Lezersrecensie
Hard werken, niet zeuren.
Confrontaties - Simone Atangana Bekono
Een indrukwekkende ‘teaser’ opent deze roman. Salomé Atabong (de hoofdpersoon) herinnert zich een gebeurtenis uit groep zeven/acht. Met de klas lopen ze langs het hek van het AZC, jongens uit haar groep gooien lachend muntjes naar een man bij het hek!
Het thema racisme dringt zich meteen aan je op. Racisme die er voor zorgt dat je je een ‘buitenstaander’ voelt . Een gevoel dat Simone zelf aan den lijve heeft ervaren. In het dorp waar ze opgroeide was ze een van de weinig gekleurde mensen.
Simone Atangana Bekono wilde een roman schrijven over het thema: wat verbindt jou, als persoon, met de rest van de mensen in je gemeenschap, ervaar je ‘insluiting’ of juist ‘buitensluiten’? Geef je alleen of krijg je ook iets?
Salomé is dit thema. Als jeugdige delinquent moet ze een half jaar in detentie voor het mishandelen van twee schoolgenoten.
Het verhaal wordt verteld vanuit de ‘ik’-persoon Salomé. Door het laten verspringen van het tijdsperspectief, flash-backs naar heden, lees je dat zij op het gymnasium veel werd gepest. Haar vader koopt een boksbal en leert haar: “Sla door je vijand heen!” Haal goede cijfers op school… zijn adagium is:
werk hard, zeur niet! Maar daar komt Salomé er niet mee… ze pesten haar nog steeds!
In de detentie moet ze therapie ondergaan van Frits. Hij heeft meegedaan aan de reality-serie: Groeten uit de rimboe. Wie Frits precies is… is hij echt geïnteresseerd in andere culturen? is hij niet racistisch?
Salomé voelt geen band met hem. Moet hij mij helpen? Hij snapt er niets van. “… Ik schreeuw omdat ik niet wil huilen.. en dan gaat het fout..” (blz 55)
Als zij therapie weigert, worden haar vrijheden steeds verder ingeperkt!
“…Geen fucking bezoek, morgen moet ik weer tegenover die kutgrijns van die kutgast zitten…”(blz 65)
Salomé is een slimme meid, ze trekt een parallel tussen Frits en de Griekse mythe van Prometheus, tussen Frits en het narcisme.
Salomé’s gedachten gaan sprongsgewijs, ze flitsen door haar hoofd, haar associaties gaan chaotisch. De beelden volgen elkaar niet op een logische manier op:
“… Ze voelt zich in haar eigen draaikolk, wel in beweging maar nergens naar toe, of ….. is het een put…niemand wil accepteren hoe diep-ie zit …”(blz 101)
De roman is vooral een ‘Confrontatie’ met het feit dat de dingen niet zijn zoals jij ze had begrepen. Die ‘schok’ dat niets meer op de oude plekken past, dat is het gevoel van ‘angst’, je ziet niet wat je dacht dat je zag…je bent zelf niet eens wat je dacht. Haar wereldbeeld wordt verstoord, aangetast. Er is geen rust om haar heen, het is chaos.
Op een prachtig invoelbare wijze schrijft Simone Atangana Bekono beeldend wat de negatieve gebeurtenissen in het hoofd van de hoofdpersoon doen. Ze spoken rond, ze spannen samen, vormen een groep tegen haar… maar zij kent hun regels niet. Zij wil zo intens graag harmonie. Het is schrijnend om te lezen.
Is dit ‘uitsluiting’ of ‘insluiting’? Salomé schetst een totaal verlaten beeld van zich zelf! Je moet niet den ken dat je alleen bent…Zeur niet … werk hard… Maar ik zeurde niet … ik werkte hard… ik werd gepest….
Door dit verhaal word je geconfronteerd met de gedachtewereld, gevoelswereld van een begaafde puber. Zij probeert zichzelf te analyseren, met zichzelf in het reine te komen, ze wordt geconfronteerd met zichzelf.
De lezer wordt geconfronteerd met haar angsten en verlangens!
