De magische wereld van het kind gevangen in woorden
Voor een kind kan elk verhaal waar zijn. Opgroeien is tot de ontdekking komen dat fantasie en realiteit twee gescheiden werelden zijn. Het is dit proces dat Jenny Offill (1968) laat zien in De laatste dingen. Ze schrijft vanuit het perspectief van de achtjarige Grace Davitt, een hoogbegaafd, onbeholpen, sociaal onhandig meisje. Haar moeder, Anna, werkt op een roofvogelcentrum, spreekt vijf talen, waaronder Swahili en een zelfbedacht potjeslatijn, en koppelt een rijke fantasie aan een onuitputtelijke feitenkennis. Haar vader, Jonathan, is een techneut, een atheïstisch scheikundeleraar op een christelijke school. Als ze samen uitgaan komt oppas Edgar, een aparte jongen die onderzoek doet naar lichtgevende schimmels en in stilte verliefd is op de moeder van Grace.
Offill stopt haar boek vol verhalen, soms een zin lang, soms een pagina. Bijvoorbeeld als Edgar op een dag Grace in haar eentje bij het hek van het schoolplein ziet staan. “ ‘Heb je weleens gedacht dat iedereen om je heen een intelligent soort robot is en dat jij de enige bent die dat niet is?’ vroeg hij. Dat had ik dus nog nooit gedacht, maar ik realiseerde me plotseling dat het weleens waar zou kunnen zijn. Dat zou verklaren waarom alle meisjes wisten hoe het klapspel ging en waarom alle jongens honkbalplaatjes mee naar school namen.’ “ Een miniverhaaltje, dat Grace als buitenbeentje tussen haar leeftijdsgenoten plaatst.
Dan halen haar ouders Grace van school en krijgt ze thuisonderwijs van haar moeder. Dit bestaat uit de geschiedenis van de kosmos, van de oerknal tot nu. En langzaam maar zeker raakt de scheidslijn tussen feit en fantasie op drift. Anna Davitt wisselt feitelijk onderwijs af met verhalen. Het monster in het meer dat ze steeds weer proberen te fotograferen is net zo werkelijk als de afstand tussen de planeten. Zonder dat Grace het doorheeft ontspoort ook het huwelijk van haar ouders en raakt haar moeder al haar ankers kwijt. Aan het eind van de kosmische kalender gekomen, besluit ze dit te vieren met een reisje naar New Orleans. Samen stouwen ze de auto vol met vijftig bussen muggenspray, het badmintonnet, moeders trouwjurk, de fotoalbums en duizend andere dingen. De reis loopt uit op een road trip, waarbij ook het festival Burning Man langskomt.
Offill weet de werkelijkheid van het kind ongelofelijk goed vast te houden. Geen moment treedt ze buiten Grace haar waarneming. De feiten die Grace opmerkt wijzen erop dat haar moeder ontspoort en waarschijnlijk manisch is. Maar Grace ziet dit niet, die ziet haar moeder. Een moeder waar ze onvoorwaardelijk van houdt, die nog als een deel van haarzelf voelt, die duizenden verhalen kent en waar ze bij thuishoort. Het moment waarop Grace beseft dat het zo niet langer kan is extra pijnlijk omdat het zonder oordeel of emotie beschreven wordt. “Dit was voor het eerst in zes dagen dat ik haar zag slapen. Ik ben in iets nieuws aan het veranderen, had ze me verteld. Ik bescheen haar met een zaklamp terwijl ze lag te slapen, een beetje bang voor wat ik zou zien.”
De laatste dingen is Offils debuutroman. Haar tweede roman, Verbroken beloftes, is in 2015 in het Nederlands verschenen.
Reageer op deze recensie