Lezersrecensie
Herontdekte klassieker.
Het verhaal: Suriname ik ben, geschreven door Bea Vianen, is oorspronkelijk uitgegeven in 1969 met de titel: Sarnamim, hai. Het was indertijd het eerste werk van een Suriname vrouw dat bij een Nederlandse uitgeverij verscheen In 2021 verscheen de nieuwe uitgave, wat hiervan precies de reden is, is mij onduidelijk. Wellicht heeft de black lives maters hier iets mee te maken.
Het boek: Suriname ik ben speelt zich af in de jaren zestig. Het boek gaat over S. die zich in het boek niet met haar eigen naam noemt. Ze groeit op in een troosteloze omgeving en is onzeker over waar ze vandaan komt. S. gaat op zoektocht naar het verleden, voornamelijk naar haar grootvader. De enige die haar hierover iets kan vertellen is de drankverslaafde buurvrouw Adjodiadei.
S. woont met haar broertje Ata in het huis van haar Creoolse vader en haar broertje Ata. Haar moeder is op 30-jarige leeftijd overleden, toen S.acht jaar oud was.
.
Aan het eind van het boek weet S. zich te ontworstelen uit haar situatie. S.gaat een relatie aan met de moslim, met de toepasselijke naam Islam. Dit doet ze deels om los te komen van haar eenzaamheid en verveling anderzijds om haar vader te provoceren Ze raakt ongewenst zwanger en trouwt met Islam, omdat ongetrouwd zwanger nog een grotere schande is. Uiteindelijk maakt ze de keuze om zich los te maken van haar tirannieke echtgenoot en om haar vaderland, familie en kind op te geven. Uiteindelijk vond ze hierdoor haar vrijheid.
In de laatste alinea beschrijft ze enerzijds haar verlies en de triomf van Islam: ‘Het is afgelopen. Alles. Alles. (…) De voetstappen verwijderen zich steeds vlugger en triomfantelijker.’ Maar anderzijds is ze zich ten volle bewust van wat ze wel en niet wil, en de vrijheid die ze nu heeft: ‘Ik ben geen S. of het meisje. Niet meer. Sita! Sita! Ik durf mezelf bij de naam te noemen. Omdat ik weet wat ik niet wil: Stikken! Stikken! Stikken! Ze glimlacht door haar tranen heen. Het begint te regenen.’
Het boek is prachtig en in detail geschreven, de wildernis en de natuur wordt mooi beeldend weergegeven. Er is veel armoede en er heerst een machocultuur, vrouwen hebben weinig tot niets te zeggen. De kern van het boek ligt op de verhoudingen tussen de etnische bevolkingsgroepen en de roep om vrijheid: de roep om identiteit.
Het boek doet mij denken aan het boek: gebroken wit van Astrid Roemer. Roemer laat zien hoe multicultureel de Surinaamse samenleving is en wat voor impact de hiërarchie van ras, kleur en geloof heeft. Wellicht is Roemer geïnspireerd door Vianen.
Het verhaal is mijn inziens universeel. We hoeven maar te kijken naar de situatie van vrouwen momenteel in Iran.
1
Reageer op deze recensie