Een indringend boek!
Een indrukwekkende ‘teaser’ opent deze roman. Salomé Atabong (de hoofdpersoon) herinnert zich een gebeurtenis uit groep zeven/acht. Met de klas lopen ze langs het hek van het AZC, jongens uit haar groep gooien lachend muntjes naar een man bij het hek!
Het thema racisme dringt zich meteen aan je op. Racisme die er voor zorgt dat je je een ‘buitenstaander’ voelt . Een gevoel dat Simone zelf aan den lijve heeft ervaren. In het dorp waar ze opgroeide was ze een van de weinig gekleurde mensen.
Simone Atangana Bekono wilde een roman schrijven over het thema: wat verbindt jou, als persoon, met de rest van de mensen in je gemeenschap, ervaar je ‘insluiting’ of juist ‘buitensluiten’? Geef je alleen of krijg je ook iets?
Salomé is dit thema. Als jeugdige delinquent moet ze een half jaar in detentie voor het mishandelen van twee schoolgenoten.
Het verhaal wordt verteld vanuit de ‘ik’-persoon Salomé. Door het laten verspringen van het tijdsperspectief, flash-backs naar heden, lees je dat zij op het gymnasium veel werd gepest. Haar vader koopt een boksbal en leert haar: “Sla door je vijand heen!” Haal goede cijfers op school… zijn adagium is:
werk hard, zeur niet! Maar daar komt Salomé er niet mee… ze pesten haar nog steeds!
In de detentie moet ze therapie ondergaan van Frits. Hij heeft meegedaan aan de reality-serie: Groeten uit de rimboe. Wie Frits precies is… is hij echt geïnteresseerd in andere culturen? is hij niet racistisch?
Salomé voelt geen band met hem. Moet hij mij helpen? Hij snapt er niets van. “… Ik schreeuw omdat ik niet wil huilen.. en dan gaat het fout..” (blz 55)
Als zij therapie weigert, worden haar vrijheden steeds verder ingeperkt!
“…Geen fucking bezoek, morgen moet ik weer tegenover die kutgrijns van die kutgast zitten…”(blz 65)
Salomé is een slimme meid, ze trekt een parallel tussen Frits en de Griekse mythe van Prometheus, tussen Frits en het narcisme.
Salomé’s gedachten gaan sprongsgewijs, ze flitsen door haar hoofd, haar associaties gaan chaotisch. De beelden volgen elkaar niet op een logische manier op:
“… Ze voelt zich in haar eigen draaikolk, wel in beweging maar nergens naar toe, of ….. is het een put…niemand wil accepteren hoe diep-ie zit …”(blz 101)
De roman is vooral een ‘Confrontatie’ met het feit dat de dingen niet zijn zoals jij ze had begrepen. Die ‘schok’ dat niets meer op de oude plekken past, dat is het gevoel van ‘angst’, je ziet niet wat je dacht dat je zag…je bent zelf niet eens wat je dacht. Haar wereldbeeld wordt verstoord, aangetast. Er is geen rust om haar heen, het is chaos.
Op een prachtig invoelbare wijze schrijft Simone Atangana Bekono beeldend wat de negatieve gebeurtenissen in het hoofd van de hoofdpersoon doen. Ze spoken rond, ze spannen samen, vormen een groep tegen haar… maar zij kent hun regels niet. Zij wil zo intens graag harmonie. Het is schrijnend om te lezen.
Is dit ‘uitsluiting’ of ‘insluiting’? Salomé schetst een totaal verlaten beeld van zich zelf! Je moet niet den ken dat je alleen bent…Zeur niet … werk hard… Maar ik zeurde niet … ik werkte hard… ik werd gepest….
Door dit verhaal word je geconfronteerd met de gedachtewereld, gevoelswereld van een begaafde puber. Zij probeert zichzelf te analyseren, met zichzelf in het reine te komen, ze wordt geconfronteerd met zichzelf.
De lezer wordt geconfronteerd met haar angsten en verlangens!
Een indringend boek!
3
Reageer op deze recensie