De legendes van de Provence brengen de natuur tot leven
De Franse auteur Olivier Mak-Bouchard groeide op in Frankrijk in de Provence in het gebied van de Luberon. Inmiddels woont hij in San Francisco, maar zijn liefde voor zijn geboortestreek is zo groot dat hij zijn debuutroman Het lied van de Mistral daar situeerde. Het boek is vertaald voor Gertrud Maes.
Als eerste is er een overzichtsplaatje van het deel van de Provence waar het verhaal zich afspeelt. Zo staan de bergen Mont Ventoux, Monts de Vaucluse, en de Grand Luberon erop aangeven evenals de rivier Le Calavon en andere voor het verhaal belangrijke plaatsen. Hoewel het verhaal ook zonder dit overzicht goed is te volgen, is het een handige aanvulling voor het visualiseren tijdens het lezen.
In de proloog worden we als lezer getrakteerd op een legende over de schepping van de wereld. Niet het ‘gewone’ scheppingsverhaal, maar de legende die bekend is in de Provence, waar Water, Lucht, Aarde en Vuur, Onze Lieve Heer op de zevende dag mogen adviseren en het kalksteen en de Mistral hun oorsprong vinden. Beide spelen een grote rol in dit boek.
Vervolgens leren we het naamloze ik-personage, zijn buurman Monsieur Sécaillat en de kat Huzaar kennen en begint het avontuur van deze heren. Na een flinke onweersbui is er op het land van Monsieur Sécaillat een muurtje weggezakt, wat een onderliggende laag blootlegt vol scherven uit de oudheid. De beide mannen besluiten om deze uit te graven en te verzamelen zonder de overheid in te lichten. Het is illegaal, maar ze denken er mee weg te kunnen komen omdat het op eigen land is. Dan stuiten ze op een bassin en waterbron en raken ze in de ban van het water met de nodige gevolgen.
Het verhaal is een verweving van mythes en legendes in combinatie met de pracht en macht van de natuur van de Provence. Het ik-personage gaat op zoek naar de historie van de scherven en de bron en vindt informatie die is te herleiden naar verhalen uit het verleden. Deze krijgen een eigen plek in het boek. Zo zijn er hoofdstukken over Hannibal en zijn leger met olifanten die de Alpen over wilden steken op weg naar Rome, terwijl de krachtige Mistral voor grote problemen zorgt. Daarnaast is er een kerstverhaal opgenomen: ‘Castor en de zwijnen’ en zorgt het ik-personage, die onder invloed raakt van de bron, voor nieuwe verhalen gebaseerd op oude legendes.
Elk hoofdstuk begint met een citaat of een gezegde. De citaten zijn van schrijvers uit de Provence zoals Henri Bosco, Jean Giono en Frédéric Mistral en hebben betrekking op wat er gebeurt in het hoofdstuk. De gezegdes zijn in de oorspronkelijke taal weergegeven met Nederlandse vertaling. Daarnaast komen er in de hoofdstukken zelf ook Franse (soms Provençaalse) zinnen voor, die aan het einde van het hoofdstuk een vertaling krijgen. Het verhoogt de sfeer door een stukje authenticiteit.
'Lou mounde est uno escalado, qu calo (De wereld is een ladder, sommigen klimmen op, anderen blijven staan).'
De afwisseling van de vondst van de bron en de gevolgen ervan als rode lijn met de legendes uit de Provence, is een goede keus maar het is zoeken naar een balans. Het lijken losstaande delen en toch zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden wat naar het einde toe duidelijk wordt. Het is een dromerig geheel, waar de natuur een grote rol speelt en de personages ondergeschikt zijn. Mak-Bouchard laat door zijn soms poëtische wijze van schrijven de Provence tot leven komen. De macht van de natuur komt op het einde tot een explosief slotstuk en dan valt alles op zijn plek als het ik-personage zijn werkelijke rol ontdekt. De epiloog, in de vorm van een legende, zorgt voor afronding van de laatste open eindjes.
Het lied van de Mistral is een bijzonder boek waarin een grote rol is weggelegd voor de indrukwekkende natuur van de Provence met haar eigen mythes en legendes en de krachtige Mistral.
Reageer op deze recensie