Te veel geschiedenis en te weinig verhaal
Met De ochtendgave levert A.F.Th. van der Heijden zijn eerste historische roman af. Een mengeling van historische feiten en een persoonlijk verhaal over de zoektocht van een man, Caspar Sonmans, naar zijn verdwenen bruid van één nacht. De grote geschiedenis van oorlog, vrede, bezetting van Nijmegen en zelfs de dood van de gebroeders De Witt vermengt zich met het persoonlijke. Maar de geschiedenis overheerst en het lukt Van der Heijden niet om het persoonlijke te laten boeien.
De taal in de roman is helemaal Van der Heijden: groots en meeslepend, met prachtige, beeldende beschrijvingen van alle mooie en vuile dingen die tot het leven horen. Regelmatig schept de taal echter juist afstand tot de lezer. De woorden en spelling zijn bijna overal hedendaags. Maar af en toe, vooral in de gedachten van Caspar, de titels van boeken en in dialogen, klinkt de taal van toen, met spelling en al en ook nog eens cursief. Dat werkt vervreemdend en schept afstand. Bijvoorbeeld als er op de deur geklopt wordt tijdens de huwelijksnacht.
"Seer met de opstyging van de vaar gequelt zijnde wilde ik Aeltje niet onder ogen komen. ‘Schuif maar onder de deur door,’ riep ik. En tot Sara: ‘Heb jij deze bruidskamer als postadres opgegeven?’ "
Het verhaal begint met de onthoofding van oud-burgemeester Roukens in het jaar 1705 in Nijmegen. De hoofdpersoon Caspar Sonmans woont deze als gemeentesecretaris bij. Hij denkt terug aan zijn leven, dat zevenentwintig jaar daarvoor een dramatische wending nam.
Het tweede deel speelt zich af in 1672. Op 9 juli trouwt Caspar met zijn grote liefde Sara in een Nijmegen dat belegerd wordt door de Fransen, op 10 juli is Nijmegen ingenomen en verdwijnt zijn vrouw. De Franse markies Cayolanni vordert een deel van het woonhuis van Caspars ouders en dwingt hem vluchtgeld te betalen voor zijn verdwenen vrouw.
Het derde en langste deel speelt zich weer zes jaar later af, als een terugblik vanuit 1705. Caspar is secretaris van de onderhandelaars voor de vrede en blijkt zes jaar lang op zoek geweest te zijn naar zijn vrouw. Zij stuurt als spionne bij de Fransen gecodeerde brieven die hij moet ontcijferen. Ook blijkt er 9 maanden en een paar weken na de bruiloft een baby te zijn geboren, die Caspar heeft gevonden in een kamer vol bloederige resten van de bevalling. Hij neemt het jongetje, dat hij Putto noemt, mee en brengt het naar zijn ouders. Het is deze Putto, die geneesheer is geworden, aan wie Caspar in het laatste korte deel in 1705 het verhaal van Sara vertelt.
Caspar vindt Sara terug, als maîtresse van Cayolanni, alleen om haar opnieuw te verliezen. Hier vertelt Van der Heijden wel erg expliciet wat de moraal van zijn verhaal is.
"(…) in die spiegelkamer met het hemelbed hadden twee strijders voor onverenigbare zaken tegenover elkaar gestaan. De een streefde het kleine geluk na, de ander het grote. Twee soldaten, en allebei even onvermurwbaar. Toen Sara brak, en toegaf, en het compromis daar was, diende de ondergang zich aan. Wie een compleet mens wilde zijn, moest niet tornen aan de compleetheid van een ander."
Voor liefhebbers van Van der Heijdens boeken is dit een mooie zijsprong van de auteur naar het historische genre, maar als historische roman is De ochtendgave te veel een geschiedenisboek.
Reageer op deze recensie