Lezersrecensie
De road trip van Ruben
Ruben Linnik is nog geen 60 jaar en nog lang niet van plan dood te gaan. Wel vindt hij dat hij op een leeftijd gekomen is om na te denken over de dood en meer nog over een waardig einde. Hij is kunstenaar en heeft een bewogen leven achter zich. En één ding weet hij zeker, hij wil niet sterven en begraven worden in zijn huidige woonplaats, Welsum. Vijf jaar eerder verliet hij Amsterdam om zich helemaal te wijden aan het kunstenaarschap. De relatie met zijn kinderen verwaterde en die wil hij herstellen. En hij wil terug naar Amsterdam om daar zijn laatste jaren te slijten. Om dan begraven te worden op De Nieuwe Ooster, Zorgvliet of Sint Barbara.
Hij wil een en ander bespreken met zijn kinderen Noor en Max. Daarom nodigt hij ze uit voor een road trip naar Oostenrijk, naar een hotel in Bregenz waar ze vroeg met vakantie geweest zijn. Onderweg wil hij een mogelijkheid vinden om zijn voornemens en wensen met hen bespreken.
Het wordt een weekend waar nogal wat anders loopt dan Ruben hoopte, maar uiteindelijk verzoenen ze zich met elkaar en kan Ruben zijn wensen met zijn kinderen bespreken.
Tijdens hun vroegere vakantie zouden ze gaan paragliden, maar het kwam er toen niet van. Nu doen ze het alsnog.
De combinatie van alcohol en geestverruimende middelen valt niet goed bij Ruben en hij wordt er erg ziek van.
Maar dan gebeurt er iets volkomen onverwachts en moet iedereen zich bezinnen op de onderlinge verhoudingen en bijbehorende emoties.
Het boek bevat 5 delen. Het eerste deel is een soort voorspel op de andere delen. In het eerste deel is Ruben de hoofdrolspeler, in de andere delen minder, ook al draaien alle delen om hem.
In alle delen spelen de kinderen van Ruben een belangrijke rol, net als zijn kunstzinnige vriendin Bobbie. In de verschillende delen zijn er steeds rollen voor andere personen.
Erik Nieuwenhuis beschrijft de gebeurtenissen met veel humor, al is het regelmatig cynische of zwarte humor, precies zoals het bij dit verhaal past.
De karakters en emoties van de personen zijn raak getroffen en heel herkenbaar. De verschillende situaties in het boek en plekken waar ze plaatsvinden, zijn met weinig woorden, maar overduidelijk, op zo’n filmische manier beschreven dat je je deel voelt van het verhaal.
Ook de vele dialogen dragen ertoe bij dat het verhaal gaat leven.
Erik Nieuwenhuis (1964) debuteerde in2010 met “Een gat in de lucht” (uitgeverij Nieuw Amsterdam), deze roman was één van de genomineerde boeken voor de Academica Literatuurprijs 2012. In 2012 verscheen “Man van de wereld” bij uitgeverij Thomas Rap.
In de jaren ’90 verschenen verhalen van hem in literaire tijdschriften als Millennium, Maatstaf en Schrijver & Caravan (waarvan hij een van de oprichters was).
In 1996 ontving Erik Nieuwenhuis het Hendrik de Vries-stipendium voor een selectie uit zijn verhalen en in 2016 het Belcampo Stipendium.
In 2010 werd bij uitgeverij AFdH de bundel “Woordsoep” gepubliceerd, een bundeling van een aantal columns van de website “woordsoep”.
Nieuwenhuis werkte mee aan Motoerrrraria (uitgeverij AFdH. Daarnaast schrijft hij literaire columns voor Tzum en ultrakorte verhaaltjes voor Torpedo Magazine en diverse reisgidsen, onder andere voor de ANWB.
Naast zijn schrijverschap werkt Erik Nieuwenhuis als leraar Nederlands aan de Hogeschool van Amsterdam.
Hij wil een en ander bespreken met zijn kinderen Noor en Max. Daarom nodigt hij ze uit voor een road trip naar Oostenrijk, naar een hotel in Bregenz waar ze vroeg met vakantie geweest zijn. Onderweg wil hij een mogelijkheid vinden om zijn voornemens en wensen met hen bespreken.
Het wordt een weekend waar nogal wat anders loopt dan Ruben hoopte, maar uiteindelijk verzoenen ze zich met elkaar en kan Ruben zijn wensen met zijn kinderen bespreken.
Tijdens hun vroegere vakantie zouden ze gaan paragliden, maar het kwam er toen niet van. Nu doen ze het alsnog.
De combinatie van alcohol en geestverruimende middelen valt niet goed bij Ruben en hij wordt er erg ziek van.
Maar dan gebeurt er iets volkomen onverwachts en moet iedereen zich bezinnen op de onderlinge verhoudingen en bijbehorende emoties.
Het boek bevat 5 delen. Het eerste deel is een soort voorspel op de andere delen. In het eerste deel is Ruben de hoofdrolspeler, in de andere delen minder, ook al draaien alle delen om hem.
In alle delen spelen de kinderen van Ruben een belangrijke rol, net als zijn kunstzinnige vriendin Bobbie. In de verschillende delen zijn er steeds rollen voor andere personen.
Erik Nieuwenhuis beschrijft de gebeurtenissen met veel humor, al is het regelmatig cynische of zwarte humor, precies zoals het bij dit verhaal past.
De karakters en emoties van de personen zijn raak getroffen en heel herkenbaar. De verschillende situaties in het boek en plekken waar ze plaatsvinden, zijn met weinig woorden, maar overduidelijk, op zo’n filmische manier beschreven dat je je deel voelt van het verhaal.
Ook de vele dialogen dragen ertoe bij dat het verhaal gaat leven.
Erik Nieuwenhuis (1964) debuteerde in2010 met “Een gat in de lucht” (uitgeverij Nieuw Amsterdam), deze roman was één van de genomineerde boeken voor de Academica Literatuurprijs 2012. In 2012 verscheen “Man van de wereld” bij uitgeverij Thomas Rap.
In de jaren ’90 verschenen verhalen van hem in literaire tijdschriften als Millennium, Maatstaf en Schrijver & Caravan (waarvan hij een van de oprichters was).
In 1996 ontving Erik Nieuwenhuis het Hendrik de Vries-stipendium voor een selectie uit zijn verhalen en in 2016 het Belcampo Stipendium.
In 2010 werd bij uitgeverij AFdH de bundel “Woordsoep” gepubliceerd, een bundeling van een aantal columns van de website “woordsoep”.
Nieuwenhuis werkte mee aan Motoerrrraria (uitgeverij AFdH. Daarnaast schrijft hij literaire columns voor Tzum en ultrakorte verhaaltjes voor Torpedo Magazine en diverse reisgidsen, onder andere voor de ANWB.
Naast zijn schrijverschap werkt Erik Nieuwenhuis als leraar Nederlands aan de Hogeschool van Amsterdam.
1
Reageer op deze recensie