Mooie regency roman met leuke personages en pittige dialogen
De Amerikaanse Julia Quinn (1970), pseudoniem van Julia Pottinger Cotler is schrijfster van historische feelgoodromans die spelen tijdens de regency periode eind 18e en begin 19e eeuw. Quinns 'Bridgerton'-reeks kreeg in Nederland grote bekendheid nadat haar boeken door Netflix werden bewerkt tot een succesvolle TV-serie. Haar nieuwste romans gaan over de familie Rokesby en de verhalen spelen zich af voor de tijd van de Bridgertons. Het eerste heeft als titel De onuitstaanbare erfgenaam en de vertaling is van Karin Breuker.
De familie Rokesby heeft vier zonen, George, Edward, Andrew, Nicholas, en een dochter, Mary. George zal de titel van graaf, het landhuis en de landgoederen erven als oudste zoon, Edward en Andrew zijn in dienst van Engeland. Hun buren (slechts 4 à 5 kilometer verderop) zijn de Bridgertons, Billie (Sybilla) Bridgerton, haar broertjes Edmund en Hugo en zusje Georgiana. De beide families zijn close, Billie is met de jongens Rokesby opgegroeid en de beide moeders hopen op een ‘alliantie’ tussen beide families. Helaas ziet Billie de jongere Rokesby’s als broers en kan ze de oudste niet uitstaan, omdat hij alles altijd beter wist. Maar dan belandt ze samen met George op een dak…
Net als in de 'Bridgerton'-boeken, is het hoofdpersonage Billie een pittige jonge vrouw, die moeite heeft met de conventies van die tijd. Ze helpt haar vader bij het beheer van de landgoederen en rijdt in broek (!) te paard rond om de gewassen te controleren. Ze is daarmee geen doorsnee dame van stand, maar wel een door de pachters gerespecteerde dochter van de landeigenaar.
Het verhaal begint met Billie die een kat probeert te redden en zichzelf daarmee in de problemen brengt. Ze moet wachten op hulp, maar als die verschijnt in de persoon van George zet dat een serie gebeurtenissen in gang, die zie niet hadden kunnen voorzien. Deze scène duurt vrij lang, maar is geen moment saai, want de interactie tussen Billie en George is geweldig. De flirterige en ruziënde toon is gezet en die blijft gedurende het boek volop aanwezig. Voor de lezer is het snel duidelijk dat Billie en George een geweldig koppel zijn, maar voordat ze daar zelf achter komen, is er een hoop gebeurd.
Quinn heeft een fijne manier van schrijven. Het leest vlot en de hoofdstukken zijn niet te lang. Ze weet de sfeer van de Regency-jaren goed te vangen en het beschrijven van kleding en omgeving zorgt ervoor dat je als lezer zo voor je ziet waar ze zijn, of dat nu op een dak van een leegstaande boerderij is, of op een bal van de Londense ‘ton’,
Het tempo waarin het geheel speelt is niet zo hoog. Quinn neemt de tijd om de personages in de juiste setting te plaatsen, maar vooral om de wisselwerking tussen Billie, George en de anderen uit te werken. Het typeert de verhalen van Quinn, want het draait om de sterke dialogen, die passend zijn voor die tijd en met beleefdheden zoals gebruikelijk, maar ook spitsvondig zijn en vol humor zitten. Door deze gesprekken, maar ook door het lezen van hun gedachtes leer je de personages goed kennen.
Ondertussen worden er lijntjes uitgezet die in de volgende boeken een vervolg zullen krijgen. Zo komt broer Edward in het verhaal terwijl hij niet fysiek aanwezig is. Wie de korte samenvatting van het tweede deel leest, zal zien dat hij daarin centraal staat. Ook de broers Andrew en Nicholas zijn hoofdpersonages in respectievelijk deel drie en vier. Het is een serie, maar de boeken hebben afgeronde verhalen en zijn los van elkaar te lezen, hoewel er in de latere delen onvermijdelijk terugblikken zullen zijn naar de voorgaande delen.
De onuitstaanbare erfgenaam is een fijne start van deze nieuwe reeks. Voor de fans van Regency-verhalen die houden van een romance met leuke personages en pittige dialogen is het genieten. En met nog drie delen in het verschiet hoeven we gelukkig nog geen afscheid te nemen van de Rokesby’s en de Bridgertons.
Reageer op deze recensie