Lezersrecensie
Fantasielaatjes in het hoofd.
Marja Visscher is bij mij vooral bekend van haar historische verhalen. Hiervan heb ik er al meerdere met veel plezier gelezen. Dat zij ook kinderboeken schrijft was voor mij een verrassing. “Rara dat ben ik” is haar vierde kinderboek. Ik mocht dit boek lezen en jureren voor de Juno Kinderboekenprijs 2024.
Het verhaal is in de Ik-vorm geschreven vanuit de hoofdpersoon Rara. Zij woont met haar moeder Pietsie, als papa wil plagen zegt hij Ietsie-Pietsie, en vader Kreukel in een oude school. Haar beste vriend is Hicham en samen met hem beleeft Rara een spannend avontuur, wanneer een man zijn hond zomaar ineens achterlaat in het park. Als ze daarna ook nog een kat in een container vinden gaan ze op zoek naar die man. Kunnen ze hem vinden, en is het niet verstandiger om het aan de politie over te laten?
Het verhaal zit vol herkenbare situaties en omdat het vanuit Rara geschreven is zullen de kinderen zich al snel in haar kunnen verplaatsen. Ze start met Hicham een zoektocht vol grappige belevenissen en Marja legt veel humor in het verhaal. Rara gaat telkens op haar hoofd staan of maakt een radslag als ze na wil denken. Dit gaan vast meer kinderen proberen.
“Rara staat op haar handen als ze na wil denken. Dat geeft zo’n goed gevoel. Er springen in mijn kop de gekste laatjes open. Er valt van alles uit die fantasielaatjes.”
Verder verwerkt ze grappige kwinkslagen in de tekst zoals bij Hannes.
“Hannes, collega bij de vuilnisdienst, is in het harnas gestorven. “Liep hij in een harnas?” vraag ik. Ik moet er vreselijk om lachen. Hannes in zijn harnas, hangend achterop de vuilniswagen. “Vuilnisman in blik dat is weer eens wat anders dan veger en blik.”
Een serieuzer thema als dierenmishandeling gaat Marja niet uit de weg. Samen met Hicham bedenkt Rara een manier om de Dierenambulance en het plaatselijk asiel te helpen. De goede Doel actie die ze opzetten zullen de meeste kinderen herkennen, op hun school hebben ze er vast ook wel eens een gedaan.
Het was een fijne eerste kennismaking voor me met de kinderboeken van Marja. Herkenbare persoontjes en situaties nodigen uit om nog eens iets van haar op te pakken.
Het verhaal is in de Ik-vorm geschreven vanuit de hoofdpersoon Rara. Zij woont met haar moeder Pietsie, als papa wil plagen zegt hij Ietsie-Pietsie, en vader Kreukel in een oude school. Haar beste vriend is Hicham en samen met hem beleeft Rara een spannend avontuur, wanneer een man zijn hond zomaar ineens achterlaat in het park. Als ze daarna ook nog een kat in een container vinden gaan ze op zoek naar die man. Kunnen ze hem vinden, en is het niet verstandiger om het aan de politie over te laten?
Het verhaal zit vol herkenbare situaties en omdat het vanuit Rara geschreven is zullen de kinderen zich al snel in haar kunnen verplaatsen. Ze start met Hicham een zoektocht vol grappige belevenissen en Marja legt veel humor in het verhaal. Rara gaat telkens op haar hoofd staan of maakt een radslag als ze na wil denken. Dit gaan vast meer kinderen proberen.
“Rara staat op haar handen als ze na wil denken. Dat geeft zo’n goed gevoel. Er springen in mijn kop de gekste laatjes open. Er valt van alles uit die fantasielaatjes.”
Verder verwerkt ze grappige kwinkslagen in de tekst zoals bij Hannes.
“Hannes, collega bij de vuilnisdienst, is in het harnas gestorven. “Liep hij in een harnas?” vraag ik. Ik moet er vreselijk om lachen. Hannes in zijn harnas, hangend achterop de vuilniswagen. “Vuilnisman in blik dat is weer eens wat anders dan veger en blik.”
Een serieuzer thema als dierenmishandeling gaat Marja niet uit de weg. Samen met Hicham bedenkt Rara een manier om de Dierenambulance en het plaatselijk asiel te helpen. De goede Doel actie die ze opzetten zullen de meeste kinderen herkennen, op hun school hebben ze er vast ook wel eens een gedaan.
Het was een fijne eerste kennismaking voor me met de kinderboeken van Marja. Herkenbare persoontjes en situaties nodigen uit om nog eens iets van haar op te pakken.
1
Reageer op deze recensie