Lezersrecensie
Indrukwekkend
'De zon stond hoog aan de hemel en beschreef een brede koepel van witte vlammen boven de woestijn'
Gloeiend zand, een ronde blakerende en oogverblindende zon maar ook 'draden van hoop die prachtige dromen in zijn hart hadden geweven'.
Deze zinnen geven een idee van de sfeer in deze indrukwekkende novelle.
Het is ergens in de jaren '50. Palestijnen zijn in 1948, de Nakba, verdreven uit hun dorpen en olijfgaarden. Velen verblijven in vluchtelingenkampen in Libanon, Jordanië en op de Westelijke Jordaanoever. De hoofdpersonages: Aboe Kais, As'ad en Marwaan gaan op zoek naar een beter leven, geld verdienen in Koeweit. Mensensmokkelaars vragen veel geld en zijn onbetrouwbaar. De 3 mannen vinden elkaar in Zuid-Irak en komen tot een deal met Aboe-al- Khaizoeraan, chauffeur van een watertankwagen. Hij brengt ze door de woestijn naar Koeweit, bij de grenzen die ze passeren, moeten de mannen zich verbergen in de lege maar gloeiend hete watertank...
Kanafani, geboren in 1936 is zelf met zijn familie in 1948 gevlucht naar Libanon. Hij werd journalist, schrijver en ook politiek activist. Hij vond dat literatuur in dienst moet staan van strijd en verzet. De novelle moet dan ook gelezen worden als metafoor voor de tragiek van de Palestijnen. In 1972 werd Kanafani door een bomaanslag in Beiroet vermoord. De jaren daarvoor was hij woordvoerder van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina.
Een groots verhaal, beklemmend met een mooie, ook spannende opbouw en prachtig, zelfs poëtisch geschreven. Ik was wel blij met het nawoord van de vertaler: Djûke Poppinga, dat gaf een fijne verduidelijking.
Schrijnend is dat dit verhaal feitelijk van alle tijden is, niet alleen in Israël/Palestina maar op vele plekken in de wereld.
Gloeiend zand, een ronde blakerende en oogverblindende zon maar ook 'draden van hoop die prachtige dromen in zijn hart hadden geweven'.
Deze zinnen geven een idee van de sfeer in deze indrukwekkende novelle.
Het is ergens in de jaren '50. Palestijnen zijn in 1948, de Nakba, verdreven uit hun dorpen en olijfgaarden. Velen verblijven in vluchtelingenkampen in Libanon, Jordanië en op de Westelijke Jordaanoever. De hoofdpersonages: Aboe Kais, As'ad en Marwaan gaan op zoek naar een beter leven, geld verdienen in Koeweit. Mensensmokkelaars vragen veel geld en zijn onbetrouwbaar. De 3 mannen vinden elkaar in Zuid-Irak en komen tot een deal met Aboe-al- Khaizoeraan, chauffeur van een watertankwagen. Hij brengt ze door de woestijn naar Koeweit, bij de grenzen die ze passeren, moeten de mannen zich verbergen in de lege maar gloeiend hete watertank...
Kanafani, geboren in 1936 is zelf met zijn familie in 1948 gevlucht naar Libanon. Hij werd journalist, schrijver en ook politiek activist. Hij vond dat literatuur in dienst moet staan van strijd en verzet. De novelle moet dan ook gelezen worden als metafoor voor de tragiek van de Palestijnen. In 1972 werd Kanafani door een bomaanslag in Beiroet vermoord. De jaren daarvoor was hij woordvoerder van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina.
Een groots verhaal, beklemmend met een mooie, ook spannende opbouw en prachtig, zelfs poëtisch geschreven. Ik was wel blij met het nawoord van de vertaler: Djûke Poppinga, dat gaf een fijne verduidelijking.
Schrijnend is dat dit verhaal feitelijk van alle tijden is, niet alleen in Israël/Palestina maar op vele plekken in de wereld.
1
Reageer op deze recensie