Roman met een onconventionele schrijfwijze
De Amerikaanse auteur Ursula Hegi (1946) is opgegroeid in Duitsland. Voor haar eerste romans koos ze Duitsland vanaf 1915 als setting. In haar nieuwste roman De beschermheilige van zwangere meisjes (2020), wijkt ze daarvan af en gaat verder terug in de tijd, naar het Nordstrand van 1878. De vertaling is van Ine Willems.
Het boek start in 1878 waarin een monstergolf het leven neemt van drie jonge kinderen nadat ze bij een voorstelling van een rondreizend circus waren geweest. Daarna beginnen de verhalen over verschillende personages en groepen mensen die allen op een of andere manier zijn verbonden met het Noordzeestrand. Verweven in het boek is een legende over een verdronken stad, die er een vleugje mysterie in brengt. Het boek is opgedeeld in negen delen, waarbij er zeven spelen in 1878-1880 en twee andere terug in de tijd gaan naar 1842-1845 en 1859-1866.
Hegi heeft gekozen voor een onconventionele schrijfwijze. Ze schrijft haar verhaal fragmentarisch; korte momenten worden uitgelicht, met soms staccato dialogen waarbij niet wordt vermeld wie wat zegt, maar dat is eigenlijk ook niet belangrijk. Een verteller neemt de lezer mee naar de verschillende levens en dat zijn er best veel, zoals de roddelende oude vrouwen van het Nordstrand, de artiesten van circus Ludwig, de nonnen van het klooster en de zwangere meisjes die ze opvangen. Daarnaast zijn er solisten. Lotte, die drie van haar kinderen kwijtraakt tijdens een grote golf. Tilli, het elfjarige meisje dat zwanger is en nu bij de nonnen woont en Sabine en haar zwakbegaafde dochter Heike. Opvallend is dat alleen het verhaal van Sabine als ik-personage is uitgewerkt, waarbij onduidelijk is waarom.
Alle losse onderdelen vormen een verhaallijn, maar het is niet samenhangend. Nonnen die zich hebben afgekeerd van hun orde en kozen voor een eigen gemeenschap, waarin ze kunst en kennis combineren. Zwangere meisjes die niet werden gestraft voor hun zonde, maar worden opgeleid tot kindermädchen zodat ze een toekomst hebben. Lotte en haar man Kalle die op verschillende manieren rouwen, waarbij de ene op de vlucht slaat en de andere zwelgt in verdriet, om uiteindelijk samen iets te vinden zodat ze verder kunnen. Het leven in het circus van de 19e eeuw dat een plek is voor hen die anders zijn en zo kunnen overleven, en ook een plek is voor hen die (tijdelijk) willen vluchten uit hun leven. Het zijn mooie verhalen, maar het nadeel is dat er te veel in een boek is gestopt, waardoor niet alles tot zijn recht komt. De grote diversiteit van personages, de wijze van schrijven en het wisselen van plaats en tijd maken het een rommelig boek. Toch werkt het en door het steeds terugkeren van dezelfde groepen of personen, kom je als lezer net voldoende over ze te weten en lees je door.
Door het gebruik van de verteller blijft het verhaal op afstand en ook de korte momenten die worden beschreven laten de lezer niet dichter bij de personages komen. En toch weet Hegi de lezer wel te boeien. Met haar poëtisch te noemen schrijfstijl schetst ze kort situaties, om er later weer op terug te komen. Tussendoor zijn stukken tekst schuingedrukt en deze drukken de diepste gedachten van de personages uit, maar omdat die worden ‘verteld’ en niet uitgesproken blijven ze zweven als extra informatie zonder echt binnen te komen. Het gebruik van Duitse termen maakt het verhaal wel authentiek, maar het voegt niet echt iets toe. Het einde is vaag, met een mist over het strand en een helder licht is het aan de lezer om zelf te interpreteren of het goed of slecht afloopt.
De beschermheilige van zwangere meisjes is een sprookjesachtig boek vol roddel en rouw, maar ook over diversiteit en saamhorigheid, waarin een legende over een verdronken stad het verhaal een mysterieus laagje geeft.
Reageer op deze recensie