Hebban recensie
Een echt avontuur
Peter Tremayne begint zijn zevende boek over de zevende eeuwse non Fidelma erg clichématig met een misdrijf in een klooster. Een thema dat meer uitgemolken is dan dat, is haast niet denkbaar. Een monnik is mogelijk vermoord - maar in elk geval verdwenen - uit het klooster in Imleach. Tegelijkertijd wordt elders in Ierland door een sterrenwichelaar voorspeld dat de dag niet veel goeds zal brengen, wat ook al snel blijkt.
In De verdwenen monnik zien we Fidelma eindelijk in de stad waar ze woont, Cashel, de hoofdstad van het Ierse koninkrijk Muman. We krijgen echter niet veel te zien van het leven dat ze daar leidt, want er is meteen werk aan de winkel. Het voorspelde onheil dat Cashel treft, is een moordaanslag op de koning en op zijn rivaal die leiding geeft aan de strijdlustige stam van de Uí Fidgente. Fidelma moet de zaak oplossen en daarvoor reist ze met haar trouwe helper monnik Eadulf naar Imleach - daar zouden de moordenaars vandaan komen. De eenheid van het koninkrijk staat op het spel.
Originaliteit staat helaas niet hoog in het vaandel bij Tremayne en niet alleen wat betreft de misdaad in een klooster. In De verdwenen monnik komt een complot aan het licht om de macht van koning Colgú omver te werpen. Een vergelijkbaar thema gebruikte hij in een aantal van zijn vorige delen, waaronder het vorige, De vallei van het kwaad. Helaas pakt ook broeder Eadulf met elk deel onnozeler uit, terwijl hij in het eerste deel Fidelma nog te slim af was. Alles moet hem - en daarmee de lezer - uitgelegd worden.
Maar de plot van dit boek is ijzersterk en dat maakt veel goed. Hoe verder het verhaal vordert, hoe mysterieuzer het wordt. Er zijn tal van personen die zich verdacht gedragen en de koning blijkt genoeg tegenstanders hebben die een eind aan zijn bewind willen maken. De rechtzaak aan het eind moet licht in de duisternis brengen. Tremayne maakt van dit mysterie bovendien een echt avontuur met onderaardse speurtochten en wapengekletter. Zo kleurrijk als we van hem gewend zijn, schetst hij het Ierland van de zevende eeuw en het rechtssysteem dat toen gehanteerd werd en waarvan de non Fidelma als dalaigh van het gerecht een dienaar was. Ondanks de clichés is het met dit deel weer genieten geblazen.
In De verdwenen monnik zien we Fidelma eindelijk in de stad waar ze woont, Cashel, de hoofdstad van het Ierse koninkrijk Muman. We krijgen echter niet veel te zien van het leven dat ze daar leidt, want er is meteen werk aan de winkel. Het voorspelde onheil dat Cashel treft, is een moordaanslag op de koning en op zijn rivaal die leiding geeft aan de strijdlustige stam van de Uí Fidgente. Fidelma moet de zaak oplossen en daarvoor reist ze met haar trouwe helper monnik Eadulf naar Imleach - daar zouden de moordenaars vandaan komen. De eenheid van het koninkrijk staat op het spel.
Originaliteit staat helaas niet hoog in het vaandel bij Tremayne en niet alleen wat betreft de misdaad in een klooster. In De verdwenen monnik komt een complot aan het licht om de macht van koning Colgú omver te werpen. Een vergelijkbaar thema gebruikte hij in een aantal van zijn vorige delen, waaronder het vorige, De vallei van het kwaad. Helaas pakt ook broeder Eadulf met elk deel onnozeler uit, terwijl hij in het eerste deel Fidelma nog te slim af was. Alles moet hem - en daarmee de lezer - uitgelegd worden.
Maar de plot van dit boek is ijzersterk en dat maakt veel goed. Hoe verder het verhaal vordert, hoe mysterieuzer het wordt. Er zijn tal van personen die zich verdacht gedragen en de koning blijkt genoeg tegenstanders hebben die een eind aan zijn bewind willen maken. De rechtzaak aan het eind moet licht in de duisternis brengen. Tremayne maakt van dit mysterie bovendien een echt avontuur met onderaardse speurtochten en wapengekletter. Zo kleurrijk als we van hem gewend zijn, schetst hij het Ierland van de zevende eeuw en het rechtssysteem dat toen gehanteerd werd en waarvan de non Fidelma als dalaigh van het gerecht een dienaar was. Ondanks de clichés is het met dit deel weer genieten geblazen.
1
Reageer op deze recensie