Hebban recensie
Flinterdun intrige
De Spaanse architect Antonio Gaudí leefde van 1852 tot 1926. Hij is vooral bekend als ontwerper van de kathedraal waaraan tot op de dag van vandaag gewerkt wordt, de Sagrada Família. Hij overleed tijdens een wandeling, waarbij hij geschept werd door een tram. In De Gaudí sleutel komen de Spaanse auteurs Martín & Carranza met een opmerkelijke kanttekening bij dit ongeval. Gaudí zou vermoord zijn omdat hij over geheime kennis beschikte.
In navolging van Dan Brown wierpen Martín en Carranza zich op een historische persoon en laten die een rol spelen in een thriller. Gaudí maakte volgens hen deel uit van de "zeven ridders van Moria" een genootschap dat al drieduizend jaar oud zou zijn en waarvan nooit iemand het bestaan heeft kunnen vermoeden. Behalve Asmodeus. Hij is de leider van de "Fundamentele Garde", een al even oud genootschap dat tot doel heeft de ridders van Moria te bestrijden en hun geheim te ontdekken.
Tachtig jaar na de dood van de grote architect vindt een tweede moord plaats waarbij Juan Givell om het leven komt. Hij is de grootvader van Maria, een ridder van Moria en volgens eeuwenoude profetieën is zijn kleindochter de uitverkorene: degene die het geheim in werking zal zetten. Kort voor haar grootvader sterft, overhandigt hij haar een sleutel die haar toegang tot het geheim zal geven. Maar eerst moet ze een zevental raadsels oplossen.
In hun boek etaleren de schrijvers grote kennis. Er komt van alles voorbij: Griekse mythologie, de geschiedenis van Spanje, wiskundige raadsels, architectuur en het leven van Gaudí. Ook de tempeliers komen aan bod. Al die informatie doet afbreuk aan het verhaal. Het wil maar niet op gang komen. Er zouden raadsels zijn die Maria moet oplossen. Maar het duurt meer dan honderd pagina's na die bekendmaking voor ze gevonden worden. En dan duurt het nog eens meer dan honderd pagina's voor ze daadwerkelijk begint met het zoeken naar de oplossingen. Hoewel de lezer telkens te horen krijgt dat Maria maar enkele dagen de tijd heeft, neemt ze veel tijd voor andere zaken. Zoals ellenlange discussie over de hierboven genoemde onderwerpen. Ze gaat naar een feestje ter gelegenheid van de opening van een gebouw. In een bizarre poging het spannend te maken, laten de schrijvers Maria om de haverklap beseffen dat ze nog weinig tijd heeft. Dit werkt vooral ergernis op - geen spanning.
Het grootste euvel waar dit boek aan lijdt, is de antagonist. Asmodeus en zijn medestanders zijn weliswaar wreed, maar ze lijken af en toe complete sukkels te zijn. Het is zo tegenstrijdig. Het ene moment wil de leider van de Fundamentele Garde Maria haar gang laten gaan tot ze het geheim heeft ontdekt, het andere moment wordt er van alles gedaan om het haar lastig te maken. De ene moord na de andere vindt plaats. Er worden zelfs pogingen gedaan om haar zelf te doden. Dat laatste mislukt keer op keer. Maar als Asmodeus een paar prachtkansen heeft, komt hij niet opdagen... De ridders van Moria vormen een al even belachelijke club. Ze vechten nog met zwaarden en weigeren Maria te helpen de raadsels te ontdekken.
Met een flinterdunne intrige, een ongeloofwaardig verhaal en magere karakterschetsen, weet De Gaudí sleutel niet te overtuigen. De schrijvers willen graag hun nationale held voor het voetlicht plaatsen door hem in een fictief verhaal te verwerken. Het resultaat is veel te mager, soms op het stompzinnige af. Sowieso is het thema van de ultrageheime genootschappen inmiddels zo uitgemolken dat er geen eer aan te behalen is. Misschien kunnen Martín & Carranza zich beter wagen aan een degelijke biografie over het leven van Gaudí. Dat zal niet minder spannend zijn, wel interessanter.
In navolging van Dan Brown wierpen Martín en Carranza zich op een historische persoon en laten die een rol spelen in een thriller. Gaudí maakte volgens hen deel uit van de "zeven ridders van Moria" een genootschap dat al drieduizend jaar oud zou zijn en waarvan nooit iemand het bestaan heeft kunnen vermoeden. Behalve Asmodeus. Hij is de leider van de "Fundamentele Garde", een al even oud genootschap dat tot doel heeft de ridders van Moria te bestrijden en hun geheim te ontdekken.
Tachtig jaar na de dood van de grote architect vindt een tweede moord plaats waarbij Juan Givell om het leven komt. Hij is de grootvader van Maria, een ridder van Moria en volgens eeuwenoude profetieën is zijn kleindochter de uitverkorene: degene die het geheim in werking zal zetten. Kort voor haar grootvader sterft, overhandigt hij haar een sleutel die haar toegang tot het geheim zal geven. Maar eerst moet ze een zevental raadsels oplossen.
In hun boek etaleren de schrijvers grote kennis. Er komt van alles voorbij: Griekse mythologie, de geschiedenis van Spanje, wiskundige raadsels, architectuur en het leven van Gaudí. Ook de tempeliers komen aan bod. Al die informatie doet afbreuk aan het verhaal. Het wil maar niet op gang komen. Er zouden raadsels zijn die Maria moet oplossen. Maar het duurt meer dan honderd pagina's na die bekendmaking voor ze gevonden worden. En dan duurt het nog eens meer dan honderd pagina's voor ze daadwerkelijk begint met het zoeken naar de oplossingen. Hoewel de lezer telkens te horen krijgt dat Maria maar enkele dagen de tijd heeft, neemt ze veel tijd voor andere zaken. Zoals ellenlange discussie over de hierboven genoemde onderwerpen. Ze gaat naar een feestje ter gelegenheid van de opening van een gebouw. In een bizarre poging het spannend te maken, laten de schrijvers Maria om de haverklap beseffen dat ze nog weinig tijd heeft. Dit werkt vooral ergernis op - geen spanning.
Het grootste euvel waar dit boek aan lijdt, is de antagonist. Asmodeus en zijn medestanders zijn weliswaar wreed, maar ze lijken af en toe complete sukkels te zijn. Het is zo tegenstrijdig. Het ene moment wil de leider van de Fundamentele Garde Maria haar gang laten gaan tot ze het geheim heeft ontdekt, het andere moment wordt er van alles gedaan om het haar lastig te maken. De ene moord na de andere vindt plaats. Er worden zelfs pogingen gedaan om haar zelf te doden. Dat laatste mislukt keer op keer. Maar als Asmodeus een paar prachtkansen heeft, komt hij niet opdagen... De ridders van Moria vormen een al even belachelijke club. Ze vechten nog met zwaarden en weigeren Maria te helpen de raadsels te ontdekken.
Met een flinterdunne intrige, een ongeloofwaardig verhaal en magere karakterschetsen, weet De Gaudí sleutel niet te overtuigen. De schrijvers willen graag hun nationale held voor het voetlicht plaatsen door hem in een fictief verhaal te verwerken. Het resultaat is veel te mager, soms op het stompzinnige af. Sowieso is het thema van de ultrageheime genootschappen inmiddels zo uitgemolken dat er geen eer aan te behalen is. Misschien kunnen Martín & Carranza zich beter wagen aan een degelijke biografie over het leven van Gaudí. Dat zal niet minder spannend zijn, wel interessanter.
1
Reageer op deze recensie