Overspannen traumatherapeute babbelt maar door
Jowi Groenendijk is traumatherapeute, gespecialiseerd in psychische schade bij asielzoekers. Ze woont sinds kort met haar dochter Julia in Groningen, vlakbij het asielzoekerscentrum in Ter Apel. Op kerstochtend, middenin een ruzie met Julia, belt haar oud-patiënt Othman, een man waarover Jowi seksuele fantasieën had. Tegenwoordig werkt hij als tolk en nu heeft hij de folteraar van zijn familie herkend in een asielzoeker. “Het spijt me, ik heb iets gedaan. Jij bent de enige die kan helpen. Kom alsjeblieft hierheen.” Hoewel ze geen dienst heeft en eigenlijk iemand anders moet bellen grijpt Jowi het gesprek aan als kans aan om te ontsnappen aan de ruzie en vertrekt.
De gijzelaar is opgebouwd uit verschillende delen. Hoofdmoot is het verhaal van Jowi, geschreven in de derde persoon vanuit haar perspectief, vol gedachten en terugblikken. Het wordt regelmatig onderbroken door een therapeutische reactie op dit verhaal, in een kleinere letter en in de ik-persoon. In het begin reageert de therapeut, later geeft deze schrijfopdrachten waar ook weer een reactie op gegeven wordt. Zo wordt het hele verhaal als het ware twee keer verteld. Dit werkt zeker in het begin verwarrend en schept een gevoelsmatige afstand tot de gebeurtenissen. Alles wat Jowi denkt en voelt wordt meerdere keren herhaald. Hierdoor ontneemt Karin Giphart (1968) de lezer de mogelijkheid om zelf kleuring te geven aan de gebeurtenissen. Ze geeft je de gevoelens en gedachten over deze gevoelens en conclusies over deze gedachten allemaal helemaal mee. En aangezien de gedachten van Jowi voortdurend met haar op de loop gaan, maakt dit het verhaal langdradig en weinig boeiend. Bovendien zijn de dingen die gebeuren uiteindelijk allemaal niet zo erg. Er staat weinig op het spel voor Jowi, behalve haar innerlijke roerselen.
Vanaf het begin voelt Jowi zich schuldig tegenover haar dochter, die ze te veel alleen heeft gelaten omdat ze haar cliënten en tinder-dates voor liet gaan. Ze doet haar best, maar het is moeilijk een goed mens te zijn. En als je heel eerlijk tegen jezelf bent, wat doe je dan liever? Het goede of het fijne? En waarom? De genadeloze eerlijkheid die Jowi zich in haar therapeutische schrijven oplegt leidt soms tot mooie observaties. Maar als geheel kabbelt het te veel voort. Koppel daaraan het teleurstellende einde en je hebt een roman met een mooi thema, die maar niet wil boeien.
Reageer op deze recensie