Herkenbaar en boeiend
In het vuistdikke Het laatste geheim van de tempel beschrijft Paul Sussman het Israelisch-Palestijnse conflict en hangt het op aan de dood van Piet Jansen. De dood van deze archeoloog wordt onderzocht door inspecteur Khalifa. Op de plaats delict doet hij een ontdekking die een nieuw licht werpt op een moordzaak van dertien jaar eerder, waarbij een Israƫlische vrouw werd vermoord. Als hij die zaak wil heropenen, stuit hij op verzet van zijn meerdere Hassani. Het boek bestaat naast deze verhaallijn ruwweg uit nog twee verhaallijnen. In de ene maken we kennis met de aan lager wal geraakte politieman Arieh Ben-Roi die in Jeruzalem werkt, in de andere volgen we het leven van de Palestijnse journaliste Layla die zich in de geschiedenis verdiept.
Het zal de lezer geen enkele moeite kosten om het verband te zien tussen de oude moordzaak en de dood van Piet Jansen. Khalifa doet daar aanmerkelijk langer over. Ook duurt het 200 pagina's voor de drie verhaallijnen, langzaam, maar vakkundig, naar elkaar toegetrokken worden. Dit zorgt ervoor dat het boek voor lezers met een lange adem is. Maar dan krijg je ook wat. Het laatste geheim van de tempel is een fascinerend verhaal over mensen met hun eigen vooroordelen en geheime agenda's. Bovendien zit er humor in de situaties waarin Khalifa en Ben-roi met elkaar te maken krijgen en elkaar vliegen proberen af te vangen.
Het is ook een herkenbaar verhaal, al is het alleen maar om de mediahype die het Israelisch-Palestijns conflict is geworden. Hoewel het boek fictie is, wordt het hierdoor herkenbaar. Het begin van het verhaal is traag, te traag, maar naar het einde neemt de spanning toe om te stoppen met een zinderende climax. Een boek dat boeit.
Reageer op deze recensie