Lezersrecensie
Het heden en de toekomst kunnen het verleden verlichten.
De brul van de jaguar - Micheliny Verunschk
Het verhaal leest als een sprookje, het is allesbehalve een sprookje wat betreft de inhoud.
Het is gegrond op historische gebeurtenissen. Een tweetal wetenschappers uit Beieren gaan in opdracht van koning Maximilian de flora en fauna van het Amazone-bekken in kaart brengen. Hun reis duurt drie jaar (1817-1820).
Het is het leefgebied van inheemse stammen, die er in vrede leven. In hun cultuur is de hele natuur bezield. Iñe-e, dochter van het Miranha volk, vindt het gewoon te kunnen spreken met de Vrouwe van het Wild: de Jaguar.
De twee witte mannen komen niet alleen de flora tekenen: hun ziel vangen op papier, ook haar ziel werd gestolen door de overmeesteraar. Hij dwong haar zich uit te kleden, hij zat al met tekenmateriaal en verf in de aanslag.
De beide mannen, Spix en Martius, nemen niet alleen hun tekeningen mee, ook dieren en zij ontvoeren kinderen. Deze kinderen waren nog nooit buiten hun leefgebied het Amazone woud geweest. Nu werden ze op schepen gestouwd en geconfronteerd met de oceaan. Zij waren intens angstig, water… zoveel water… overal water! Slechts twee kinderen overleven de reis. Iñe-e en de jongen van het Juri volk.
Dan komt er een tweede verhaallijn tevoorschijn. Nu springen we naar het heden: Josefa een vrouw uit Sao Paulo. Een gevluchte vrouw met een ongemakkelijk verleden, ontsnapt aan een gewelddadige relatie. Zij is al tijden onrustig, ondanks alles kan ze niet ontdekken waarom. Als ze naar een expositie gaat over de geschiedenis van Brazilië ziet ze een portret van Iñe-e. Zij voelt een diepe verwantschap en besluit naar München af te reizen om verder onderzoek te doen. Wie is zij, wat kan ze mij vertellen…
Zij hoort een roep en gaat er achter aan.
De Grootvader van Iñe-e, een wijze man, weet dat je
“… zonder woorden geen mens kunt zijn… wie dat woord niet heeft is ten dode opgeschreven… “ (p.29)
De toekomst van Iñe-e ligt in het land van de witte man… zij kent de taal niet!
“… haar hart viel dicht zoals de nacht over het regenwoud valt en angst met zich mee brengt… haar gevoelens lagen overhoop als de stapel schillen van kleine kokosnoten…”(p30)
We lezen dit verhaal vanuit verschillende perspectieven. Dat brengt een eigen taalgebruik met zich mee. De taal van Iñe-e, die met de bezielde natuur kan spreken, leest heel anders dan die van Josefa, een eigentijdse vrouw.
De koningin van Beieren communiceert weer anders. Het is een boeiend geheel en sleept je, mede door de prachtige poëtische tekst, mee het verhaal in.
Een prachtige historische roman waarin de verhaallijnen die worden opgezet mooi door elkaar worden verweven. De verhaalcultuur van het Miranha volk, de binnenwereld van Iñe-e, de zoektocht van Josefa, de tocht van de beide wetenschappers… alle verhaallijnen zijn grondig door de auteur onderzocht en in deze roman bij elkaar gekomen.
Het verhaal leest als een sprookje, het is allesbehalve een sprookje wat betreft de inhoud.
Het is gegrond op historische gebeurtenissen. Een tweetal wetenschappers uit Beieren gaan in opdracht van koning Maximilian de flora en fauna van het Amazone-bekken in kaart brengen. Hun reis duurt drie jaar (1817-1820).
Het is het leefgebied van inheemse stammen, die er in vrede leven. In hun cultuur is de hele natuur bezield. Iñe-e, dochter van het Miranha volk, vindt het gewoon te kunnen spreken met de Vrouwe van het Wild: de Jaguar.
De twee witte mannen komen niet alleen de flora tekenen: hun ziel vangen op papier, ook haar ziel werd gestolen door de overmeesteraar. Hij dwong haar zich uit te kleden, hij zat al met tekenmateriaal en verf in de aanslag.
De beide mannen, Spix en Martius, nemen niet alleen hun tekeningen mee, ook dieren en zij ontvoeren kinderen. Deze kinderen waren nog nooit buiten hun leefgebied het Amazone woud geweest. Nu werden ze op schepen gestouwd en geconfronteerd met de oceaan. Zij waren intens angstig, water… zoveel water… overal water! Slechts twee kinderen overleven de reis. Iñe-e en de jongen van het Juri volk.
Dan komt er een tweede verhaallijn tevoorschijn. Nu springen we naar het heden: Josefa een vrouw uit Sao Paulo. Een gevluchte vrouw met een ongemakkelijk verleden, ontsnapt aan een gewelddadige relatie. Zij is al tijden onrustig, ondanks alles kan ze niet ontdekken waarom. Als ze naar een expositie gaat over de geschiedenis van Brazilië ziet ze een portret van Iñe-e. Zij voelt een diepe verwantschap en besluit naar München af te reizen om verder onderzoek te doen. Wie is zij, wat kan ze mij vertellen…
Zij hoort een roep en gaat er achter aan.
De Grootvader van Iñe-e, een wijze man, weet dat je
“… zonder woorden geen mens kunt zijn… wie dat woord niet heeft is ten dode opgeschreven… “ (p.29)
De toekomst van Iñe-e ligt in het land van de witte man… zij kent de taal niet!
“… haar hart viel dicht zoals de nacht over het regenwoud valt en angst met zich mee brengt… haar gevoelens lagen overhoop als de stapel schillen van kleine kokosnoten…”(p30)
We lezen dit verhaal vanuit verschillende perspectieven. Dat brengt een eigen taalgebruik met zich mee. De taal van Iñe-e, die met de bezielde natuur kan spreken, leest heel anders dan die van Josefa, een eigentijdse vrouw.
De koningin van Beieren communiceert weer anders. Het is een boeiend geheel en sleept je, mede door de prachtige poëtische tekst, mee het verhaal in.
Een prachtige historische roman waarin de verhaallijnen die worden opgezet mooi door elkaar worden verweven. De verhaalcultuur van het Miranha volk, de binnenwereld van Iñe-e, de zoektocht van Josefa, de tocht van de beide wetenschappers… alle verhaallijnen zijn grondig door de auteur onderzocht en in deze roman bij elkaar gekomen.
1
Reageer op deze recensie