Lezersrecensie
een beetje vreemd, maar wel lekker
De zeven manen van Maali Almeida is geschreven door Shehan Karunatilaka, een wereldburger die opgroeide in Colombo, Sri Lanka, studeerde in Nieuw-Zeeland en werkte in Londen, Amsterdam en Singapore. Het boek won de Booker Prize 2022 terwijl zijn debuutroman ook al in de prijzen viel. Het boek werd oorspronkelijk uitgebracht onder de naam Chats with the dead in 2020, maar na bewerking met een nieuwe titel The seven moons of Maali Almeida in het Engels uitgebracht in 2022 en is inmiddels vertaald naar onder andere het Frans, Duits en Nederlands. De uitstekende Nederlandse vertaling staat op naam van Robert Neugarten.
Maali Almeida, oorlogsfotograaf van beroep, ontwaakt na zijn dood op een onwerkelijke plek: het Tussenin. Hoe is hij daar gekomen? En wat gebeurt er nu met zijn foto’s? Hij heeft zeven manen de tijd om antwoorden te vinden. Het verhaal speelt zich (grotendeels) af in Colombo, Sri Lanka tegen de achtergrond van de burgeroorlog aldaar. Enige voorkennis van de Sri Lankaanse geschiedenis geeft meer context en biedt wat houvast, maar is niet noodzakelijk om de zoektocht van Maali te kunnen volgen.
Het verhaal is in flinke hoofdstukken (manen) opgebouwd, maar die hoofdstukken worden prettig opgedeeld in kleinere paragrafen. De lezer wordt via flashbacks heen en weer geslingerd tussen toen en nu en daarnaast tussen het Tussenin en de aardse wereld, maar er is een zekere chronologie te vinden in deze wirwar. Waar het boek aanvankelijk chaotisch aandoet, geven de manen houvast en vinden de elementen naar het einde toe steeds meer hun plek. De puzzel valt in elkaar. Daar waar Maali antwoorden vindt, ontstaat langzaam maar zeker een rust die ook neerdaalt op de lezer.
Door het boek heen klinkt een magische en licht cynische, satirisch humoristische toon zonder dat het echt cynisch wordt. Het is zwaar maar tegelijkertijd heeft het iets luchtigs. Het tussenin is soms griezelig, soms bemoedigend en ook treurig, uitzichtloos. Het voelt beklemmend maar grijpt de lezer niet bij de strot waardoor er een afstand blijft tot Maali. Als je je afvraagt wat er is na de dood luidt het antwoord, “precies zoals hier, maar dan erger”. De auteur heeft dit citaat uitstekend uitgewerkt en geïllustreerd in zijn omschrijvingen van de karakters en de omgeving. De lezer waant zich bij vlagen zelf in het tussenin waar het echt geen prettig toeven is.
De tweede persoonsvorm die wordt ingezet, voelt aanvankelijk bevreemdend, soms ook verwarrend aan, maar ook dat wordt makkelijker, comfortabeler naarmate het boek vordert. Het wordt niet precies duidelijk welke stem er klinkt, de lezer kan en mag daar zelf invulling aan geven. Of het een hogere spirituele zelf is van Maali, een spirituele leider of misschien een oude meester, de lezer bepaalt. Hoewel de (levende) personages en (dode) karakters allen vanuit het perspectief van Maali worden beschreven, worden ze geen van allen plat/1-dimensionaal, maar stuk voor stuk krijgen ze inhoud en vorm.
Het boek biedt een rijkdom aan thema’s die mede vorm krijgen door het in magisch realisme te gieten. De auteur heeft hiermee ruimte gecreëerd om de realiteit onder de aandacht te brengen. De gruwelijke realiteit: de corruptie, de uitbuiting, de schending van mensenrechten en de rol die de overheid daarin gespeeld heeft. Daarnaast past het magisch realisme ook goed bij het boeddhisme en hindoeïsme in Sri Lanka.
Dit is geen boek voor iedere lezer, maar als je het aandurft loont het de inspanning. "Best een beetje vreemd, maar wel lekker".
Maali Almeida, oorlogsfotograaf van beroep, ontwaakt na zijn dood op een onwerkelijke plek: het Tussenin. Hoe is hij daar gekomen? En wat gebeurt er nu met zijn foto’s? Hij heeft zeven manen de tijd om antwoorden te vinden. Het verhaal speelt zich (grotendeels) af in Colombo, Sri Lanka tegen de achtergrond van de burgeroorlog aldaar. Enige voorkennis van de Sri Lankaanse geschiedenis geeft meer context en biedt wat houvast, maar is niet noodzakelijk om de zoektocht van Maali te kunnen volgen.
Het verhaal is in flinke hoofdstukken (manen) opgebouwd, maar die hoofdstukken worden prettig opgedeeld in kleinere paragrafen. De lezer wordt via flashbacks heen en weer geslingerd tussen toen en nu en daarnaast tussen het Tussenin en de aardse wereld, maar er is een zekere chronologie te vinden in deze wirwar. Waar het boek aanvankelijk chaotisch aandoet, geven de manen houvast en vinden de elementen naar het einde toe steeds meer hun plek. De puzzel valt in elkaar. Daar waar Maali antwoorden vindt, ontstaat langzaam maar zeker een rust die ook neerdaalt op de lezer.
Door het boek heen klinkt een magische en licht cynische, satirisch humoristische toon zonder dat het echt cynisch wordt. Het is zwaar maar tegelijkertijd heeft het iets luchtigs. Het tussenin is soms griezelig, soms bemoedigend en ook treurig, uitzichtloos. Het voelt beklemmend maar grijpt de lezer niet bij de strot waardoor er een afstand blijft tot Maali. Als je je afvraagt wat er is na de dood luidt het antwoord, “precies zoals hier, maar dan erger”. De auteur heeft dit citaat uitstekend uitgewerkt en geïllustreerd in zijn omschrijvingen van de karakters en de omgeving. De lezer waant zich bij vlagen zelf in het tussenin waar het echt geen prettig toeven is.
De tweede persoonsvorm die wordt ingezet, voelt aanvankelijk bevreemdend, soms ook verwarrend aan, maar ook dat wordt makkelijker, comfortabeler naarmate het boek vordert. Het wordt niet precies duidelijk welke stem er klinkt, de lezer kan en mag daar zelf invulling aan geven. Of het een hogere spirituele zelf is van Maali, een spirituele leider of misschien een oude meester, de lezer bepaalt. Hoewel de (levende) personages en (dode) karakters allen vanuit het perspectief van Maali worden beschreven, worden ze geen van allen plat/1-dimensionaal, maar stuk voor stuk krijgen ze inhoud en vorm.
Het boek biedt een rijkdom aan thema’s die mede vorm krijgen door het in magisch realisme te gieten. De auteur heeft hiermee ruimte gecreëerd om de realiteit onder de aandacht te brengen. De gruwelijke realiteit: de corruptie, de uitbuiting, de schending van mensenrechten en de rol die de overheid daarin gespeeld heeft. Daarnaast past het magisch realisme ook goed bij het boeddhisme en hindoeïsme in Sri Lanka.
Dit is geen boek voor iedere lezer, maar als je het aandurft loont het de inspanning. "Best een beetje vreemd, maar wel lekker".
3
Reageer op deze recensie