Kan een trend ook te hip zijn?
Af en toe komt het voor. Dan vind ik een boek in de brievenbus waar ik niet helemaal blij van word. Zo ook bij Groen is geweldig, van Rebecca Leffler. Zij maakte een kookboek voor de veganistische keuken. Haar motto is dat eten lekker moet zijn en er goed uit moet zien. Daar ben ik het helemaal mee eens, maar waar ligt het dan aan?
Het boek ziet er mooi en verzorgd uit. De foto’s zijn kleurrijk en de gerechten zien er lekker uit. Het boek is begint met basisrecepten voor veganistische alternatieven voor room of kaas en een aantal sauzen. Daarna is er een deel gewijd aan het ontbijt met zelfgemaakte granola en veel smoothies en sappen. Tussendoor is er aandacht voor beautytips en yoga.
Daarna volgt het koken, ingedeeld naar de 4 seizoenen. Hier merk je dat het van oorsprong een Amerikaans boek is; de boerenkool wordt bij de lente behandeld. Veel recepten zijn voor 1 persoon en hebben een flinke lijst aan ingrediënten. Die ingrediënten zijn allemaal redelijk goed verkrijgbaar, hoewel de natuurvoedingswinkel onmisbaar is. Qua hoeveelheden klopt het meestal wel, in 1 recept gaat het mis met de agar agar. Volg de aanwijzingen op de verpakking, anders kan je er mee stuiteren!
De schrijfster gebruikt in het door mij gekookte recept 4 bijzondere soorten meel omdat alle gerechten glutenvrij zijn. Hierdoor ontstaan wel eens wonderlijke gerechten, spaghetti waarvan de “spaghetti” gemaakt is van courgette of de “wrap” die uit een blad sla blijkt te bestaan. Verder is ze dol op superfoods als citroen, goji bessen en chiazaad. Deze worden gepresenteerd als best friend food, miso is je best friend food uit Japan. De schrijfstijl is heel familiar, als beste vriendinnen onder elkaar. Regelmatig worden stopzinnetjes, bijvoorbeeld my friends en of course niet vertaald.
In de tijd dat ik veganistisch kookte was lekkere taart een zeldzaamheid, daarom koos ik voor deze aardbei-hazelnootmuffins:
Voor 16 muffins van 70 g
100 g quinoameel
100 g arrowrootmeel
60 g amandelmeel
65 g sorghummeel
50 g volkoren rijstmeel
2 theelepels bakpoeder
100 gram aardbeien (en een paar extra als topping)
120 g rijpe banaan (ca 1 ½ banaan)
60 g geroosterde en gekneusde hazelnoten
2 eetlepels gemalen lijnzaad
5 ml citroensap
125 ml olijfolie met een neutrale smaak
15 g verse gember
120 ml esdoornsiroop
120 ml amandelmelk (wordt uitgelegd bij de basisrecepten hoe je dit zelf maakt )
½ theelepel vanille extract
½ thelepel kaneelpoeder
½ theelepel zout
Verwarm de oven voor op 180°C.
Week het lijnzaad ongeveer 3 minuten in 6 eetlepels water tot het mengsel lobbig wordt. Ontkroon de aardbeien en was ze. Snijd ze in vieren en zet opzij.
Meng de 4 soorten meel met het bakpoeder, het zout en het kaneelpoeder.
Schil de banaan en het stukje gember. Prak de banaan in een kommetje. Rasp de gember en roer door de banaan. Voeg de olijfolie, esdoornsiroop, het geweekte lijnzaad en het vanille-extract toe.
Roer het banaanmengsel door het meelmengsel en doe de amandelmelk erbij. Roer de aardbeienpartjes en gekneusde hazelnoten erdoor waarbij je een beetje apart houdt voor de topping. Vet de muffinvormpjes in met kokosolie of een andere plantaardige olie. Vul ze voor ¾ met het muffinbeslag. Leg er als topping 2 tot 3 stukjes aardbei en een paar stukjes hazelnoot op.
Bak de muffins 15 tot 17 minuten op 180°C (de baktijd verschilt per oven) tot een mes dat erin gestoken wordt er weer schoon uit komt. Haal de vormpjes uit de oven en laat ze iets afkoelen. Haal de muffins uit de vormpjes.
In een bijschrift wordt aangegeven dat variëren natuurlijk kan en doet de schrijfster een aantal suggesties. Mijn muffins heb ik in de herfstvariant met appels en noten gemaakt. Ik heb meer fruit gebruikt, 200 gram appel. Mijn proefpanel bestond uit collega’s die deze traktatie best konden waarderen.
Zelf heb ik niet veel met superfoods of glutenvrij eten als mode. Verder vind ik de schrijfstijl met het vriendinnen-onder-elkaar-toontje storend. Bovendien is ook de rawfoodtrend aanwezig. Pas op pagina 56 komt de eerste pan tevoorschijn, voor de doperwtjespuree. Daarvoor gaat alles in de blender of sapcentrifuge. Wel erg veel trends bij elkaar, in dit boek.
Pas op het moment dat ik over al mijn ergernissen heen kon stappen, kon ik dit boek de pluim geven die het wel verdient: Er wordt creatief met 100% plantaardig koken om gegaan. Die ideeën zijn prima en geven mij weer inspiratie om mooie en lekker gerechten te maken. En daar gaat het tenslotte om!
Reageer op deze recensie