Indrukwekkende historische roman
De Britse schrijfster Ruth Druart studeerde psychologie. Mensen fascineren haar en ze creëert graag eigen personages, elk met hun eigen gebreken en ontroerend op hun eigen manier. Dat is terug te vinden in haar debuutroman Terwijl Parijs sliep (2021), vertaald door Carolien Metaal.
Na het lezen van de korte samenvatting verwacht je als lezer direct in een verhaal over de Tweede Wereldoorlog terecht te komen, maar het begint acht jaar na het einde van de oorlog in Santa Cruz, Amerika.
Het is 1953 en Jean-Luc is gelukkig met zijn vrouw Charlotte en hun zoontje Sam van negen. Hun geluk wordt ruw verstoord wanneer de FBI Jean-Luc ophaalt voor verhoor. Hij weet precies waarvoor ze met hem willen praten en heeft deze dag altijd gevreesd. Via het verhoor van Jean-Luc gaan we met hem terug naar Parijs 1944, waar hij als spoorarbeider tewerk wordt gesteld in Bobigny, vlakbij bij het Nazi doorvoerkamp Drancy.
De tweede verhaallijn begint later in het boek en gaat over Sarah, een jonge Joodse vrouw, getrouwd met David en hoogzwanger als in 1944 het bericht van deportatie komt. Ze duiken onder en Sarah bevalt van een zoon, maar ze worden kort daarna opgepakt. Wanneer Sarah op het station staat te wachten op de trein met onbekende bestemming, neemt ze een impulsieve beslissing die haar leven en die van anderen voor altijd zal beïnvloeden
Die beslissing zorgt ervoor dat Jean-Luc en Charlotte in 1944 Frankrijk moeten ontvluchten. De vluchtroute door de Pyreneeën is lang en gevaarlijk en Druart weet dat goed te beschrijven, de constante spanning van die reis, de angst en vermoeidheid zijn voelbaar. Niet alleen daar, maar gedurende het hele boek weet de schrijfster gevoelens en gedachten zo neer te zetten dat die je als lezer aangrijpen. In het verhaal van Sarah en David in Parijs van 1953 voeren onbegrensde liefde, verdriet en onmacht de boventoon. Het is intens en hartverscheurend om te lezen hoe iedereen het beste wilde doen, maar daarbij vergeet dat je een kind niet zomaar kan wegrukken uit een ander leven, omdat ‘volgens het recht zo moet’. Vooral de continue twijfels van Sarah zijn door Druart sterk uitgewerkt.
'Hij heeft haar gebeden verhoord toen ze Hem smeekte haar zoon te beschermen. Dat had genoeg moeten zijn. Maar nee. Ze wilde meer, nietwaar? Hebzuchtig en egoïstisch moest en zou ze haar zoon terugkrijgen, niet alleen om van te houden, maar ook om te bezitten.'
In het boek gaat het veel over het maken van keuzes. Door verweving van de gebeurtenissen tijdens de oorlogsjaren, kunnen we ook begrijpen waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt, maar niet alles is overtuigend. De reden om Sam geen Frans te leren voelt geforceerd, maar het is wel nodig voor het verloop van het verhaal.
De hoofdstukken verspringen van 1953 naar 1944 en weer terug, maar wisselen ook van perspectief. Jean-Luc en Charlotte vertellen ieder hun eigen verhaal, later komen daar nog de andere vertellers Sarah en Sam bij. De hoofdstukken van Charlotte en Sam zijn in eerste persoon geschreven, de andere in derde persoon. In beide vormen weet de schrijfster gevoelens en gedachten duidelijk over te brengen en is er goed met de personages mee te leven. Druart heeft een schrijfstijl die prettig leest en het verhaal zonder afleiding tot zijn recht laat komen. De hoofdstukken zijn niet lang en samen met de aangrijpende verhaallijnen die de aandacht van de lezer constant vasthouden, leest het boek vlot. De epiloog rondt alles af door het leven van Sam te schetsen in 1968.
Terwijl Parijs sliep is een indrukwekkend, fictief historisch verhaal, deels gebaseerd op gebeurtenissen uit de oorlog zoals die echt zijn gebeurd. Het laat zien hoe sterk mensen kunnen zijn als het gaat om het leven en geluk van een kind en dat dan keuzes moeten worden gemaakt die tegen alle regels en logica ingaan.
Reageer op deze recensie