Hebban recensie
Fantasierijk verhaal
Het zit de zevende eeuwse non Fidelma niet mee als ze door haar broer en koning Colgú naar een afgelegen dal wordt gestuurd voor onderhandelingen met de plaatselijke leider. Nog voor ze met haar compagnon, de Saskische monnik Eadulf, arriveert, stuit ze op een kring met drieëndertig naakte lijken. Onmiddellijk weet ze dat ze te maken heeft met een eeuwenoud, heidens ritueel. Eadulf raadt wie de dader is: de plaatselijke leider die de oude Ierse religie aanhangt.
De vallei van het kwaad is een echt Fidelma mysterie, en het zesde deel in deze serie. Met zijn verhalen laat Peter Tremayne de lezer meegluren naar de zevende eeuw met haar religieuze en politieke conflicten. Hij schetst een Keltische samenleving waarin het er genoeglijk aan toe kan gaan, ware het niet dat er een gedreven moordenaar rondspookt.
Overdaad schaadt. Dat principe lijkt af en toe niet tot Tremayne door te dringen. Hoewel hij kleurrijke personages weet neer te zetten, zet hij ze soms te dik aan. Zoals Cruinn, een vrouw van wie om de haverklap wordt gezegd dat ze bolvormig of kogelvormig is. Dat "kogelvormig" doet bovendien anachronistisch aan. Kenden ze al kogels in het Ierland van de zevende eeuw?
Het grote aantal moorden komt het boek ook niet ten goede. Aan het eind van het verhaal blijft onduidelijk waarom in één geval de moordenaar opnieuw toesloeg. Het lijkt erop dat Tremayne met zoveel doden komt, om het mysterie groter te maken. Maar feitelijk voegen ze nauwelijks of niets toe als ze bij de lezer niet begrijpelijk worden.
Fidelma is een non die gauw op haar teentjes is getrapt. Te gauw, waardoor ze minder sympathiek overkomt dan haar compagnon Eadulf. Ze kan ook hard zijn, zoals blijkt als ze op de kring met lijken stuit. Haar Saskische reisgenoot ziet met lede ogen aan hoe de raven zich tegoed doen aan de lichamen. "Misschien heeft God wel juist voor dát doel aaseters geschapen", reageert zij luchtig. Gelukkig is er Eadulf, sympathiek maar minder bij de pinken dan Fidelma.
Al met al is De vallei van het kwaad geen slecht verhaal. Zeker niet. Wie graag nog eens een stap terugdoet in de geschiedenis, ontdekt een fantasierijk verhaal. Ondanks alle bezwaren, zal een Fidelma-mysterie niet gauw vervelen.
De vallei van het kwaad is een echt Fidelma mysterie, en het zesde deel in deze serie. Met zijn verhalen laat Peter Tremayne de lezer meegluren naar de zevende eeuw met haar religieuze en politieke conflicten. Hij schetst een Keltische samenleving waarin het er genoeglijk aan toe kan gaan, ware het niet dat er een gedreven moordenaar rondspookt.
Overdaad schaadt. Dat principe lijkt af en toe niet tot Tremayne door te dringen. Hoewel hij kleurrijke personages weet neer te zetten, zet hij ze soms te dik aan. Zoals Cruinn, een vrouw van wie om de haverklap wordt gezegd dat ze bolvormig of kogelvormig is. Dat "kogelvormig" doet bovendien anachronistisch aan. Kenden ze al kogels in het Ierland van de zevende eeuw?
Het grote aantal moorden komt het boek ook niet ten goede. Aan het eind van het verhaal blijft onduidelijk waarom in één geval de moordenaar opnieuw toesloeg. Het lijkt erop dat Tremayne met zoveel doden komt, om het mysterie groter te maken. Maar feitelijk voegen ze nauwelijks of niets toe als ze bij de lezer niet begrijpelijk worden.
Fidelma is een non die gauw op haar teentjes is getrapt. Te gauw, waardoor ze minder sympathiek overkomt dan haar compagnon Eadulf. Ze kan ook hard zijn, zoals blijkt als ze op de kring met lijken stuit. Haar Saskische reisgenoot ziet met lede ogen aan hoe de raven zich tegoed doen aan de lichamen. "Misschien heeft God wel juist voor dát doel aaseters geschapen", reageert zij luchtig. Gelukkig is er Eadulf, sympathiek maar minder bij de pinken dan Fidelma.
Al met al is De vallei van het kwaad geen slecht verhaal. Zeker niet. Wie graag nog eens een stap terugdoet in de geschiedenis, ontdekt een fantasierijk verhaal. Ondanks alle bezwaren, zal een Fidelma-mysterie niet gauw vervelen.
1
Reageer op deze recensie