun nog wel bereid de cv van Johnston erop na te slaan. Daarin vindt ze niet de gewenste informatie. Ze weet wel dat hij bevriend is met de nachtwaker die inmiddels een andere baan heeft. Zoekt ze meteen contact met de beste man? Nee, want de man zal wel naar zijn werk zijn en ze besluit het de volgende dag te proberen. Als dan blijkt dat de nachtwaker niet thuis is, stelt ze het nog een dag uit. Maar dan is het al te laat: Johnston is dood!
Ondertussen speelt het uit de Boyne opgeviste lijk vrijwel geen rol in de eerste helft van het boek. Spanning blijft hierdoor ver te zoeken. Even lijkt het erop, als er nog een zieke wordt opgenomen. Illaun hoort dat deze persoon op de archeologische vindplaats is geweest en daar waarschijnlijk met dezelfde smurrie in aanraking kwam. Zelf ontdekt ze dan dat de nieuwe zieke niet de enige is die op de plek des onheils geweest is. Wat onderneemt Illaun vervolgens? Niets! Het is nota bene haar vindplaats, haar verantwoordelijkheid. Ze verpest vervolgens een radio-interview waardoor de zaak nog verder escaleert. Maar als zij zelf in gevaar komt, weet ze niet hoe snel ze in actie moet komen. Een aanslag op haar leven mislukt (helaas!).
Daarnaast zijn de karakters niet altijd sterk. Dunne bedient zich van clichés: van de leugenachtige allochtoon tot de sensatiebeluste journalist. Afgezien van de cover is er weinig aan De lazarusbel dat kan bekoren. Zelfs de flaptekst haalt de volgorde van gebeurtenissen door elkaar. Je vraagt je af of diegene die deze tekst opstelde, het boek goed gelezen heeft.
Reageer op deze recensie